In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 9 december 2022, is het beroep van eisers tegen de weigering van een omgevingsvergunning voor een dakterras en balustrade beoordeeld. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, had op 30 april 2020 een omgevingsvergunning verleend voor de verbouwing van een woonhuis, maar deze werd herroepen op 17 november 2020 na bezwaar van derde-belanghebbenden. De rechtbank oordeelt dat de eisers de motivering van de verweerder om de vergunning te weigeren niet inhoudelijk hebben betwist. De rechtbank concludeert dat de weigering van de omgevingsvergunning op basis van artikel 2.1, eerste lid, aanhef onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) terecht is geweest.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het gebruik van daken voor dakterrassen in strijd is met het bestemmingsplan ‘Maastricht Zuidwest’, dat op 18 juni 2013 is vastgesteld. De rechtbank heeft ook het beroep van eisers op het gebruiksovergangsrecht beoordeeld, maar oordeelt dat dit niet slaagt. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat het gebruik van het dakterras ononderbroken is voortgezet sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan. De rechtbank wijst erop dat het gebruiksovergangsrecht alleen geldt voor onafgebroken gebruik en dat de eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd om hun standpunt te onderbouwen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de partijen.