ECLI:NL:RBLIM:2022:9718
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen last onder dwangsom wegens geluidsoverlast van vogels
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 30 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die een last onder dwangsom had gekregen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beek. De last hield in dat verzoeker uiterlijk 1 december 2022 een einde moest maken aan de geluidsoverlast van zijn vogels, die boven de grenswaarde van 40 dB uitkwam. Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat er sprake was van een spoedeisend belang en een evident onjuist besluit.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen. Hij oordeelde dat verzoeker geen spoedeisend belang had, omdat het door hem aangevoerde financiële belang op zichzelf geen reden was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Bovendien had verzoeker aangegeven dat de meeste vogels al binnen waren en dat hij aan de last kon voldoen door de vogels naar binnen te verplaatsen. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker niet had onderbouwd dat er een noodzaak was om de gevraagde voorziening op korte termijn te treffen.
Daarnaast oordeelde de voorzieningenrechter dat er geen sprake was van een evident onrechtmatig besluit. Hij vond dat het akoestisch onderzoek waarop het besluit was gebaseerd niet evident onjuist was en dat verzoeker de mogelijkheid had om dit onderzoek te betwisten in de beroepsprocedure. De voorzieningenrechter wees erop dat het aan verzoeker was om te zorgen dat hij aan de last voldeed en dat verweerder niet verplicht was om concrete oplossingen aan te reiken voor het voldoen aan de last. Gezien het ontbreken van zowel een spoedeisend belang als een evident onrechtmatig besluit, werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.