3.3Het oordeel van de rechtbank
De zaak met betrekking tot [slachtoffer 1]
Inleiding
[slachtoffer 1] heeft op 6 december 2018 aangifte van mensenhandel tegen de verdachte gedaan. [slachtoffer 1] heeft voorafgaand aan die aangifte en daarna meerdere verklaringen afgelegd. Ook heeft zij op 14 januari 2019 aangifte gedaan contra medeverdachte [naam 1] .
Er zijn in deze zaak twee specifieke vragen die de rechtbank dient te beantwoorden: is er voldoende wettig bewijs en is het bewijs in de vorm van de verklaringen van aangeefster voldoende betrouwbaar? Deze vragen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Om de verdachte te kunnen veroordelen is er hoe dan ook meer bewijs nodig dan alleen de verklaring van aangeefster. Als er meer bewijs is, dan kan in beginsel uitgegaan worden van de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster, in elk geval ten aanzien van elementen uit die verklaring die bevestigd worden door dat andere bewijs.
Vervolgens kan de rechtbank, uitgaande van die betrouwbaarheid, ook meer vaststellen, nu niet vereist is dat álle elementen van een tenlastelegging gedekt moeten worden door meer dan één bewijsmiddel. Daarbij is dan wel terughoudendheid gepast wanneer de verklaringen tegenstrijdigheden bevatten of wanneer de manier waarop aangeefster verhoord is vragen oproept. De rechtbank komt hier nog op terug.
De rechtbank zal hierna eerst een aantal specifieke elementen uit de aangifte van [slachtoffer 1] weergeven die de rechtbank relevant acht voor het beantwoorden van de bewijsvraag. Dat betreft met name diverse gedragingen van de verdachte. De rechtbank zal haar verklaringen zakelijk en gecomprimeerd weergeven, gelet op de uitgebreidheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] in het dossier die grotendeels een woordelijke uitwerking zijn van de opgenomen verhoren.
Vervolgens zal de rechtbank weergeven welke andere bewijsmiddelen de verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] over het gedrag van de verdachte bevestigen. Die bevestiging ziet de rechtbank in getuigenverklaringen, waarnemingen van opsporingsambtenaren, in WhatsAppberichten en in de verklaring van de verdachte zelf. Niet alle elementen uit haar verklaring heeft hij namelijk betwist, maar juist bevestigd.
De rechtbank zal vervolgens ingaan op de vraag of al die vast te stellen elementen tot de conclusie kunnen leiden dat de verdachte [slachtoffer 1] heeft uitgebuit en zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel.
Daarna zal de rechtbank nog de gestelde diefstal van geld en de poging daartoe bespreken.
De voor de rechtbank relevante inhoud van de verklaringen van [slachtoffer 1]
heeft verklaard dat zij een relatie heeft gekregen met de verdachte in februari 2018. Voordat de relatie met verdachte begon heeft zij in de prostitutie gewerkt. Zij heeft, toen zij een relatie kreeg met de verdachte, vervolgens op zijn voorstel prostitutiewerk gedaan. Aangeefster heeft geld dat zij voor het prostitutiewerk van de klanten ontving gedeeld met de verdachte.
Zij heeft -samengevat- met de verdachte gedurende hun relatie onenigheid gehad over hoeveel geld hem toekwam. Aangeefster heeft aanvankelijk ingestemd met de afspraak van een 50-50 verdeling, maar de verdachte wilde ook haar deel. Van haar deel moest zij ook nog onkosten betalen en [naam 1] betalen, die hen incidenteel vervoerde van en naar klanten. De verdachte gaf veel geld uit aan gokken. Aangeefster voelde zich uitgebuit.
De verdachte heeft advertenties voor het sekswerk op [website 1] gezet. De verdachte regelde ook afspraken met klanten.
Aangeefster werkte bijna elke dag als er klanten waren. Zij werkte bij de ouders van de verdachte thuis in Weert, deed escortwerk en ontving ook wel klanten in haar woning in Valkenswaard.
Aangeefster heeft verklaard dat zij meerdere keren is mishandeld door de verdachte en dat zij bang was voor de verdachte. Hij heeft haar onder andere (met de vuist) geslagen (hij gaf ‘echte mannenklappen’) en aan de haren getrokken. Ook maakte hij dingen kapot, zoals een televisie, een telefoon, een IPad en haar paspoort.
Als zij niet wilde werken, werd de verdachte boos en vertrok. Als ze wilde stoppen, zei de verdachte dat hij wel een ander wijf zou zoeken. Ook drong hij aan om te gaan werken, ook als zij vrij wilde of niet lekker was. Verder schold hij en dreigde hij naar haar ouders/vriendinnen te stappen om te vertellen dat zij in de prostitutie zat. Aangeefster was verliefd op verdachte en durfde niet bij hem weg te gaan.
De relatie heeft volgens aangeefster voortgeduurd tot kort voor de aangifte op 27 november 2018. Op dat moment was ze nog steeds verliefd op de verdachte en leed zij aan verlatingsangst of angst voor alleen zijn. Ze had de verdachte meerdere keren uit haar woning in Valkenswaard gezet, maar ze liet hem ook weer binnen, omdat ze hem dan weer miste. Altijd als hij terugkwam, was hij hartstikke lief, hoewel dat dan van korte duur was. Ze had op dat moment gewoon een zwak voor hem.
Aangeefster heeft verder nog verklaard over een specifiek incident. [slachtoffer 1] was bij [slachtoffer 2] in Heerlen. [slachtoffer 1] had aan [slachtoffer 2] gevraagd of zij samen met haar aangifte wilde doen, omdat zij vergelijkbare ervaringen met de verdachte hadden. De verdachte en [naam 1] hebben haar toen in Heerlen opgehaald en zijn vervolgens een bos in gereden en gestopt. De verdachte vroeg haar waarom zij bij [slachtoffer 2] was geweest en schold haar uit. De verdachte en [naam 1] trokken handschoenen aan en trokken haar uit de auto. [slachtoffer 1] werd erg bang. [naam 1] had een honkbalknuppel in handen. [slachtoffer 1] werd bedreigd en dacht dat ze haar ergens zouden dumpen en dat zij dood zou gaan.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een seksuele relatie had met [slachtoffer 1] en dat zij in de prostitutie werkte in de periode waarover ook zij verklaard heeft. Van haar verdiensten ontving hij de helft of minder. Ook heeft hij wel klanten geregeld en advertenties geplaatst. Als [slachtoffer 1] bij een klant was, was hij altijd in de buurt.
De verdachte heeft ook verklaard over fysiek geweld: hij heeft haar, zoals aangeefster ook verklaard heeft, aan haar haren getrokken en hij heeft haar geduwd. Hij heeft haar paspoort verscheurd. Ook heeft hij wel gedreigd dat hij bij haar weg zou gaan.
Het klopt ook dat hij haar samen met [naam 1] bedreigd heeft in een bos. De verdachte was boos omdat hij erachter was gekomen dat zij samen met [slachtoffer 2] escortwerk verricht had en hij wilde haar de waarheid laten vertellen. De verdachte heeft ook erkend dat hij en [naam 1] daarbij handschoenen hadden aangetrokken.
De verdachte heeft bij de politie nog verklaard dat [naam 1] bij de bedreiging een honkbalknuppel heeft vastgehouden en dat hij kort daarvoor gehoord had dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wilden samenspannen en naar de politie wilden gaan.
Wat hebben anderen waargenomen?
Gedurende de tenlastegelegde periode is [slachtoffer 1] meerdere keren in beeld gekomen bij de politie naar aanleiding van meldingen. Ook is er een opvallend incident bij de [bedrijf] in Valkenswaard op 3 mei 2018. Verder is er met een klant van [slachtoffer 1] gesproken, die blauwe plekken bij haar heeft gezien en een goede vriendin van [slachtoffer 1] heeft over haar gedrag tegenover de verdachte bij de politie verklaard.
De getuige [naam 2] , werkzaam bij de [bedrijf] aan de Markt te Valkenswaard, zag op 3 mei 2018 een vrouw en een man in het halletje. De vrouw rende de hal in en meldde zich bij een collega. De vrouw gaf aan dat zij bang was voor de man en dat zij door die man mishandeld was. De vrouw heette [slachtoffer 1] en vertelde dat zij mishandeld was omdat de man geld van haar wilde hebben. De getuige zag rode plekken op de bovenarm van de vrouw, bloed op haar onderlip en een deuk op haar hoofd. De vrouw vertelde dat zij geen kant op kon. De manager van het filiaal heeft vervolgens de politie gebeld.
Deze manager, de getuige [naam 3] , heeft verklaard dat de man ongeduldig was en de getuige had de indruk dat de man de pinpas van de vrouw wilde afpakken. De vrouw zei dat de man agressief zou worden als de politie zou worden gebeld. De getuige herkende op foto’s [slachtoffer 1] en de verdachte.
De politie heeft zich ter plaatse gemeld op 3 mei 2018 bij de [bedrijf] en ook met [slachtoffer 1] gesproken en blauwe plekken bij haar gezien. [slachtoffer 1] vertelde de politie dat de nacht ervoor geld van haar rekening was opgenomen door de verdachte, in totaal € 2.500,- en dat er nog voor € 60,- met haar pas was getankt. Verdachte wilde op 3 mei 2018 meer geld van haar hebben.
Op 4 mei 2018 heeft [slachtoffer 1] twee keer contact opgenomen met de politie om naar haar woning in Valkenswaard te komen, om 3.44 uur ‘s nachts en vervolgens om 14.00 uur ‘s middags. [slachtoffer 1] was geëmotioneerd en verklaarde dat de verdachte haar mishandeld had door haar aan haar haren te trekken en dat hij haar paspoort had verscheurd, waarbij de verbalisanten ook gezien hebben dat het paspoort in stukjes was gescheurd. Ook zagen de verbalisanten dat er een IPad vernield was.
’s Middags had [slachtoffer 1] zich gemeld, omdat de verdachte onderweg was en zij erg bang voor hem was. Ter plaatse namen de verbalisanten waar dat [slachtoffer 1] en de verdachte constant met elkaar in discussie waren. De verdachte kwam kleren halen. Na diens vertrek spraken de verbalisanten met [slachtoffer 1] omdat de verhouding hen geen goed gevoel gaf. [slachtoffer 1] maakte een zeer paniekerige en zenuwachtige indruk. Zij verklaarde dat ze helemaal onder invloed was van de verdachte.
Op 23 juli 2018 troffen verbalisanten [slachtoffer 1] aan in de woning van de ouders van de verdachte in Weert. [slachtoffer 1] ging in op het hulpaanbod van de verbalisanten en ging met hen mee. De verbalisanten beschrijven dat zij ontzettend bang was. Voor hen was op dat moment duidelijk dat zij te maken hadden met een kwetsbaar persoon die inmiddels geïsoleerd was van alles en iedereen, in de ban/macht van de verdachte en met horten en stoten haar verhaal deed nu ze alleen met hen was. Uit haar verbale en non-verbale gedrag werd de verbalisanten duidelijk dat zij hulp nodig had en zocht, maar dat zij ontzettend bang was voor de gevolgen die dit met zich mee zou brengen.
De getuige [naam 4] , een klant van [slachtoffer 1] , heeft verklaard dat hij zeker acht keer in de flat van [slachtoffer 1] is geweest voor een seksafspraak, zowel voor als na 26 juli 2018 (op die datum vond er een controle door de politie plaats). Ook heeft hij met haar afgesproken in een woning in Weert. Deze klant heeft vaak genoeg blauwe plekken gezien bij [slachtoffer 1] .
De getuige [naam 5] , een vriendin van [slachtoffer 1] , heeft verklaard dat [slachtoffer 1] kampte met verslavingen en ergens in augustus 2017 op straat kwam te staan en verkeerde vrienden tegenkwam. Begin 2018 heeft [slachtoffer 1] een vriend leren kennen, [verdachte] . [slachtoffer 1] was hartstikke verliefd, maar de getuige merkte aan [slachtoffer 1] dat ze vaker ruzie hadden en dat er problemen waren. [verdachte] domineerde haar heel erg. Ze wilde wel van hem af, maar dat lukte niet.
In de zomer van 2018 heeft de getuige [slachtoffer 1] voor het laatst gezien. De getuige heeft [slachtoffer 1] toen opgezocht in de woning van [slachtoffer 1] in Valkenswaard. [slachtoffer 1] was alleen en vertelde dat het uit was met [verdachte] en dat hij mogelijk zou komen om kleren op te halen. [slachtoffer 1] huilde en heeft de getuige toen verteld dat zij bang was voor [verdachte] . [verdachte] had losse handjes. [slachtoffer 1] vertelde dat zij door Veilig Thuis geholpen zou worden en nieuwe sloten op haar deur zou krijgen. Op dat moment kwam [verdachte] .
Het viel de getuige op dat [slachtoffer 1] helemaal omsloeg en helemaal onderdanig werd naar [verdachte] . Het viel de getuige ook op dat [verdachte] cadeautjes bij zich had, onder andere parfum. [slachtoffer 1] was zich tegenover hem aan het verantwoorden wie de getuige was en tot hoe laat de getuige zou blijven. Toen [verdachte] weer weg was, brak [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] vertelde dat zij door [verdachte] geslagen werd en liet de getuige blauwe plekken zien op armen en benen.
Overige bewijsmiddelen: telefoongegevens en appjes
Met betrekking tot het incident in het bos dat [slachtoffer 1] en de verdachte beschreven hebben is nog gekeken naar telefoongegevens. Daaruit kan worden afgeleid dat dit incident zich moet hebben afgespeeld in de periode van 28 juli 2018 tot 31 juli 2018. De telefoon die gekoppeld kan worden aan de verdachte bevond zich op 30 juli 2018 om 00.44 uur binnen het bereik van een zendmast in Heerlen en vervolgens straalde deze telefoon om 01.58 uur een zendmast in Elsloo aan. Later die nacht straalden de telefoons die aan de verdachte en medeverdachte [naam 1] gekoppeld kunnen worden dezelfde zendmast in Weert aan.
Het dossier bevat diverse berichten die de verdachte heeft gestuurd naar [slachtoffer 1] , waarvan enkele voor de rechtbank relevant zijn.
Zo is er een
berichtenuitwisselingop 31 augustus 2018:
[slachtoffer 1] : gaat t goed liefje, hou je nog van me
[verdachte] : sta verlies nog. Ja hou van jou
[slachtoffer 1] : wil je da ik erlangs zit wa [naam 6] zei of liever nie. Ik dacht maakt je miss gestresst mr hij zei sa
[verdachte] : komma
[slachtoffer 1] : waarom stop je niet.
[verdachte] : ja zit er nu eenmaal in, moet wa terug winne.
[slachtoffer 1] : logisch toch dan heb ik t terug. Dan is morge alles voor mij, oke
[verdachte] : ja, moet wel
[slachtoffer 1] : eik moet ook huur betalen. Oke.
[slachtoffer 1] : ik wil naar huis schatje, val bijna in slaap
[verdachte] : moete ff moete ff kijke want er rijd geen taxi meer schatje, heb net mooi hand gewonnen
[slachtoffer 1] : goed zo schat xx. Kijk dan maar, wacht wel
[slachtoffer 1] : oke, ik ben echt dood. mis je
[verdachte] : ja
[slachtoffer 1] : vanavond knalle
[verdachte] : K had net tege die ouwe moete calle, stond k 600, kutzooi, ik had 10 10 on me hand, flop viel 6 6 2 drna 2, toen deed die 150, Khad nog 200 staan. Dus moest dan all in. Dacht dalijk heb die weer 6 of 2, snap je, moest wel,
[slachtoffer 1] : vanavond jackpot
[verdachte] : geef die sani (
de rechtbank: hiermee worden drugs bedoeld) ff, wc ff snel, kk kut stres
[slachtoffer 1] : zit in je achterzak
[verdachte] : alle hande die ok had moege calle, heb ol weggegooid, alles wa ik calde moest onweggpooe. Weggooie
[slachtoffer 1] : Blijf je nog lang spelen?
[verdachte] : nog effe
.
Berichtenuitwisselingop 7 september 2018:
[verdachte] heeft iets gereserveerd als verrassing voor zondag. [slachtoffer 1] geeft aan dat superlief te vinden en al 2 jaar alleen te zijn geweest op haar verjaardag.
Daarna gaat het over sani
[verdachte] : ga maar je kk sani hale bij die kanker turke
[slachtoffer 1] : geeft aan dat [naam 7] die haalt en wel af wil zeggen.
[verdachte] : jij gaat nooit meer bij iemand anders gale
[slachtoffer 1] : jij had toch nix dus regels [naam 7]
[verdachte] : als je niks hebt, pak je ook niets. Wat hij bij haar gevonden heeft was allemaal gemixte zooi.
[verdachte] : geef die adres eens
[slachtoffer 1] : hoezo
[verdachte] : klenni voor een uur
[slachtoffer 1] : [locatie] . Hoe laat?
[verdachte] : maak snel foto van kamer, stuur na mij.
[slachtoffer 1] stuurt foto. Hoe laat wil die kome?
[verdachte] : over een uurtje. Heb uitgelegd
[slachtoffer 1] : hoe oud? Welke prijs?
[verdachte] : weet ik veel. En zeg die kk sanni af. Ik breng jou die voor die geld.
[slachtoffer 1] : [naam 7] heeft die al geregeld. Ik zie straks wel.
[verdachte] : dan moet jij die betale.
[slachtoffer 1] : ja, hoe moet ik die nu afzeggen.
[verdachte] : gwn afzegge
[slachtoffer 1] : ja dat gaat toch nie schatje, ik wist niet dat jij had.
[verdachte] : ja, dan zeg je die maar af, faking onzin, ga je hem ook nog mijer meegeven. Oke, weet je wat, stik er maar in. Ik zeg voor zondag ook af. Blijf maar bij die kanker [naam 7] .
[slachtoffer 1] : hallo, ik wist nie da jij sannie had.
[verdachte] : ik heb jou gezegd nooit meer bij een dealer sani halen, faking onzin wijf da je bent. Al heb ik niks, haal je nog niks.
[slachtoffer 1] : doe nou is normaal
[verdachte] : jij koopt niks bij een ander, jij moet normaal doen, niet ik. Ook nog sani hale bij dealers.
[slachtoffer 1] : ja als jij had, had ik bij jou gehaald. Als jij zondag afzegt
[verdachte] : als heb ik niks, haal jij niks, klaar, faking onzin. Ik weet je bent naar onder gelope om die sani op te gale. Kk gare kuteijf. Rot op. Blijf ma daar. Vier je verjaardag ma met die megooltje. Ik zweer, ik zeg het af voor zondag.
[slachtoffer 1] : hmm oké, dank je, nu ben ik echt verdrietig.
[verdachte] : je heb die kk sani gehaald he. Heb je die sani gehaald, ja of nee.
Berichtenuitwisselingop 9 september 2018:
[slachtoffer 1] : Vandaag dagje 0 oke… morgen wordt druk
[verdachte] : Ga iemand anders erop zetten vandaag, dit schiet niet op met jou zo. En krijgt geen pille meer, tis klaar.
[slachtoffer 1] : hoezo? Wat heb ik nou fout gedaan?
[verdachte] : laat zitten, heb geen zin om te discussiëren.
[slachtoffer 1] : ja plan dan maar in.
[verdachte] : ga dalijk naar iemand toe, laat haar werken, schiet niet op met jou. Een dag werken, volgende dat gelijk: ik doe niks en zus en zo, vandaag 0, morgen. Knalle onzin praten, na 2 klanten: ik heb kont pijn, ik heb slaap, ik ben moe, zus zo.
[slachtoffer 1] : waar ga je heen?
[verdachte] : jonge fa maakt niet uit.
[slachtoffer 1] : ik zeg toch, plan maar in
[verdachte] : heb iemand nodig die hele dag knalt 6/7 klanten minimaal doet, i.p.v. janke, moe, kontpijn, teenpijn, heb slaap, zus zo. Na 2 klanten zeggen: ik ga slapen. Waa doe je dan. Niks. Kan je net zo goed terug naar Ali gaan. Elke half uur 20 euro drankje drinken. 150 euro huur betalen. Taxi betalen. Daar blijven hangen. Heb hier geen zin meer in. Gister wist ik al dat je vandaag zo ging doen. Daarom kan ik beter iemand anders inschakelen, die echtttt wil werken en niet jankt elke dag kontpijn, rugpijn, moe, slaap, dit dat, rot op man.
Berichtenuitwisselingtussen 28 oktober 2018 en 12 november 2018:
[slachtoffer 1] bericht dat:
Ze een probleem heeft met het betalen van gas, licht water en huur en de boetes van hem.
Ze onder de blauwe plekken zit en dat wat hij, Moes, heeft gedaan niet normaal is.
Hij alles in de gokkast gooit en liegt.
Alles belooft, maar niets doet.
Ze niet normaal kan typen omdat hij alles kapot heeft geslagen.
Dat het geld van de gast voor haar is voor de huur.
[verdachte] bericht dat:
Hij haar mist en van haar houdt.
Alles terug zal betalen zo snel mogelijk.
Ze de telefoon moet opnemen in plaats van een grote bakkes te hebben.
Dat ze moet luisteren en doekoe moet pakken.
Ze normaal moet doen als hij een gast wil doorsturen.
Hij haar gaat sms-en en dat ze op ander nummer moet bellen.
Hij twee klanten heeft voor haar vandaag.
Ze “hem” leeg moet plukken die avond en de volle bak moet laten betalen en “hem” moet vragen wat te lenen voor huur.
Ze niet hoeft te bellen, maar gewoon netjes kan zeggen of hij is geweest en hoeveel hij heeft gegeven.
Overwegingen en conclusies van de rechtbank ten aanzien van het bewijs van feit 1 en feit 3
De rechtbank heeft hiervoor het bewijs weergegeven waaruit de rechtbank concludeert dat [slachtoffer 1] een kwetsbare en angstige vrouw was in de tenlastegelegde periode die zich zeer afhankelijk voelde van de verdachte. Ondanks dat hij haar structureel mishandelde, wat opgemaakt kan worden uit het bij herhaling constateren door anderen dat zij blauwe plekken had, wist zij zich niet van hem los te maken en definitief met hem te breken. De verdachte liet haar ook een lieve kant zien en zij was verliefd. Uit de waarnemingen van verbalisanten en haar vriendin, de getuige [naam 5] , kan worden opgemaakt dat [slachtoffer 1] volledig in de macht van verdachte verkeerde.
Wanhopig en angstig wendde [slachtoffer 1] zich tot anderen, om er vervolgens op aan te dringen dat de politie niet werd gebeld, omdat de verdachte dan agressief zou worden of om vervolgens als een blad aan de boom om te slaan op het moment dat de verdachte zich meldde.
Naast de waarnemingen van anderen bevestigen ook de appjes hoe de verdachte zich gedroeg. Op 7 september 2018 meldt [slachtoffer 1] zich met het bericht dat zij hem superlief vindt, omdat hij een verrassing voor haar in petto heeft voor haar verjaardag, maar daarna scheldt hij haar uit, omdat zij, zo kan uit de berichten worden opgemaakt, drugs (sani) van iemand anders betrokken had. [slachtoffer 1] is een kutwijf en hij dreigt de verrassing af te zeggen. Haar verjaardag moet ze dan maar met dat mongooltje vieren.
De verdachte vernielde spullen van [slachtoffer 1] , schold [slachtoffer 1] uit en werd boos op haar, als zij klaagde over het werk, waaruit zij verdiensten aan hem afstond, of als zij hem zijn gokgedrag verweet. Op 9 september 2018 is duidelijk te zien dat de verdachte [slachtoffer 1] onder druk zet, als ze niet gaat werken. Ze moet knallen en minimaal 6/7 klanten per dag afwerken in plaats van janken en klagen over pijn en vermoeidheid. Anders zoekt hij een andere vrouw die meer geld oplevert. Treurig is het te zien dat [slachtoffer 1] zwicht en bericht: plan maar in.
Het voorgaande levert voldoende wettig en overtuigend bewijs op dat [slachtoffer 1] onder fysieke en zware psychische druk werkte en onder diezelfde druk geld aan de verdachte afdroeg. Daarnaast is er ook nog de bedreiging in juli van 2018. De verdachte kon het niet verkroppen dat [slachtoffer 1] zich aan hem onttrokken had en escortwerk had gedaan waarvan hij niet op de hoogte was. Om de controle over haar te behouden, heeft hij haar doodsbang gemaakt. Dit incident staat dus niet los van de overige gedragingen van de verdachte, zoals bij pleidooi naar voren is gebracht, maar houdt rechtstreeks verband met alle overige dwingende gedragingen van de verdachte met het oog op de uitbuiting van [slachtoffer 1] .
[slachtoffer 1] heeft onder alle geschetste omstandigheden en gedragingen van de verdachte niet uit vrije wil gewerkt en niet uit vrije wil geld aan hem afgestaan. De rechtbank deelt de conclusie van de officier van justitie dat er in deze zaak sprake is geweest van typische, zoals door de officier van justitie treffend verwoord, pooierboypraktijken.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de ten laste gelegde mensenhandel wettig en overtuigend bewezen kan worden. Daaraan doet niet af dat de uitgebreide verklaringen van [slachtoffer 1] tegenstrijdigheden bevatten en niet op alle fronten consistent zijn. Evenmin doet aan de betrouwbaarheid van de verklaringen af dat [slachtoffer 1] tijdens de verhoren laat blijken dat het haar vooral gaat om het geld dat de verdachte haar heeft afgenomen en verhoorders al tijdens het intakegesprek in juli 2018 de mogelijkheid van schadevergoeding aan haar meldden. Dat is een ongelukkige gang van zaken, maar dat maakt niet dat de rechtbank, gelet op al het steunbewijs, twijfelt aan de verklaring van [slachtoffer 1] over het kernverwijt, de uitbuiting door de verdachte als gevolg van het toepassen van dwangmiddelen.
Van enkele onderdelen van het tenlastegelegde onder feit 1 zal de rechtbank de verdachte (partieel) vrijspreken. Zo acht de rechtbank niet bewezen dat [naam 1] de uitbuiting van [slachtoffer 1] heeft meegepleegd. Uit het dossier komt wel naar voren dat hij haar vervoerde naar klanten en daarvoor betaling ontving en hij was betrokken als mededader bij de bedreiging, maar dat is van onvoldoende gewicht om hem als medepleger van mensenhandel aan te merken.
Verder acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachte een pink van aangeefster heeft gebroken. Ook acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachte de telefoon van aangeefster heeft afgepakt en dan zodanig dat zij geen contact met de buitenwereld of de politie kon opnemen. Daarvoor ziet de rechtbank onvoldoende steunbewijs. Hoewel niet ieder element van een tenlastelegging door meer dan één bewijsmiddel hoeft te worden gedekt, is het breken van een pink van een andere orde dan het slaan/stompen waardoor blauwe plekken zijn ontstaan. Ook kan uit het dossier niet worden opgemaakt dat [slachtoffer 1] structureel niet in staat was om contact met de buitenwereld te hebben. De verdachte krijgt op die punten het voordeel van de twijfel.
De feiten 4 en 5
Hiervoor is al beschreven dat [slachtoffer 1] op 3 mei 2018 bij de [bedrijf] in Valkenswaard is geweest en daar tegen de politie verklaard heeft dat de verdachte geld van haar rekening gepind had. Zij heeft toen -zakelijk weergegeven- haar toevlucht gezocht in de bank en de verdachte wekte de indruk dat hij uit was op haar pas en op (meer) geld.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat er op 2 mei 2018 vanaf 22.38 uur meermalen gepind is vanaf de bankrekening op naam van [slachtoffer 1] . In totaal betrof het € 2.550,-. Kort daarna, op 3 mei 2018 om 01:06 uur, werd geprobeerd € 2.000,- te pinnen, wat niet lukte in verband met de pinlimiet.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij hiervoor aan niemand toestemming heeft gegeven. Zij heeft op 14 januari 2019 aangifte van diefstal gedaan. [slachtoffer 1] herkende op de beelden van één van de pinautomaten [naam 1] .
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de pinpas van [slachtoffer 1] aan [naam 1] gegeven heeft, samen met de pincode.
De verdachte heeft echter betwist dat het geld naar hem gegaan is en verklaard dat [slachtoffer 1] wel toestemming heeft gegeven voor de geldopnamen en het geld ook heeft gekregen. De rechtbank gaat aan dit laatste voorbij omdat dit weersproken wordt door het bewijs. Dat [slachtoffer 1] instemde is niet aannemelijk, gelet op haar angst en wanhoop waarvan de bankmedewerkers en de politie getuige zijn geweest. Verder blijkt uit de verklaring van [naam 1] dat alleen de verdachte hem heeft verteld waar te gaan pinnen en dat
-samengevat- [slachtoffer 1] daar geen enkele bijdrage aan heeft geleverd. [naam 1] heeft tot slot verklaard dat hij het geld aan de verdachte heeft overgedragen.
De rechtbank zal daarom de feiten 4 en 5 ook bewezen verklaren.
Feit 2, de zaak met betrekking tot [slachtoffer 2]
De voor de rechtbank relevante inhoud van de verklaringen van [slachtoffer 2]
heeft aangifte gedaan van mensenhandel. Ze heeft een relatie met de verdachte gekregen op 4 oktober 2017. Die relatie met en het werken voor de verdachte is geëindigd op 26 februari 2018.
Vanaf oktober 2017 ontving zij klanten in haar woning in Roermond. Aangeefster kon in die tijd moeilijk nee zeggen. Zij had in die periode maar € 70,- aan leefgeld per week en geen geld voor cadeautjes voor haar dochter. Omdat de feestdagen eraan kwamen, hield de verdachte haar voor dat zij door in de prostitutie te werken wel cadeautjes zou kunnen kopen. Zij zou eindelijk iets goeds voor haar dochter kunnen doen, hield hij haar voor. Aangeefster wilde aanvankelijk niet als prostituee werken, maar de verdachte bleef het haar maar vragen en zij heeft uiteindelijk toegegeven.
De verdachte zou de helft van de opbrengsten van het sekswerk krijgen, maar daar is niets van uitgekomen. Zodra de klant kwam en haar het geld gaf, moest zij het op tafel leggen en ging het geld de broekzak van de verdachte in. Zij ontving zes tot zeven klanten per dag en moest soms ook onbeschermde seks hebben omdat de verdachte dat tegen haar wil had afgesproken met de klant. De verdachte gaf haar ook wel cocaïne om wakker te blijven en de klanten tevreden te houden.
De verdachte regelde klanten voor haar en plaatste seksadvertenties op [website 2] en [website 1] .
Ze moest altijd werken, ook als ze ziek was of haar dochtertje zich niet goed voelde.
De verdachte had haar in de tang. Als zij moest huilen dan zei de verdachte: “Het is toch geld, geld is geld, nog even op de tandjes bijten.” De verdachte kon boos worden en schreeuwen, maar hij heeft ook drie keer haar keel dicht geknepen en heeft haar vastgepakt, waardoor zij pijn had en geen lucht kreeg. Ze voelde ook angst. Aangeefster moest al het geld afgeven. Van [slachtoffer 1] had zij gehoord dat hij tegen haar had gezegd dat hij het beter had bij aangeefster omdat die wel al haar geld aan hem gaf.
De verklaring van de verdachte
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij een relatie met [slachtoffer 2] heeft gehad en dat zij opbrengsten uit prostitutiewerk met hem heeft gedeeld. De verdachte beperkte zich tot het brengen van [slachtoffer 2] naar klanten en het buiten wachten op haar. [slachtoffer 2] ontving ook klanten in haar woning.
De verdachte heeft coke aan [slachtoffer 2] verstrekt. Ze hebben samen een account aangemaakt ten behoeve van het adverteren en de verdachte heeft ook wel afspraken met klanten gemaakt. De verdachte is mogelijk verbaal over de schreef gegaan. Na haar verjaardag zijn zij uit elkaar gegaan.
Wat hebben anderen waargenomen?
[slachtoffer 1] heeft verklaard, na onenigheid met de verdachte te hebben gehad over hoeveel geld zij hem zou geven, dat hij haar gezegd heeft dat [slachtoffer 2] tenminste wél alles afgaf.
De getuige [naam 8] , die aangeefster en de verdachte vervoerde, heeft verklaard dat [slachtoffer 2] al het geld aan de verdachte gaf.
De moeder van aangeefster, de getuige [naam 9] , heeft verklaard dat haar dochter emotioneel was als zij bij haar moeder was en haar eens vertelde dat de verdachte haar liet werken. Haar dochter vertelde dat zij bang voor de verdachte was en vaker voor hem is gevlucht. De getuige heeft ook wel blauwe plekken bij haar dochter gezien: bij de nek, de armen en bij de rug. Uit angst ging haar dochter weer terug naar de verdachte. Geld kreeg ze niet van de verdachte, die maakte alles op.
Overig bewijs
Aangeefster is in december 2018 onderzocht door een klinisch psycholoog. Deze rapporteert onder andere dat aangeefster een ingrijpend verleden kent en een geschiedenis van dysfunctionele relaties. Zij heeft in een gewelddadige relatie gezeten met de vader van haar dochter.
Aangeefster heeft aan de politie screenshots verstrekt van appverkeer tussen haar en de verdachte. Daarbij bevindt zich een berichtenuitwisseling op 23 januari (
de rechtbank: uit het dossier kan worden opgemaakt dat dit 23 januari 2018 betreft):
[slachtoffer 2] : schat alsjeblieft laten we deze dumpen. Hij is fucking mongool, ga echt geen sex met hem hebben, meen ik.
[verdachte] : schat hij is er nu gwn doe je ding, kan hem nu niet wegsturen. Laat m klaarkomen en dan zeg je is over nu.
Overwegingen en conclusies van de rechtbank ten aanzien van het bewijs van feit 2
Uit het hiervoor weergegeven bewijs concludeert de rechtbank dat de verdachte, net als bij [slachtoffer 1] , een relatie is aangegaan met een kwetsbare vrouw die bang voor de verdachte was. [slachtoffer 2] heeft op zijn aandringen als prostituee gewerkt en haar verdiensten onder fysieke en psychische druk afgestaan aan de verdachte. Haar verklaring vindt, los van de verklaring van de verdachte, steun in de door haar moeder waargenomen blauwe plekken en het bericht waarin de verdachte aandringt als [slachtoffer 2] een klant wil weigeren. De verdachte voorzag haar van cocaïne om het werk te kunnen doen. Op basis van de getuigenverklaringen van [naam 8] en [slachtoffer 1] kan vastgesteld worden dat [slachtoffer 2] al haar verdiensten afstond, zoals [slachtoffer 2] zelf ook verklaard heeft.
Ook hier geldt dat aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster op essentiële punten niet getwijfeld hoeft te worden. Dat maakt dat op onderdelen die niet gedekt worden door een tweede bewijsmiddel, ook een bewezenverklaring kan volgen.