ECLI:NL:RBLIM:2022:9413

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 november 2022
Publicatiedatum
28 november 2022
Zaaknummer
ROE 21/3452
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging WIA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 24 november 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV om haar WIA-uitkering per 10 september 2021 te beëindigen. Eiseres, die eerder een WIA-uitkering ontving vanwege een arbeidsongeschiktheid van 80-100%, is door het UWV herbeoordeeld en als 0% arbeidsongeschikt beoordeeld. Dit besluit is gebaseerd op een medisch en arbeidskundig onderzoek, waaruit bleek dat eiseres in staat is om functies te vervullen die passen bij haar beperkingen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het UWV heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een online zitting op 10 november 2022, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het UWV de beëindiging van de WIA-uitkering terecht heeft gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten voldeden aan de eisen van zorgvuldigheid en waren inzichtelijk en begrijpelijk. Eiseres heeft aangevoerd dat de medische beoordeling onzorgvuldig was en dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat de artsen alle relevante klachten van eiseres in hun beoordeling hebben meegenomen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat de WIA-uitkering terecht is beëindigd. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk heeft gekregen in deze procedure. De rechtbank heeft ook bepaald dat de proceskosten niet vergoed worden, aangezien eiseres in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: 21/3452

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. L.N. Hermans),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: D.E.C. Veugen).

Procesverloop

Met het besluit van 9 juli 2021 (het primaire besluit) heeft het UWV bij een herbeoordeling vastgesteld dat eiseres vanaf 7 juli 2021 0,00% arbeidsongeschikt is. Per 10 september 2021 is de uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) stopgezet.
Met het besluit van 2 december 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is bij de rechtbank behandeld op de online Teamszitting van 10 november 2022. Eiseres was aanwezig samen met haar gemachtigde. Het UWV heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres had een WIA-uitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%. Het UWV heeft een herbeoordeling gedaan van de arbeidsongeschiktheid van eiseres.
2. Een arts van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn. Deze beperkingen heeft de arts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er drie functies zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van deze functies 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. Omdat dit betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kan eiseres volgens het UWV geen WIA-uitkering meer krijgen.
3. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de beperkingen juist vastgesteld. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep kon zich ook vinden in de beoordeling van de arbeidsdeskundige. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

4. Eiseres is het niet met het UWV eens. Zij voert aan dat de medische beoordeling onzorgvuldig is geweest. Volgens eiseres is haar medische situatie slechter en heeft zij meer beperkingen dan het UWV heeft aangenomen. Verder stelt eiseres dat zij met haar beperkingen de functies die het UWV geschikt vindt, niet kan verrichten.

Waarover het gaat in deze zaak

5. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op
10 september 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

6. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
7. De arts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Er is geen informatie bij de behandelende sector opgevraagd, omdat op grond van het dossier en de bevindingen van de arts voldoende informatie aanwezig is om tot een besluit te komen. De arts beschrijft de ervaren klachten van eiseres (anamnese), de diagnose en de prognose. [1]
8. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de arts in zijn rapport van 28 oktober 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd. Ook heeft hij eiseres gesproken op de hoorzitting. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de arts.
9. Eiseres voert aan dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is. Er heeft geen lichamelijk onderzoek plaatsgevonden in bezwaar en ook de psychische belastbaarheid is onvoldoende onderzocht. Het enkele feit dat er een gesprek heeft plaatsgevonden met de verzekeringsarts bezwaar en beroep tijdens de hoorzitting is niet voldoende volgens eiseres om de beperkingen zorgvuldig te kunnen vaststellen.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 9 mei 2022 toegelicht dat hij tijdens de hoorzitting vragen aan eiseres heeft gesteld over haar medische toestand en haar functioneren. Daarnaast heeft hij eiseres gedurende het gehele gesprekscontact geobserveerd. Een afzonderlijk spreekuurcontact was voor dit medisch onderzoek niet noodzakelijk. Het medisch onderzoek dat dan zou zijn verricht had er niet anders uitgezien.
11. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd dat in het licht van de aard van de klachten en de beschikbare medische informatie, een medisch onderzoek in een spreekuurcontact geen toegevoegde waarde heeft. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat eiseres is gezien en onderzocht door een arts in de primaire fase en dat in dat onderzoek – gelet op hetgeen daarover in het rapport is opgenomen - ook een lichamelijk onderzoek aan de schouders, armen, handen, rug, benen en voeten, en het gaan en staan heeft plaatsgevonden. Verder is van belang dat zij sinds 2013 niet meer in behandeling is voor haar psychische klachten, zij niet in behandeling is voor haar lichamelijke klachten, er behalve de diagnose van artrose door de huisarts geen diagnose is gesteld door een medisch specialist en zij ook nooit is doorverwezen naar een medisch specialist voor haar klachten.
12. De (verzekerings)artsen hebben alle klachten van eiseres betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De (verzekerings)artsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
De medische beoordeling
13. De arts heeft aangenomen dat bij eiseres sprake is van slijtage in de handen, spanningsklachten en astma In de FML heeft de arts beperkingen opgenomen voor het persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
14
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 28 oktober 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de arts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. Er is in primaire fase ruime aandacht geweest voor de klachten en de ervaren belemmeringen en er heeft een psychisch en lichamelijk onderzoek plaatsgevonden. Er zijn volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep bij het onderzoek minimale afwijkingen geobjectiveerd, welke globaal overeenkomen met zijn eigen observaties ter hoorzitting. Er is een flinke discrepantie tussen de ingebrachte klachten en ervaren belemmeringen en hetgeen bij zijn observatie en het onderzoek door UWV-artsen is geobjectiveerd. Deze discrepantie wordt er niet kleiner op nu blijkt dat eiseres al jaren niet meer in reguliere zorg (en onderzoek) is. Dat de subjectieve waardering van de arbeidsbeperkingen door eiseres afwijkt van de gegeven arbeidsbeperkingen op basis van objectieve medische gegevens is onvoldoende reden om af te wijken van de aangegeven arbeidsbeperkingen.
15. Eiseres voert aan dat het UWV ten onrechte geen beperkingen heeft aangenomen voor krachtinspanning met haar armen en handen. Het lichamelijk onderzoek liet zien dat zij in het geheel geen krachtinspanning met haar armen en handen kon leveren. Dit is niet in het rapport van de arts opgenomen. Daarnaast is in strijd met de realiteit vermeld dat eiseres kan bukken en hurken. Eiseres kwam in het geheel niet zelf overeind toen haar bij het lichamelijk onderzoek gevraagd werd iets van de grond te pakken. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de FML niet in overeenstemming is met haar arbeidsmogelijkheden. Haar beperkingen zijn in de FML onvoldoende weergegeven.
16. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Eiseres heeft haar standpunt niet met (nieuwe) medische stukken onderbouwd. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing van de klachten die eiseres ervaart.
De arbeidskundige beoordeling
17. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- ( sbc-code 271093) Machinebediende inpak-, verpakkingsmachine;
- ( sbc-code 315100) Administratief ondersteunend medewerker;
- ( sbc-code 111220) Lader, losser.
18. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat de geduide functies en de reserve functies ongeschikt zijn. Eiseres heeft in beroep de volgende gronden aangevoerd.
(sbc-code 271093) Machinebediende inpak-, verpakkingsmachineEiseres voert aan dat de functie van machinebediende ongeschikt is, omdat zij de kracht niet heeft om apparaten te bedienen en haar rug dit niet toelaat. Daarnaast is het volgens eiseres niet mogelijk om boeken te plakken in een omslag en te stapelen of onder een pers te leggen.
(sbc-code 315100) Administratief ondersteunend medewerker
Eiseres voert aan dat deze functie niet passend is, omdat zij niet computervaardig is. Het gebruiken van diverse systemen is een vaardigheid die eiseres volledig mist. Het enige digitale werk dat eiseres heeft gedaan bestond uit kassawerkzaamheden bij Fair Play. De beperkingen in haar spieren en botten vormden hierbij een overbelasting waardoor deze functie niet meer kon worden uitgevoerd.
(sbc-code 111220) Lader, losserEiseres voert aan dat deze functie in alle opzichten een volledige overbelasting van de belastbaarheid inhoudt. De vereiste krachtinspanning en bukken, buigen vormen een forse overbelasting.
Eiseres voert verder aan dat de geduide reservefuncties een overbelasting veroorzaken van de belastbaarheid van haar armen, benen en rug. Ook voert zij aan dat zij niet kan functioneren op CBBS niveau 3. Eiseres heeft meer dan veertig jaar geleden de huishoudschool doorlopen hetgeen niets te maken heeft met het functioneren op het huidige CBBS niveau 3. Zij is niet onderlegd op digitaal gebied en op het niveau van machinale arbeid. Eiseres heeft geen enkele andere werkervaring dan schoonmaakwerkzaamheden.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 11 november 2021 en 14 februari 2022 gemotiveerd waarom de geduide functies passend zijn voor eiseres. Het resultaat functiebeoordeling van 7 juli 2021 laat in het geheel geen signalering zien voor de functies van machinebediende inpak-verpakkingsmachine en de functie van administratief ondersteunend medewerker. Dit betekent volgens de arbeidsdeskundige dat de fysieke belasting in de functie niet groter is dan de belastbaarheid als verwoord in de functionele mogelijkhedenlijst. Hij heeft uiteengezet dat eiseres weliswaar een beperking voor buigen heeft, doch de belasting in de functie van lader, losser binnen de gestelde belastbaarheid valt. De arbeidsdeskundige heeft verder onderbouwd dat de eisen in de geduide functies zich beperken tot enkele jaren VMBO, basisonderwijs, enkele jaren voortgezet onderwijs of basisonderwijs voltooid. Aan deze eisen kan eiseres, gezien de door haar gevolgde opleiding (en ervaring), zondermeer voldoen. Eiseres hoeft niet te beschikken over ervaring met digitaal werken dan wel ervaring met machinale arbeid.
20. De stelling dat eiseres de reservefuncties niet zou kunnen verrichten laat de rechtbank buiten beschouwing nu deze reservefuncties niet ten grondslag liggen aan de arbeidskundige onderbouwing van de mate van arbeidsongeschiktheid.
21. De rechtbank vindt dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies die wel gebruikt zijn voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid te vervullen.
22. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 10 september 2021 met de middelste van deze functies 100% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als schoonmaakster zodat eiseres voor de overige 0% arbeidsongeschikt is.

De conclusie van de rechtbank

23. Het UWV heeft de WIA‑uitkering van eiseres per 10 september 2021 terecht beëindigd, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
24. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door hem gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 24 november 2022 door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Zwager, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op 24 november 2022.
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Het Sociaal Medisch Oordeel is getoetst en akkoord bevonden door verzekeringsarts N. l’Espoir.