ECLI:NL:RBLIM:2022:919

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
8 februari 2022
Zaaknummer
9400290 cv expl 21-4271
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en de vraag van contractsoverneming in faillissement

In deze zaak vordert de eiseres, WAPPSTARS B.V., betaling van een bedrag van € 9.375,08 van de gedaagde partij, NIVAMI B.V., die opereert onder de handelsnaam De Griekse Keuken. De eiseres stelt dat er een overeenkomst is gesloten met De Griekse Keuken, maar de gedaagde partij betwist dat zij op enige rechtsgrond tot betaling gehouden is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij pas in februari 2020 is opgericht, terwijl de overeenkomst dateert van augustus 2019. Dit betekent dat de gedaagde partij de overeenkomst niet heeft kunnen sluiten, en dus niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de betaling van de facturen die door de gefailleerde De Griekse Keuken zijn ontvangen.

De kantonrechter heeft verder overwogen dat de gedaagde partij weliswaar de activa van de gefailleerde onderneming heeft overgenomen, maar dat dit niet betekent dat de overeenkomst met de eiseres ook is overgenomen. De eiseres heeft niet voldoende bewijs geleverd dat de gedaagde partij de contractspartij is geworden door middel van contractsoverneming. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, die zijn begroot op € 746,00. Dit vonnis is uitgesproken op 9 februari 2022 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9400290 \ CV EXPL 21-4271
Vonnis van de kantonrechter van 9 februari 2022
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WAPPSTARS B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eisende partij,
gemachtigde mr. H.J.M. Smelt,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NIVAMI B.V. h.o.d.n. DE GRIEKSE KEUKEN,
gevestigd te Weert,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. M.A. Vles.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel is gedaagde partij op de Langstraat 48 te Weert gevestigd. Gedaagde partij is opgericht bij akte van 4 februari 2020 en is op 5 februari 2020 ingeschreven in het handelsregister.
2.2.
De onderneming De Griekse Keuken Weert BV is volgens het uittreksel uit het handelsregister gevestigd aan de Kromstraat 30 in Weert. Deze besloten vennootschap is inmiddels in staat van faillissement verklaard.
2.3.
Eisende partij heeft op of omstreeks 19 augustus 2019 een overeenkomst gesloten met De Griekse Keuken, met als adres de Langstraat 48 te Weert. De facturen zijn betaald door gedaagde partij.
2.4.
De facturen in de periode van 11 maart 2020 tot en met 12 mei 2021 ad in totaal € 9.375,08 zijn niet betaald.
2.5.
Gedaagde partij stelt de activa van de gefailleerde De Griekse Keuken Weert BV te hebben overgenomen, maar dat de overeenkomst met eisende partij daar niet bij hoort. De curator heeft de buitengerechtelijke vernietiging ingeroepen van de betreffende exploitatieovereenkomst op grond van faillissementspauliana.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert - samengevat - veroordeling van gedaagde partij tot betaling van:
  • € 9.375,08 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
  • € 843,75 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In deze procedure gaat het om de vraag of gedaagde partij de facturen van eisende partij moet betalen. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is. Dit oordeel wordt hierna uitgelegd.
4.2.
Eisende partij heeft een overeenkomst gesloten met De Griekse Keuken. Het gaat hierbij om een butlersysteem voor een all you can eat concept. De Griekse Keuken Weert BV is gevestigd op het adres dat is vermeld op de schriftelijke overeenkomst. Deze besloten vennootschap is inmiddels gefailleerd. Gedaagde partij voert ook De Griekse Keuken als handelsnaam. Deze besloten vennootschap heeft ook de eerdere facturen van eisende partij betaald.
4.3.
Gedaagde partij is echter volgens het uittreksel uit het handelsregister opgericht in februari 2020. De overeenkomst waarop eisende partij zich beroept dateert van augustus 2019. Dit houdt in dat gedaagde partij de overeenkomst niet gesloten kan hebben, zodat gedaagde partij op basis van die rechtsgrond geen betaling verschuldigd is.
4.4.
Is er dan sprake van contractsoverneming door gedaagde partij? Het is aan eisende partij om voldoende onderbouwd te stellen en, indien aan de orde, te bewijzen dat gedaagde partij door contractsoverneming haar contractspartij is geworden. Het enkele feit dat gedaagde partij de facturen voorheen betaalde, mag dan wel een aanwijzing zijn maar toont overneming van het contract niet onomstotelijk aan. Gedaagde partij kan namelijk bevrijdend voor derden betalen. Verder heeft gedaagde partij aangegeven de activa van de gefailleerde vennootschap te hebben overgenomen, echter met uitzondering van de overeenkomst met eisende partij waarvan nu betaling wordt gevorderd. Het tegendeel heeft eisende partij niet aangetoond. Bovendien blijkt uit het faillissementsverslag dat de curator de exploitatieoverdracht buitengerechtelijk heeft ontbonden. Wat de status van die buitengerechtelijke ontbinding thans is, is niet duidelijk.
4.5.
Kortom, niet is komen vast te staan dat gedaagde partij aansprakelijk te houden is voor de betaling van de facturen van eisende partij. De vordering wordt daarom afgewezen. De kantonrechter ziet geen aanleiding eisende partij toe te laten tot nadere bewijslevering. Daarbij geldt dat het in de dagvaarding verwoorde bewijsaanbod in de conclusie van repliek niet is herhaald of geconcretiseerd.
4.6.
Eisende partij wordt tot slot als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten van gedaagde partij worden begroot op € 746,00 (2 x tarief € 373,00) als salaris voor de gemachtigde. Hierover wordt de wettelijke rente toegewezen vanaf de vijftiende dag na vandaag.
De gevorderde nakosten worden, met inachtneming van de richtlijnen van het LOVCK, toegewezen op de hierna in het dictum te vermelden wijze.
4.7.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt eisende partij in de proceskosten aan de kant van gedaagde partij gevallen en tot op heden begroot op € 746,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na vandaag,
5.3.
veroordeelt eisende partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door gedaagde partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: