ECLI:NL:RBLIM:2022:9188

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
C/03/292050 / HA ZA 21-259
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke ontbinding van aannemingsovereenkomst en vorderingen inzake tekortkomingen in de uitvoering van de bouw

In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en RD Systems Limburg B.V. over een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een woning. De eiser vorderde onder andere een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van een deel van de aanneemsom vanwege tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden door RD Systems. De rechtbank heeft vastgesteld dat RD Systems in meerdere opzichten tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, waaronder het niet aanbrengen van gipsplaten, het niet schilderen van pergola's, en het niet voldoen aan de afgesproken isolatiewaarden. De rechtbank heeft de aanneemsom met € 38.882,59 verminderd en RD Systems veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de eiser, evenals de wettelijke rente en proceskosten. Daarnaast is het depotbedrag van € 10.179,19 vrijgegeven aan de eiser. De vorderingen van RD Systems in reconventie zijn afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat de eiser niet tekortgeschoten was in zijn verplichtingen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/292050 / HA ZA 21-259
Vonnis van 16 november 2022
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2],
beiden wonend te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat: mr. A.G.E. Verbart,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RD SYSTEMS LIMBURG B.V.,
gevestigd te Geleen, gemeente Sittard-Geleen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. G.A.M.F. Spera.
Partijen zullen hierna (in enkelvoud) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en RD Systems genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 22 van 4 mei 2021;
- de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in reconventie met producties 1 tot en met 6;
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de brief van RD Systems van 11 augustus 2022 met productie 7;
- de door de rechtbank verzochte leesbare versie van productie 13, bijlage 2, van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van 17 augustus 2022;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 augustus 2022;
- de spreekaantekeningen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ;
- de spreekaantekeningen van RD Systems;
- de reactie van RD Systems van 31 augustus 2022 op het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
RD Systems realiseert woningen aan de hand van een houten skeletbouw bouwsysteem.
2.2.
Partijen hebben op 3 april 2019 een bouwovereenkomst gesloten voor het leveren van een RD woning met bijlagen 1 tot en met 12 (productie 1 bij dagvaarding, hierna: ‘de bouwovereenkomst’). Diezelfde dag hebben partijen een aanvullende overeenkomst gesloten voor het leveren van een RD woning met bijlagen (productie 2 bij dagvaarding, hierna: ‘de aanvullende overeenkomst’). De bouwovereenkomst en de aanvullende overeenkomst worden samen aangeduid als de aannemingsovereenkomst. RD Systems heeft zich in de aannemingsovereenkomst verbonden jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot de realisatie van een woning aan de [adres] te [woonplaats] . De aanneemsom bedraagt € 168.751,00 exclusief BTW.
2.3.
Artikel 5.1. van de bouwovereenkomst luidt (voor zover relevant) als volgt:
‘De Opdrachtgever bevestigt tijdig te hebben ontvangen en te hebben bestudeerd de navolgende documenten, die integraal deel uitmaken van deze Bouwovereenkomst:
Bouwovereenkomst d.d. 30/03/2019 (RDB-430331-NL) met bijlagen:
1.
Algemene voorwaarden bij de Bouwovereenkomst voor levering van RD-woningen versie 30/01/2019(…)
4.
Algemene Voorwaarden RDSL(…)
5.
Specificatieblad (calculatie en stelposten) 1904031 d.d. 03/04/2019(…)
8.
Standaarduitvoering RD-woningen Casco model 2014
9.
Standaarduitvoering RD-woningen CascoPlus model 2019(…)
11.
Tekening d.d. 03/01/2019 door architect blad 01448V13 (t.b.v. bouwaanvraag)(…)’
2.4.
Bijlage 1 bij de bouwovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden bij de Bouwovereenkomst voor levering van RD-woningen versie 30/01/2019, hierna te noemen: ‘Algemene Voorwaarden I’. Bijlage 4 bij de bouwovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden RDSL, hierna te noemen: ‘Algemene Voorwaarden II’. Bijlage 8 bij de bouwovereenkomst is de Standaarduitvoering RD-woningen Casco model 2014, hierna te noemen: ‘Casco leveringsomvang’. Bijlage 9 bij de bouwovereenkomst is de Standaarduitvoering RD-woningen CascoPlus model 2019, hierna te noemen: ‘CascoPlus leveringsomvang’.
2.5.
Onderdeel van de aannemingsovereenkomst is verder een tussen partijen en notaris [naam notaris] op 1 juli 2019 gesloten depotovereenkomst (hierna: ‘de depotovereenkomst’). De depotovereenkomst vormt bijlage 12 bij de bouwovereenkomst. De depotovereenkomst luidt – voor zover relevant – als volgt:
‘dat de laatste termijn door koper dient te worden voldaan door overboeking naar de kwaliteitsrekening van de notaris, (…), tot zekerheid voor de nakoming door Opdrachtgever van al zijn/haar verplichtingen uit hoofde van de Bouwovereenkomst;
Komen overeen:
De notaris houdt het in de considerans bedoelde bedrag, namelijk € 10.179,19 (5% van€ 168.251 + BTW), hierna te noemen: “het depotbedrag”, onder zijn berusting tot zekerheid voor de nakoming door verkoper van al zijn verplichtingen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst.
Opdrachtnemer en Opdrachtgever verkrijgen ten gevolge hiervan een voorwaardelijke vordering op de notaris. De notaris mag slechts tot uitbetaling aan Opdrachtnemer en/of Opdrachtgever overgaan:
-
als hij van beide partijen schriftelijk een gelijkluidende opdracht hiertoe ontvangt, waarbij beide partijen verplicht zijn aan deze opdracht zo spoedig mogelijk hun medewerking te verlenen door persoonlijke ondertekening ten kantore van de notaris; of
-
na ontvangst van een rechterlijke uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan dan wel uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.’
2.6.
RD Systems is met het werk gestart op 26 juni 2019.
2.7.
Op 19 september 2019 (productie 7 bij dagvaarding) stuurt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan RD Systems een e-mail met daaraan gehecht een lijst met punten die volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet aan de aannemingsovereenkomst beantwoorden en volgens hem nog gerealiseerd dan wel hersteld moeten worden. Het gaat om de volgende punten:
Dak
Regen afvoer
Rand afwerken
Nood overstort voorziening
Ventilatiekokers 160 mm aansluiten, isolatie/afschot/epdm
Voordeur
Glaslatten
Dorpel
Schuifpui
Dorpel
Zijdeur garage
Dorpel
Hoogte onderkant deur
Ramen
Waterslagen
Vensterbanken
Hoek binnen en buiten afwerken
Afhangen ramen controleren
Pergola’s
Kolommen vastzetten
Schilderen
Buiten gevel
Afwerken langs onderrand
Wanden binnen
Fermacell platen aanbrengen/aanpassen
Filler werk nalopen/aanbrengen
Plafonds
Gipsplaten aanbrengen/filleren
2.8.
Op 21 oktober 2019 (productie 8 bij dagvaarding) stuurt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan RD Systems een aangetekende brief waarin hij - met verwijzing naar de e-mail van
19 september 2019 met bijbehorende lijst - aanspraak maakt op uitvoering/herstel van de betreffende punten. De vordering tot plaatsing van de gisplatenplafonds wordt door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
2.9.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft op 3 december 2019 per aangetekende brief aan RD Systems (productie 10 bij dagvaarding) aanspraak gemaakt op een boete wegens te late oplevering en op vervangende schadevergoeding voor levering en plaatsing van gipsplafonds. Tevens sommeert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] RD Systems om binnen 15 dagen over te gaan tot deugdelijk en goed herstel van een tiental punten en wordt aanspraak gemaakt op verrekening van een aantal minderwerkposten.
2.10.
Op 21 januari 2020 (productie 11 bij dagvaarding) deelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan RD Systems mee dat hij in plaats van nakoming aanspraak maakt op vervangende schadevergoeding voor de door hem genoemde punten. Tevens wordt door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aangekondigd een deskundige in te schakelen om te onderzoeken of sprake is van tekortkomingen en om de bijbehorende vergoeding te begroten.
2.11.
Bij brief van 10 februari 2020 (productie 12 bij dagvaarding) wijst RD Systems - kort gezegd - aansprakelijkheid voor de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoemde gebreken van de hand. Voorts maakt RD Systems aanspraak op vergoeding van meerwerk ter hoogte van € 11.750,67. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] reageert hierop bij brief van 20 april 2020 (productie 13 bij dagvaarding) en geeft aan geen meerwerk verschuldigd te zijn. Bij brief van 20 mei 2020 (productie 14 bij dagvaarding) volhardt RD Systems in de afwijzing van haar aansprakelijkheid en handhaaft zij haar meerwerkvorderingen.
2.12.
Partijen voeren daarna correspondentie over de vorderingen over en weer bij brieven van 22 juni 2020 (productie 15 bij dagvaarding), 10 augustus 2020 (productie 17 bij dagvaarding) en 8 september 2020 (productie 18 bij dagvaarding). In de brief van
10 augustus 2020 maakt RD Systems aanspraak op uitkering van het bouwdepot van € 10.179,19.
2.13.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft door [naam 1] (hierna: ‘ [naam 1] ’) een deskundigenbericht laten opstellen (productie 19 bij dagvaarding). Dit rapport is uitgebracht op 2 februari 2021. Bij e-mail van 11 maart 2021 (productie 21 bij dagvaarding) heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] RD Systems gesommeerd om tot betaling van € 48.228,84 als begroot door [naam 1] over te gaan.
2.14.
RD Systems heeft op 25 november 2020 aan de heer [naam 2] (hierna: ‘ [naam 2] ’) verzocht om een deskundigenbericht uit te brengen. [naam 2] heeft op
11 augustus 2022 definitief rapport uitgebracht (productie 7 van RD Systems).

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert dat de rechtbank, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
de tussen partijen bestaande aannemingsovereenkomst ex artikel 2:265 jo. 6:270 BW partieel ontbindt en bepaalt dat de overeengekomen aanneemsom ad
€ 168.751,00 excl. BTW wordt verminderd met de kosten van herstel ad |
€ 42.262,84,
bepaalt dat het teveel betaalde bedrag van € 42.262,84 door RD Systems binnen 14 dagen na de datum van het door de rechtbank te wijzen vonnis aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt terugbetaald,
vermeerderd met de wettelijke rente over € 42.262,84 vanaf de hiervoor bedoelde datum tot aan de dag der algehele voldoening,
subsidiair
bepaalt dat RD Systems ex artikel 6:228 jo 7:17 jo 6:230 lid 2 BW gehouden is tot opheffing van het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geleden nadeel door te bepalen dat de tussen partijen overeengekomen aanneemsom wordt verminderd met de kosten van herstel ad € 42.262,84,
bepaalt dat het teveel betaalde bedrag van € 42.262,84 door RD Systems binnen 14 dagen na de datum van het door de rechtbank te wijzen vonnis aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt terugbetaald,
vermeerderd met de wettelijke rente over € 42.262,84 vanaf de hiervoor bedoelde datum tot aan de dag der algehele voldoening,
meer subsidiair
RD Systems veroordeelt om ex artikel 6:74 jo 6:87 aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 42.262,84,
RD Systems veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente over € 42.262,84 vanaf 18 december 2019 dan wel een door de rechtbank te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening,
RD Systems veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad
€ 1.197,62,
RD Systems veroordeelt tot betaling van de expertisekosten ad € 2.621,99,
zowel primair, subsidiair als meer subsidiair
RD Systems veroordeelt tot betaling van de boete wegens bouwtijdoverschrijding ad € 2.160,00,
bepaalt dat het bedrag van € 2.160,00 binnen 14 dagen na de datum van het door de rechtbank te wijzen vonnis aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt betaald,
vermeerderd met de wettelijke rente over € 42.252,84 vanaf de hiervoor bedoelde datum tot aan de dag er algehele voldoening,
bepaalt dat het thans in depot staande bedrag van € 10.179,44 vrij valt aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en in verband daarmee RD Systems veroordeelt tot het verlenen van medewerking tot vrijgave van het depot binnen 7 dagen na dagtekening van het door uw rechtbank te wijzen vonnis,
bepaalt dat - indien RD Systems na ommekomst van een termijn van 7 dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis nog niet aan deze veroordeling heeft voldaan - deze uitspraak overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van RD Systems houdende instructie tot vrijgave van bedoeld depot,
RD Systems veroordeelt tot betaling van de kosten van dit geding, bestaande uit de explootkosten, griffierecht en salaris gemachtigde, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 163,00 zonder betekening of € 248,00 in geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
RD Systems voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten van RD Systems.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
RD Systems vordert dat de rechtbank, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] hoofdelijk veroordeelt, des de een betalende de ander bevrijd zal zijn, om de aangezochte notaris (Metis Notarissen) binnen 2 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, schriftelijk te berichten tot onvoorwaardelijke vrijgave van het bouwdepot over te gaan ter betaling van de laatste termijn aan RD Systems, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ad € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hiermee weigerachtig is, met machtiging van de rechtbank om indien [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor een totaalbedrag van € 5.000,00 aan dwangsommen heeft verbeurd, de notaris te gebieden tot vrijgave van het depotbedrag aan RD Systems over te gaan,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] hoofdelijk veroordeelt, des de een betalende de ander bevrijd zal zijn, tot betaling van de wettelijke rente over het depotbedrag, sedert 1 juni 2020 tot de dag der algehele voldoening,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] hoofdelijk veroordeelt, des de een betalende de ander bevrijd zal zijn, om aan RD Systems te betalen een bedrag ad € 11.750,67, te vermeerderen met de wettelijke rente sedert de dag der verzuim, zijnde 10 februari 2020, althans 24 februari 2020, althans 20 mei 2020, althans 4 juni 2020, althans 10 augustus 2020, althans 24 augustus 2020, althans de dag der eis in reconventie tot de dag der algehele voldoening alsmede tot betaling van de incassokosten conform artikel 3.4 Algemene Voorwaarden I althans de buitengerechtelijke kosten overeenkomstig de staffel BIK.
3.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van RD Systems, met veroordeling van RD Systems in de proceskosten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

Verval vorderingsrechten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van algemene voorwaarden

4.1.
RD systems beroept zich in conventie erop dat de vorderingsrechten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn vervallen als gevolg van een overeengekomen klachttermijn waar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich niet aan gehouden zou hebben. Daarvoor doet RD Systems een beroep op artikel 9.1 en/of artikel 10.9 van de Algemene Voorwaarden II.
Artikel 9.1 van de Algemene Voorwaarden II luidt:
‘Reclames dienen door Koper op straffe van verval van rechten binnen acht dagen na levering der goederen schriftelijk en beargumenteerd bij RDSL te worden ingediend.’
Artikel 10.9 van de Algemene Voorwaarden II luidt:
‘Vorderingen uit hoofde van garantie vervallen, indien zij niet binnen veertien (14) dagen na constatering van het gebrek ter kennis van RDSL zijn gebracht.’
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat beide artikelen onredelijk bezwarende bedingen als bedoeld in artikel 6:233, onder a, van het BW zijn. De rechtbank zal de bedingen dan ook vernietigen met als gevolg dat RD Systems er geen beroep op toekomt. Weliswaar heeft RD Systems op de mondelinge behandeling het standpunt ingenomen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] meer ervaring en kennis zou hebben dan een reguliere particulier, maar vaststaat dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet handelde in het kader van zijn beroep of bedrijf. Beide bedingen vallen daardoor onder het bereik van de Richtlijn 93/13 van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn). De beide bedingen uit de Algemene Voorwaarden II bevatten een zeer korte termijn waarbinnen door de consument (in dit geval [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ) moet worden geklaagd bij RD Systems. Die termijn is zodanig kort gelet op de vergaande sanctie die het gevolg is van het laten verlopen van die termijn, namelijk verval van recht, dat de rechtbank van oordeel is dat de bedingen onredelijk bezwarend zijn voor de consument. Bij een uitgebreid bouwproject kan van een consument in redelijkheid niet verwacht worden binnen enkele dagen (onderbouwd) te klagen over mogelijke gebreken. Gelet hierop kan in het midden blijven of het beroep van RD Systems op voormelde artikelen uit de Algemene Voorwaarden II inhoudelijk zou slagen of niet.
4.3.
Voor zover RD Systems ook nog een beroep heeft willen doen op artikel 6:89 BW dat bepaalt dat binnen bekwame tijd moet worden geklaagd, dan is de rechtbank van oordeel dat RD Systems onvoldoende heeft gesteld om een beroep hierop te staven.
Oplevering
4.4.
RD Systems stelt zich vervolgens op het standpunt dat het werk op 16 juli 2019 zou zijn opgeleverd als bedoeld in artikel 7:758 van het BW doordat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het werk op dat moment in gebruik heeft genomen door vloerverwarming en een cementdekvloer aan te (laten) leggen. Ook hierdoor zou sprake zijn van verval van recht. RD Systems doet ter onderbouwing van haar standpunt een beroep op artikel 5.4.8 van de Algemene Voorwaarden I. Dat artikel luidt als volgt:
‘Gaat de Opdrachtgever over tot werken, gebruik of bewoning vóór oplevering en/of sleuteloverdracht, of laat Opdrachtgever enige werken, gebruik of bewoning door derden toe, dan wordt het huis geacht als zonder gebrek of klacht te zijn opgeleverd en zijn de daarbij horende betalingstermijnen direct betaalbaar. Onder gebruik wordt tevens verstaan het door Opdrachtgever of derden (laten) betreden van de woning voordat oplevering en/of sleuteloverdracht heeft plaatsgevonden, alsmede het (laten) uitvoeren door Opdrachtgever van werken c.q. het (laten) leveren van materialen door derden in of aan de woning.’
Oplevering heeft volgens RD Systems tot gevolg dat het werk door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is geaccepteerd, waardoor de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om die reden afgewezen dienen te worden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat het werk door ingebruikname is opgeleverd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vindt dat de oplevering heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2019. Dat is de dag waarop RD Systems zou hebben aangegeven geen werkzaamheden meer te gaan verrichten aan de woning van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.5.
De rechtbank vernietigt artikel 5.4.8 van de Algemene Voorwaarden I. Naar haar oordeel is ook hier sprake van een onredelijk bezwarend beding als bedoeld in artikel 6:233, onder a, van het BW. Volgens de toelichting van RD Systems op de mondelinge behandeling is de gedachte achter artikel 5.4.8 dat zolang RD Systems aan het werk is, het niet is toegestaan voor de opdrachtgever om zelf of via derden de bouw te betreden, laat staan daar werkzaamheden uit te (laten) voeren. Dit geldt ook wanneer het gaat om werkzaamheden die niet tot het werk van RD Systems behoren. De reden voor deze vergaande beperking van de bewegingsvrijheid van de opdrachtgever is volgens RD Systems dat zij verantwoordelijk is voor activiteiten van de opdrachtgever zolang haar werk niet is opgeleverd. Het is echter ook RD Systems die in eigen hand heeft hoe lang het verbod voor de opdrachtgever om zelf of anderen te laten werken op de bouw duurt. RD Systems heeft niet weersproken dat zij op enig moment vóór 16 juli 2019 het werk heeft gestopt, omdat ze volgens haar eigen planning op een ander project moest starten. Na haar vertrek in juli 2019 heeft RD Systems nog weinig werkzaamheden bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verricht. Ook heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aangevoerd dat hij vanwege het vertrek toestemming heeft gekregen voor het aanleggen van de vloerverwarming en de cementdekvloer. Die toestemming komt van de heer Hermans, uitvoerder en contactpersoon in dienst van RD Systems. RD Systems heeft daarnaast niet onderbouwd dat de aanleg van vloerverwarming en een cementdekvloer van invloed was op het werk van RD Systems. In die omstandigheden is het onredelijk bezwarend voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als RD Systems zich kan beroepen op oplevering door ingebruikname als bedoeld in artikel 5.4.8 van de Algemene Voorwaarden I.
4.6.
Uit het voorgaande volgt dat het werk niet is opgeleverd op 16 juli 2019. Verder heeft RD Systems niet onderbouwd gesteld dat zij aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op enig moment heeft gevraagd om het werk op te leveren. In ieder geval hebben partijen de in de Algemene Voorwaarden I opgenomen opleversystematiek niet gevolgd. Dat staat tussen partijen ook niet ter discussie. RD Systems heeft daarnaast ook niet gemotiveerd betwist dat de oplevering dan heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2019, de dag waarvan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zegt dat het werk is opgeleverd. De rechtbank zal dan ook van die datum uitgaan als oplevermoment.
4.7.
De oplevering blijft voor de tekortkomingen die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt echter zonder gevolgen omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] deze al voor de oplevering kenbaar heeft gemaakt aan RD Systems. Dit is namelijk al (voor het eerst) gedaan in de e-mail met puntenlijst van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan RD Systems van 19 september 2019 (productie 7 bij dagvaarding). Er is bovendien opnieuw verwezen naar die lijst in de brief van 21 oktober 2019 (productie 8 bij dagvaarding). De enige tekortkoming die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt waarop hij niet al vóór oplevering melding van heeft gemaakt, is de weigering van RD Systems om aan hem de sleutels voor de sloten te verstrekken. De aanspraak hierop is naar het oordeel van de rechtbank niet vervallen en wel omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] er niet eerder dan ná oplevering mee bekend kon zijn dat RD Systems weigerde de sleutels te verstrekken. Oplevering van het werk op 22 oktober 2019 heeft daarom niet tot gevolg dat RD Systems niet meer zou kunnen tekortschieten en dat de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om die reden moeten worden afgewezen.
Boete wegens te late oplevering
4.8.
Oplevering op 22 oktober 2019 is volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te laat. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt zich op het standpunt dat partijen in artikel 5.4.6 van de Algemene Voorwaarden I een gegarandeerde bouwtijd zijn overeengekomen en dat het werk op grond daarvan uiterlijk op 7 augustus 2019 had moeten worden opgeleverd. Daarom maakt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in conventie op grond van artikel 5.2. van de Algemene Voorwaarden I aanspraak op € 2.160,00 aan boete, zijnde 54 dagen x € 40,00 per werkbare dag.
4.9.
RD Systems heeft voldoende onderbouwd betwist dat partijen een gegarandeerde bouwtijd met een bijbehorende harde opleverdatum zijn overeengekomen. Zo wijst RD Systems erop dat in de aannemingsovereenkomst, waaronder artikel 5.4.6 van de Algemene Voorwaarden I, geen specifieke opleverdatum wordt genoemd. Weliswaar wordt in artikel 5.4.6 gesproken over een montagetijd van 16-30 werkdagen, maar daarbij wordt aangegeven dat dit het geval is voor een standaardwoning met standaardafwerking. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft niet weersproken dat de woning die hij heeft laten bouwen, geen standaarduitvoering is. Reeds om die reden kan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich niet beroepen op de montagetijd zoals die in voornoemd artikel is opgenomen. Daarnaast volgt ook uit artikel 3 van de aanvullende overeenkomst dat er tal van omstandigheden zijn op grond waarvan de doorlooptijd langer kan worden, zoals onder meer de beschikbaarheid van materialen, mensen en middelen. Ook uit dat artikel had [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moeten opmaken dat er geen overeengekomen uiterste opleverdatum voor de woning is. De rechtbank wijst deze vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daarom af.
Tussenconclusie
4.10.
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank aan een inhoudelijke bespreking van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestelde tekortkomingen toekomt, omdat deze niet reeds door te laat klagen of door oplevering zijn komen te vervallen.
Wat is de status van de CascoPlus leveringsomvang (bijlage 9)?
4.11.
Voor een aantal van de vorderingen die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in conventie heeft ingesteld, beroept [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich (mede) op de CascoPlus leveringsomvang. Die bijlage is volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overeengekomen en daar mag hij zich dus ook beroepen. RD Systems voert echter aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich niet op de inhoud ervan mag beroepen. De rechtbank zal daarom moeten bepalen wat de status is van bijlage 9 bij de bouwovereenkomst.
4.12.
De rechtbank stelt voorop dat partijen niet sec de realisatie van een woning conform de Casco leveringsomvang of de CascoPlus leveringsomvang zijn overeengekomen. Zoals gezegd is tussen partijen niet in geschil dat de woning die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uiteindelijk heeft besteld geen standaardwoning conform de Casco leveringsomvang of CascoPlus leveringsomvang is, maar een individueel ontwerp zoals blijkt uit artikel 1.1. van de bouwovereenkomst. In tegenstelling tot wat RD Systems aanvoert, is de aanneemsom dus ook niet alleen maar gebaseerd op de Casco leveringsomvang. Dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor de vraag wat hij voor een woning geleverd zou krijgen alleen zou kunnen putten uit de Casco leveringsomvang en niet ook bijlage 9 bij de bouwovereenkomst ligt dus niet voor de hand. Daarnaast geldt dat RD Systems, professional en opsteller van de bouwovereenkomst, de CascoPlus leveringsomvang als bijlage 9 integraal onderdeel heeft gemaakt van de bouwovereenkomst. Daarmee hebben partijen aan de CascoPlus leveringsomvang in beginsel dezelfde juridische status gegeven als aan de Casco leveringsomvang en de rest van de bijlagen bij de bouwovereenkomst. Dat de CascoPlus leveringsomvang eigenlijk bedoeld was als een meerwerkbrochure die geen bindende status heeft en waar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich dus niet op zou kunnen beroepen, blijkt niet uit de aannemingsovereenkomst. Artikel 2 van de aanvullende overeenkomst noemt weliswaar specifiek de Casco leveringsomvang bijlage, maar verwijst in de zin erna ook terug naar de bouwovereenkomst in zijn geheel om te bepalen wat voor woning wordt gebouwd. Verder is niet komen vast te staan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voorafgaand aan het sluiten van de bouwovereenkomst en aanvullende overeenkomst op de hoogte was van de bedoelingen van RD Systems met de CascoPlus bijlage. Dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op de mondelinge behandeling aangegeven heeft dat hij in principe de Casco leveringsomvang heeft besteld, doet aan het voorgaande geen afbreuk. De inhoud van de aannemingsovereenkomst zelf (het onderhandelingsresultaat) gaat namelijk voor op het uitgangspunt van partijen bij de onderhandelingen over de totstandkoming ervan.
4.13.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich kan beroepen op de CascoPlus leveringsomvang. Dat betekent ook dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] recht heeft op de realisatie van een woning conform de CascoPlus leveringsomvang op de punten waar die leveringsomvang ten gunste van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] afwijkt van de Casco leveringsomvang.
Afzonderlijke posten
4.14.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] baseert zijn vordering tot gedeeltelijke ontbinding van de aannemingsovereenkomst op de volgende posten:
gipsvezelplaten wanden en gipsplaten plafonds;
raam- en deurdorpels buitenzijde;
schilderwerken pergola’s;
afwijkende uitvoering kolommen pergola’s;
afhangen deuren en ramen;
afwerking gevel op funderingsplaat;
glaslatten voordeur pui;
emelwaterafvoeren;
vervangen sloten;
dakisolatie en dakafschot.
Voordat de rechtbank deze posten afzonderlijk bespreekt, stelt zij voorop dat als door de rechtbank bij één of meer posten een tekortkoming wordt aangenomen, RD Systems hiervan ook in verzuim is. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft immers door RD Systems onweersproken gesteld dat verzuim voor al deze posten in ieder geval is ingetreden op 26 maart 2021.
4.15.
Ter onderbouwing beroept [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich op een rapport van [naam 1] (productie 19 bij dagvaarding). RD Systems heeft hierover aangevoerd dat dit rapport niet gebruikt kan worden en door de rechtbank niet in haar beoordeling kan worden betrokken, omdat [naam 1] de benodigde specifieke kennis mist voor het type houtenskeletbouw woningen die RD Systems bouwt. Die kennis is alleen in het bezit van Duitse BMF gecertificeerde deskundigen zoals het door RD Systems als productie 7 overgelegde [naam 2] rapport.
4.16.
De rechtbank overweegt dat zowel het rapport van [naam 1] als het rapport van [naam 2] partijrapportages zijn waaraan vrije bewijskracht toekomt. In zoverre kan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich dan ook op het rapport van [naam 1] beroepen, net als RD Systems zich kan beroepen op het rapport van [naam 2] . Dat voor de beoordeling van de onderhavige vorderingen specifieke kennis van een bepaald houten skeletbouwsysteem benodigd is, onderschrijft de rechtbank niet. De vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hebben namelijk niet zozeer betrekking op (het systeem van) houten skeletbouw, maar zien op meer algemenere punten van de bouw van een woning waarvan zonder nadere onderbouwing door RD Systems niet valt in te zien waarom alleen een BMF gecertificeerde deskundige hiervoor geschikt zou zijn. Dit betekent dat de rechtbank het rapport van [naam 1] niet reeds bij voorbaat terzijde schuift en zij bij de afzonderlijke postbesprekingen, voor zover relevant, nader zal ingaan op standpunten van partijen over conclusies uit de overgelegde rapporten.
a)
gipsvezelplaten wanden en gipsplaten plafonds
4.17.
RD Systems heeft volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] slechts gips(verzel)platen in de woning aangebracht op een deel van de plafonds en een deel van de wanden. RD Systems was volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] echter gehouden om overal gips(vezel)platen aan te brengen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verwijst naar artikel 3.3.4. van de CascoPlus leveringsomvang (bijlage 9 bij de bouwovereenkomst). De waarde van die verplichting wordt becijferd op € 665,50.
Voormeld artikel luidt als volgt:
“In de gehele woning worden gipsvezelplaten (Fermacell of gelijkwaardig) voor de afwerking van de wanden en gipsplaten voor de afwerking van de plafonds gebruikt. In badkamers waar een badkuip of douche geplaatst wordt worden de plafonds bekleed met geïmpregneerde gipsplaat.”
Wat er door RD Systems wel aan gips(vezel)platen is aangebracht is bovendien door haar niet afgewerkt zoals overeengekomen, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] Ter onderbouwing daarvan verwijst [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naar het rapport van [naam 1] waaruit volgt dat uit de tekst van artikel 3.3.4. van de Casco leveringsomvang zou blijken dat hij recht heeft op afwerkingsniveau Q2 terwijl Q1 is aangebracht. De kosten hiervoor zijn € 741,73. De derde alinea van artikel 3.3.4 waaraan [naam 1] refereert luidt als volgt:
“Wanden worden in de fabriek voorzien van gipsvezelplaten en tussenliggende naden zijn gevuld en geschuurd, afwerkingsniveau Q1. Na het plaatsen van de wanden kunnen oneffenheden en naden overblijven. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor het vullen, schuren en afwerken daarvan. Afwerking Q1 is geschikt voor het aanbrengen van stevig behang. Indien de wanden later worden voorzien van dun behang of van uitsluitend schilderwerk zijn extra voorzieningen nodig om tot afwerkingsniveau Q2 of Q3 te komen. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor deze werken en de benodigde materialen.”
Tevens stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat de aangebrachte gipsplatenwanden op een hoogte van 2.300 mm ruim 6 mm uit het lood stonden en dat afwijkingsmarge van 4,6 mm maximaal is toegestaan. Daarom is RD Systems ook aansprakelijk voor de kosten van het door middel van stucwerk te lood stellen van deze wanden. Dat is een bedrag van € 2.274,80.
4.18.
RD Systems heeft niet betwist dat als [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aanspraak kan maken op de CascoPlus leveringsomvang, er voor haar een verplichting bestaat om door de gehele woning gips(vezel)platen op plafonds en wanden aan te brengen als omschreven in artikel 3.3.4. van de CascoPlus leveringsomvang. Nu de CascoPlus leveringsomvang geldt, staat die tekortkoming vast. De tekortkoming staat ook vast als het gaat om het te lood stellen van de wanden die RD systems wel heeft aangebracht. RD Systems heeft niet betwist dat de maximale afwijking hiervoor 4,6 mm is en dat de aangebrachte wanden dus te ver uit het lood stonden. Wel heeft RD Systems betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een hoger afwerkingsniveau dan Q1 mocht verwachten. De rechtbank volgt RD Systems in haar betwisting, omdat in tegenstelling tot wat [naam 1] aanneemt, uit artikel 3.3.4 van de Casco leveringsomvang volgt dat door RD Systems afwerkingsniveau Q1 wordt opgeleverd. Als de opdrachtgever een hoger afwerkingsniveau (Q2 of Q3) wenst, dan dient deze nog zelf maatregelen te treffen.
4.19.
Van de post gipsplaten zijn dus de posten aanbrengen gipsplaten en te lood stellen van de wanden tekortkomingen. RD Systems heeft de door [naam 1] becijferde kosten ook niet betwist. De rechtbank bepaalt de totale herstelkosten op € 2.940,30, zijnde € 2.274,80 + € 665,50.
b)
raam- en deurdorpels buitenzijde
4.20.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt zich op het standpunt dat door RD Systems waterslagen, raam- en deurdorpels moesten worden aangebracht in de gehele woning. Daartoe beroept [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich onder meer op artikelen 3.18.1 en 3.18.2 van de CascoPlus leveringsomvang. RD Systems heeft volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] slechts ongeveer de helft van de waterslagen, raam- en deurdorpels aangebracht. De kosten voor het aanbrengen van het restant wordt door [naam 1] begroot op € 2.117,50.
4.21.
RD Systems heeft op de mondelinge behandeling erkend dat zij de waterslagen, raam- en deurdorpels moest aanbrengen en dat inderdaad maar voor ongeveer de helft heeft gedaan. Wel betwist RD Systems de kosten van het alsnog aanbrengen. Volgens RD Systems kost dit maximaal € 900,00. De rechtbank acht de betwisting van de kosten door RD Systems onvoldoende onderbouwd, zodat van € 2.117,50 zal worden uitgegaan. Gelet op het onderbouwde rapport van [naam 1] kan RD Systems als de professionele aannemer op dit punt niet volstaan met een blote betwisting.
c)
schilderwerken pergola’s
4.22.
De houten balken van de pergola’s die RD Systems heeft gerealiseerd zijn door RD Systems volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet geschilderd. Daartoe bestond voor RD Systems wel een verplichting en wel op grond van artikel 3.4 van de Casco leveringsomvang, dat (voor zover relevant) als volgt luidt:
“zichtbare houten bouwdelen:
Balken, ramen (indien hout), stutten, balkons en de onderzijde van dak-oversteken worden standaard bedekt met de lazuurkleur palissander.”
Tevens beroept [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich op de tekening met nummer 0144BV13 die als bijlage 11 bij de bouwovereenkomst is gevoegd. Daaruit volgt volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat voor de balken van de pergola’s de kleur donkergrijs RAL 7016 oftewel lazuurkleur palissander wordt gebruikt. [naam 1] raamt de kosten voor het schilderen op € 2.849.18.
4.23.
RD Systems erkent dat zij de balken van de pergola’s niet heeft geschilderd en er is door haar onvoldoende onderbouwd betwist dat zij hiertoe niet gehouden was. RD Systems zegt dat zij de balken niet heeft geschilderd omdat door haar op de pergola’s (meer) WDVS afwerking (een vorm van sierstucwerk) dan voorzien is aangebracht. Als dat al het geval is, wat door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt betwist, dan is dit geen rechtvaardiging voor RD Systems om dan maar andere verplichtingen jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet na te komen. De reconventionele meerwerkvordering van RD Systems voor het aanbrengen van WDVS afwerking zal de rechtbank overigens verderop bespreken. Tussen partijen staat voorts vast dat voor de afwerking van de pergola’s een stelpost is opgenomen van € 500,00. Uit het opnemen van een stelpost blijkt volgens RD Systems dan ook dat verder niet specifiek is overeengekomen hoe de balken zouden worden afgewerkt. De rechtbank volgt RD Systems in dat standpunt niet. Immers, het opnemen van een stelpost betekent alleen dat de precieze kosten voor het afwerken niet zijn begroot in de aanneemsom, maar dat daarvoor in de plaats een schatting is opgenomen die later met de werkelijke kosten wordt verrekend. Over de inhoud van de verplichting zegt een stelpost niets.
4.24.
Het voorgaande betekent dat RD Systems tekort is geschoten door de pergola’s in strijd met de afspraak niet te schilderen. In tegenstelling tot waar [naam 1] in zijn berekening vanuit gaat, is het nadeel voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] volgens de rechtbank echter beperkt tot de hoogte van de stelpost. Een hoger bedrag heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] immers voor het schilderen niet voldaan aan RD Systems en als de kosten voor het schilderen boven de stelpost uit zouden komen, dan had [eiser in conventie, verweerder in reconventie] deze hogere kosten aan RD Systems moeten nabetalen. Deze post levert dus een kostenpost op van € 605,00 (de stelpost van € 500,00 inclusief BTW) op.
d)
afwijkende uitvoering kolommen pergola’s
4.25.
Over de kolommen van de pergola’s stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat deze in hout zijn uitgevoerd door RD Systems en niet zoals overeengekomen in staal. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verwijst naar de tekening met nummer 0144BV13. Het verschil in uitvoering levert een bedrag aan herstelkosten op van € 1.977,08.
4.26.
RD Systems erkent dat de kolommen van de pergola’s in hout zijn uitgevoerd en dat oorspronkelijk staal is overeengekomen. RD Systems geeft echter aan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de afwijkende uitvoering op de hoogte is gesteld in de e-mail van 6 juni 2019 (productie 2 bij de conclusie van antwoord). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de afwijkende uitvoering volgens haar dan ook geaccepteerd. De rechtbank gaat niet mee in dit verweer van RD Systems. Uit de e-mail waar RD Systems zich op beroept, blijkt weliswaar dat de kolommen in hout worden uitgevoerd, maar uit die enkele mededeling kan geen instemming door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden afgeleid. Bovendien heeft RD Systems ook niet betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wel heeft betaald voor de stalen uitvoering, zodat er ook geen sprake is van minderwerk. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan dus aanspraak maken op de oorspronkelijk overeengekomen uitvoering van de kolommen in de stalen versie. De meerkosten voor die uitvoering afgezet tegen de houten uitvoering worden door [naam 1] becijferd op € 1.977,08. RD Systems heeft de hoogte van die post onvoldoende onderbouwd betwist. De enkele stelling dat de uitvoering in hout qua kosten vrijwel gelijk zou zijn aan de stalen uitvoering, is daarvoor onvoldoende.
e)
afhangen deuren en ramen
4.27.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt herstelkosten te hebben van € 217,80 voor het (nogmaals) afhangen van door RD Systems geplaatste ramen en deuren in de woning. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] meent dat de afhangwerkzaamheden tot de eisen van goed en deugdelijk werk behoren en daarmee tot de verplichting van RD Systems. RD Systems heeft het standpunt ingenomen dat het zo nodig meermaals afhangen van ramen en deuren tot de CascoPlus leveringsomvang behoort. Aangezien uit het voorgaande volgt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich ook op de CascoPlus leveringsomvang kan beroepen, staat de tekortkoming vast. De door [naam 1] becijferde herstelkosten van € 217,80 heeft RD Systems niet betwist, zodat de rechtbank van dit bedrag zal uitgaan.
f)
afwerking gevel op funderingsplaat
4.28.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft in eigen beheer de funderingsplaat waarop de woning rust laten aanleggen. De aansluiting tussen de door RD Systems geplaatste gevel van de woning en de funderingsplaat is door RD Systems niet afgedicht, zodat de woning niet wind- en waterdicht was. Dat heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zelf moeten doen en de kosten hiervoor worden geraamd op € 900,00. RD Systems stelt zich op het standpunt dat het aanbrengen van specie om de aansluiting tussen gevel en funderingsplaat te dichten niet tot het overeengekomen werk behoort. Dat is namelijk onderdeel van het realiseren van de funderingsplaat en dat was geen onderdeel van het werk.
4.29.
De rechtbank is van oordeel dat de plaatsing van de woning op de funderingsplaat de verantwoordelijkheid van RD Systems is. RD Systems is immers degene die op de funderingsplaat de woning diende te realiseren en dan mag een opdrachtgever van een aannemer verwachten dat hij de woning ten minste op een zodanige manier realiseert dat de woning correct aansluit op de ondergrond, in dit geval de funderingsplaat. Dat soort afwerking behoort dan ook tot het werk en het feit dat de opdrachtgever de fundering zelf in eigen beheer heeft gerealiseerd, doet hier niet aan af. De herstelkosten van € 900,00 heeft RD Systems niet betwist, zodat de rechtbank van dit bedrag zal uitgaan.
g)
glaslatten voordeur pui
4.30.
Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ontbraken bij de voordeur de glaslatten van de zijlichten. Deze hadden wel moeten worden geleverd. RD Systems erkent dat zij deze had moeten leveren en plaatsen, maar betwist dat hiervoor een bedrag van € 605,00 gevorderd kan worden door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] De onderbouwing van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor dit bedrag is dat er geen merk glaslat bekend is, waardoor speciaal maatwerk moet worden gerealiseerd. Die kosten hiervan zijn hoger dan gemiddeld en zijn door [naam 1] geschat. RD Systems betwist de hoogte van de post en voert aan dat het merk en het type van de voordeur uit de aannemingsovereenkomst blijkt. De werkelijke kosten komen volgens RD Systems overeen met de raming van [naam 2] , namelijk € 174,10 exclusief BTW, zijnde € 210,66 inclusief BTW.
4.31.
RD Systems heeft de hoogte van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestelde post voldoende gemotiveerd betwist. Bijlage 7 van de bouwovereenkomst noemt de specificaties van de voordeur met merk Oknoplast en type Winergetic. Zonder nadere toelichting van de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] volgt de rechtbank de redenering van [naam 1] dat glaslatten speciaal moeten worden gefabriceerd daarom niet. De rechtbank sluit voor de hoogte van de kosten dan ook aan bij de raming van [naam 2] , namelijk € 210,66.
h)
hemelwaterafvoeren
4.32.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt zich op het standpunt dat vier hemelwaterafvoeren geleverd moesten worden en dit blijkt volgens hem uit de tekening met nummer 0144BV13. Tussen partijen staat niet ter discussie dat er door RD Systems drie hemelwaterafvoeren zijn geleverd. Het ontbreken van één hemelwaterafvoer levert volgens [naam 1] een schadepost op van € 96,80. RD Systems erkent de leveringsverplichting voor vier hemelwaterafvoeren, maar betoogt dat drie wat haar betreft ook toereikend is. Dit standpunt van RD Systems ontslaat haar niet van haar contractuele verplichting tot levering van vier hemelwaterafvoeren, zodat de tekortkoming vast is komen te staan. De kosten voor herstel zijn, onweersproken, een bedrag van € 96,80.
i)
vervangen sloten
4.33.
RD Systems heeft volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geweigerd om hem na oplevering de sleutels van de sloten op de ramen en deuren in de woning te verstrekken. Daarom heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich genoodzaakt gezien om deze sloten te laten vervangen en de kosten hiervan worden geraamd op € 519,37.
4.34.
RD Systems heeft op de mondelinge behandeling toegelicht dat zij om haar moverende redenen, die al dan niet verband houden met de verslechterde relatie tussen partijen, de sleutels niet heeft willen overhandigen. Er is door haar echter niet betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] recht had op die sleutels, al was het maar omdat hij heeft betaald voor de levering en plaatsing van kozijnen en deuren met sloten die vanzelfsprekend alleen bediend kunnen worden met de bijbehorende sleutels. Door de weigering van RD Systems om sleutels te verstrekken, was [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoodzaakt nieuwe sloten te laten installeren. RD Systems is daarom tekortgeschoten. De hoogte van de door [naam 1] becijferde kostenpost heeft RD Systems niet betwist, zodat de rechtbank van dat bedrag uitgaat.
j)
dakisolatie en dakafschot
4.35.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt zich op het standpunt dat de isolatiewaarde of Rc-waarde van het platte dak van de woning minimaal 8,3 zou moeten zijn. Dit volgt uit de bijlage bij de aanvullende overeenkomst (productie 2 bij dagvaarding). Verder zijn partijen volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in diezelfde bijlage overeengekomen dat het dakafschot tenminste 15mm/m zou bedragen. Dat afschot heeft RD Systems niet gerealiseerd, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] Het voorgaande betekent volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat om de isolatiewaarde en het juiste afschot te realiseren, een nieuw dak gebouwd moet worden. Dat betekent dat het oude dak gesloopt moet worden en volledig opnieuw moet worden opgebouwd. Dat kost in totaal € 29.298,08 volgens [naam 1] .
4.36.
RD Systems bevestigt dat met de huidige dakopbouw geen Rc-waarde van 8,3 gehaald is en ook niet gehaald kan worden. Daarvoor is de aangebrachte isolatie te dun. RD Systems betwist echter gehouden te zijn om die isolatiewaarde te realiseren. Weliswaar wordt de betreffende isolatiewaarde genoemd in de bijlage bij de aanvullende overeenkomst, maar dat is een fout van de architect waaraan RD Systems niet gebonden is, aldus RD Systems. De rechtbank volgt RD Systems niet in dit standpunt. De minimale isolatiewaarde wordt specifiek genoemd in een contractstuk dat door RD Systems als de professionele partij is opgesteld. Dat deze isolatiewaarde zich niet zou verhouden tot de overeengekomen dakopbouw is voor een particulier zonder specifieke kennis over woningbouw als [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet op het eerste oog kenbaar. Bovendien heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onweersproken gesteld dat RD Systems met realisatie van diezelfde hoge isolatiewaarde adverteert, zodat tussen partijen ook niet vaststaat of inderdaad sprake is van een fout van de architect of van een discrepantie tussen wat RD Systems belooft en wat feitelijk gerealiseerd wordt.
4.37.
RD Systems heeft verder nog als verweer aangevoerd dat het niet redelijk zou zijn dat zij moet betalen voor de realisatie van een nieuw dak door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , omdat in de praktijk een Rc-waarde van 8,3 toch niet gehaald wordt. De rechtbank vat dit standpunt van RD Systems op als een (subsidiair) beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid in de zin dat de verplichting om een dak met een Rc-waarde van 8,3 te realiseren buiten toepassing moet blijven. Weliswaar is het volgens RD Systems technisch mogelijk om een dak te ontwerpen en te realiseren met in theorie die Rc-waarde van 8,3, maar door weglekken van lucht door onder meer ramen en deuren wordt een dergelijke hoge waarde in de praktijk niet gehaald. Dit beroep van RD Systems slaagt niet. RD Systems wekt immers zelf de verwachting dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een woning krijgt met een relatief hoge isolatiewaarde in het dak. Op het moment dat zij dan door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt aangesproken op nakoming hiervan, kan RD Systems zich niet verdedigen met het betoog dat een isolatiewaarde die zij belooft en/of overeenkomt volgens haar in de praktijk niet uitvoerbaar is. Uit het voorgaande volgt dat RD Systems aan een isolatiewaarde van 8,3 jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gebonden is. RD Systems is dan ook jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op dit punt tekortgeschoten.
4.38.
Voor wat betreft het dakafschot heeft RD Systems betwist dat zij dit diende te realiseren omdat dit volgens haar onderdeel is van de CascoPlus leveringsomvang. Dat standpunt van RD Systems hoeft niet nader besproken te worden, nu uit het voorgaande volgt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , in tegenstelling tot waar RD Systems vanuit gaat, wél aanspraak kan maken op de CascoPlus leveringsomvang. Verder heeft RD Systems zich nog beroepen op een door haar overgelegd rapport van Zinkunie van 16 april 2021 (productie 4 bij de conclusie van antwoord). Uit dat rapport zou blijken dat het gerealiseerde dakafschot goed functioneert, maar ook dat doet volgens de rechtbank niet ter zake. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt immers niet dat het gerealiseerde dakafschot niet functioneert, hij stelt dat het gerealiseerde dakafschot niet de overeengekomen maatvoering heeft. Dat betwist RD Systems verder niet. Daarmee komt ook voor wat betreft het dakafschot de tekortkoming van RD Systems vast te staan.
4.39.
Vervolgens is dan de vraag op welke schadevergoeding [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aanspraak kan maken. [naam 1] begroot voor realisatie van een nieuw dak € 29.298,08. Door RD Systems is die begroting verder niet betwist, maar wel heeft RD Systems aangevoerd dat hierop nog een zogenaamde ‘nieuw voor oud’ correctie zou moeten worden toegepast. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] krijgt dan immers een volledig nieuw dak en daar heeft hij ook voordeel van. De rechtbank begrijpt het standpunt van RD Systems als een beroep op voordeelstoerekening als bedoeld in artikel 6:100 van het BW. Dit beroep is naar het oordeel van de rechtbank onterecht aangedragen, omdat het huidige dak pas slechts enkele jaren oud is en daarvan verwacht mag worden dat het nog jaren mee zou gaan. Het dak is dus nog zodanig nieuw, dat geen correctie hoeft plaats te vinden, zodat door de rechtbank van € 29.298,08 aan herstelkosten wordt uitgegaan.
Tussenconclusie
4.40.
Uit het voorgaande volgt dat RD Systems bij alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aangedragen posten in meer of mindere mate is tekortgeschoten. De rechtbank is van oordeel dat die tekortkomingen de gedeeltelijke ontbinding van de aannemingsovereenkomst rechtvaardigen in die zin dat de aanneemsom met € 38.882,59 (€ 2.940,30 + € 2.117,50 + 605,00 + € 1.977,08 + € 217,80 + € 900,00 + € 210,66 + 96,80 + € 519,37 + € 29.298,08) wordt verminderd. De vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] die hierop ziet, wijst de rechtbank dan ook toe tot dit bedrag. Tevens zal de rechtbank RD Systems, in verband met de ontbinding, veroordelen om in totaal € 38.882,59 aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen.
Reconventionele (meerwerk) vorderingen
4.41.
In reconventie zijn door RD Systems een aantal vorderingen ingesteld gebaseerd op de stelling dat zij meerwerk heeft verricht waarvoor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een vergoeding verschuldigd is. Het gaat om de volgende posten:
a) werkzaamheden ten behoeve van de vergunning;
b) vertraging wegens geen bouwaansluiting;
c) kapotte slagschroefmachine door slechte aggregaat;
d) minimaal 2x wijzigen van de planning;
e) meer dan 10 m³ afgevoerd;
f) leveren materiaal voor en aanbrengen van plafonds en koven;
g) extra balken in pergola’s;
h) WDVS rondom balken pergola’s.
De rechtbank zal deze vorderingen hierna nader bespreken.
a)
werkzaamheden ten behoeve van de vergunning
4.42.
Volgens RD Systems zijn voor het verkrijgen van de omgevingsvergunning voor bouw van de woning extra werkzaamheden verricht die op grond van artikel 1.2.4 van de Algemene Voorwaarden I voor rekening komen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] Het gaat om een bedrag van € 640,00. De rechtbank wijst deze vordering af, omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gemotiveerd betwist dat hij opdracht heeft gegeven voor werkzaamheden en RD Systems nalaat om haar stellingen te onderbouwen. RD Systems onderbouwt niet waaruit een opdracht blijkt of wat die vergunningswerkzaamheden dan zijn geweest.
b)
vertraging wegens geen bouwaansluiting
4.43.
RD Systems vordert € 1.500,00 vanwege vertraging door het ontbreken van een bouwaansluiting. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft gemotiveerd betwist dat er sprake was van vertraging in de start van de bouw, zodat reeds daarom geen vertragingsschade kan worden gevorderd. De bouw is volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , zoals door RD Systems niet is weersproken, conform planning op 26 juni 2019 gestart. De rechtbank wijst deze vordering daarom af.
c)
kapotte slagschroefmachine door slechte aggregaat
4.44.
Verder stelt RD Systems dat door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een aggregaat met onvoldoende capaciteit zou zijn geplaatst, als gevolg waarvan een slagschroefmachine kapot is gegaan. Een nieuwe machine kost € 250,00 volgens RD Systems. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat hij een slagschroefmachine kapot heeft gemaakt en ook dat hij een onjuiste aggregaat zou hebben geplaatst. RD Systems heeft onvoldoende gesteld op grond waarvan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hiervoor aansprakelijk is. Er is geen onderbouwing hiervoor aangedragen. De vordering wordt daarom door de rechtbank afgewezen.
d)
minimaal 2x wijzigen van de planning
4.45.
RD Systems vordert € 1.700,00 voor het minimaal twee keer wijzigen van de planning. De rechtbank wijst deze vordering af, omdat door RD Systems niet is gesteld op grond waarvan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor wijzigingen in de planning aansprakelijk is. Wat voor wijzigingen dit zijn geweest en waarom en wanneer deze hebben plaatsgevonden wordt door RD Systems ook niet gesteld.
e)
meer dan 10 m³ afgevoerd
4.46.
RD Systems vordert € 900,00 van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] omdat zij meer dan 10 m³ aan afval zou hebben afgevoerd. Op grond van artikel 5.4.7 van de Algemene Voorwaarden I komt dit meerdere voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] De rechtbank wijst deze vordering af omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat er meer dan 10 m³ aan afval is afgevoerd en RD Systems, op wie de stelplicht en bewijslast rust, haar stelling niet heeft onderbouwd met bijvoorbeeld vrachtbonnen.
f)
leveren materiaal voor en aanbrengen van plafonds en koven
4.47.
RD Systems stelt voorts een vordering in voor het leveren van materiaal voor en het aanbrengen van plafonds en koven. De rechtbank begrijpt dat RD Systems hierbij doelt op een vergoeding voor het deels aanbrengen van gipsplaten tegen de plafonds in de woning. Uit hetgeen de rechtbank heeft overwogen in rechtsoverwegingen 4.17. tot en met 4.19. volgt dat het leveren en aanbrengen van gipslaten op plafonds in de woning tot het werk behoort. Daarom is er geen sprake van meerwerk en wijst de rechtbank de vordering af.
g)
extra balken in pergola’s
4.48.
RD Systems vordert € 238,00 voor het aanbrengen van extra balken in de pergola’s van de woning. De rechtbank wijst deze vordering af, nu RD Systems niet onderbouwd heeft gesteld om welke extra balken het zou gaan en waar deze in het werk zijn geplaatst. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist bovendien dat er extra balken zijn geplaatst en als dat al het geval zou zijn geweest, dat daartoe enige noodzaak bestond. Ook maakt het aanbrengen van de constructie van de pergola’s deel uit van het werk.
h)
WDVS rondom balken pergola’s
4.49.
RD Systems stelt dat het aanbrengen van WDVS afwerking rondom de balken van de pergola’s ter waarde van € 3.103,00 nog moet worden vergoed. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat het aanbrengen van WDVS vergoed moet worden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wijst op de mondelinge behandeling op de contracttekening met nummer 0144BV13 waarop in detail 8 staat aangegeven dat rondom de balken van de pergola’s een laag van 2-3 mm aan sierstucwerk wordt geplaatst. Tussen partijen staat niet ter discussie dat met dat sierstucwerk inderdaad wordt gedoeld op WDVS. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het aanbrengen van WDVS sierstucwerk tot het werk van RD Systems behoort. Er is immers specifiek overeengekomen waar en hoeveel WDVS sierstucwerk zou worden aangebracht rondom de pergola’s. Weliswaar heeft RD Systems gesteld meer WDVS te hebben aangebracht dan voorzien, maar dit heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist door onweersproken aan te voeren dat gevolgen voor het feit dat de pergola’s qua constructie op punten afwijken van wat is overeengekomen voor rekening en risico van RD Systems moeten blijven. RD Systems heeft immers niet gesteld dat zij in opdracht van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de pergola’s afwijkend heeft gerealiseerd. Dit heeft RD Systems kennelijk op eigen initiatief gedaan, met als gevolg dat het eventueel aanbrengen van meer WDVS dan oorspronkelijk voorzien niet aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in rekening kan worden gebracht.
4.50.
Dat op het specificatieblad (productie 5 bij de conclusie van antwoord) staat vermeld dat de afwerking van de pergola’s nader te bepalen is en dat hiervoor een stelpost is opgenomen, doet aan het voorgaande niet af. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft namelijk onweersproken aangevoerd dat die stelpost ziet op (de kosten voor) het schilderen van de zichtbare houten delen van de pergola’s en niet op het aanbrengen van WDVS sierstucwerk dat wordt aangebracht rondom die onderdelen van de pergola’s die juist worden weggewerkt. Met afwerking van de pergola’s is naar het oordeel van de rechtbank dan ook enkel het schilderwerk bedoeld. Gelet op het voorgaande wijst de rechtbank deze vordering in reconventie van RD Systems af.
Depotovereenkomst
4.51.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en RD Systems maken beiden aanspraak op uitkering van het depotbedrag van € 10.179,19. De rechtbank zal de vorderingen over en weer hierna gezamenlijk bespreken.
4.52.
Uit het voorgaande volgt dat RD Systems is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen onder de aannemingsovereenkomst. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is dat niet. Dit betekent dat het depotbedrag van € 10.179,19 aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dient vrij te vallen. De vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] die hier op ziet, zal de rechtbank daarom toewijzen op de wijze als in de beslissing vermeld. De rechtbank zal RD Systems echter niet veroordelen om mee te werken aan vrijgave van het depot en zij zal ook niet bepalen dat het vonnis van de rechtbank op grond van artikel 3:300 van het BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van RD Systems houdende instructie tot vrijgave van het depot. De reden hiervoor is dat gelet op artikel 2 van de depotovereenkomst (zie r.o. 2.5.) de notaris gehouden is tot uitkering over te gaan na ontvangst van een rechterlijke uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan, dan wel uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Zoals hierna nog wordt toegelicht, zal de rechtbank deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Er is dus geen medewerking van RD Systems nodig om de notaris tot uitkering van het depotbedrag te laten overgaan. Het vonnis van de rechtbank is daarvoor voldoende.
4.53.
Gelet op het voorgaande worden de vorderingen in reconventie van RD Systems die zien op de depotovereenkomst afgewezen. Vanzelfsprekend geldt dat indien de notaris overgaat tot uitkering van het depotbedrag aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dat depotbedrag in mindering dient te komen op het bedrag dat RD Systems moet betalen.
Betalingstermijn, wettelijke rente en uitvoerbaarheid bij voorraad
4.54.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert dat het bedrag van € 38.882,59 binnen 14 dagen terug betaald moet worden, gecombineerd met de vordering dat als niet binnen die termijn wordt betaald, over de hoofdsom wettelijke rente is verschuldigd. Die vorderingen zal de rechtbank toewijzen, nu deze door RD Systems niet zijn weersproken.
4.55.
RD Systems heeft wel verweer gevoerd tegen de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om het vonnis (in conventie) uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. RD Systems neemt - kort samengevat - het standpunt in dat er aan de kant van RD Systems een onaanvaardbare financiële noodtoestand zal ontstaan, gecombineerd met een restitutierisico aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] Indien de rechtbank dit verweer passeert, verzoekt RD Systems aan de uitvoerbaarheid zekerheidstelling te verbinden zodat het restitutierisico op die manier wordt verminderd.
4.56.
De rechtbank zal het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Indien op de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad verweer wordt gevoerd moet een belangafweging plaatsvinden. De maatstaf daarbij is of het belang van degene die de uitvoerbaarheid bij voorraad vordert, zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij bij behoud van de bestaande toestand totdat de uitspraak kracht van gewijsde heeft of op een eventueel rechtsmiddel is beslist (vgl. Hoge Raad 29 november 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2215 NJ 1997,684). De financiële noodtoestand en/of restitutierisico zijn door RD Systems wel gesteld maar niet, althans onvoldoende, onderbouwd. Dit terwijl het belang van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij een vonnis dat uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard zonder meer aanwezig is, onder meer vanwege uitkering van het depotbedrag. Het verzoek tot zekerheidstelling zal gelet op het ontbreken van een toereikende onderbouwing van het restitutierisico worden afgewezen.
Proceskosten in conventie en in reconventie
4.57.
RD Systems zal als de overwegend in conventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden begroot op:
  • dagvaarding € 109,71
  • griffierecht € 952,00
  • salaris advocaat
Totaal: € 3.289,71
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.58.
RD Systems zal als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden begroot op € 1.442,00(2,0 punten x tarief € 721,00) aan salaris advocaat. De rechtbank zal de proceskostenveroordeling in reconventie niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren omdat dit niet is gevorderd.
4.59.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zowel in conventie als in reconventie een veroordeling in de nakosten gevorderd. Die nakosten zal de rechtbank toewijzen en begroten op het daarvoor in de landelijke richtlijn opgenomen vaste bedrag aan nakosten voor conventie en reconventie samen. Dat is een bedrag van € 255,00. Nu de rechtbank de nakostenveroordeling in reconventie niet uitvoerbaar bij voorraad verklaart en het vonnis in conventie wel, zal de rechtbank het bedrag aan nakosten zonder betekening splitsen tussen conventie en reconventie. In conventie zal een bedrag van € 163,00 worden toegewezen en in reconventie € 92,00. De reguliere verhoging van de nakosten van € 85,00 in het geval betekening van het vonnis dient plaats te vinden zal de rechtbank alleen in conventie toewijzen. Dit om te voorkomen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in strijd met de landelijke richtlijn op deze verhoging twee keer aanspraak kan maken.
4.60.
De rechtbank wijst de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toe op de wijze als in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie
5.1.
ontbindt de tussen RD Systems en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gesloten overeenkomst gedeeltelijk en bepaalt dat de aanneemsom wordt verminderd met € 38.882,59,
5.2.
veroordeelt RD Systems om binnen 14 dagen te rekenen vanaf de datum van dit vonnis aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een bedrag van € 38.882,59 te voldoen, en bepaalt dat RD Systems over dit bedrag de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 van het BW is verschuldigd vanaf de vijftiende dag te rekenen vanaf de datum van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
5.3.
bepaalt dat het depotbedrag van € 10.179,19 vrij dient te vallen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
5.4.
veroordeelt RD Systems in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden begroot op € 3.289,71, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt RD Systems in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat RD Systems niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.6.
verklaart het vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.8.
wijst de vorderingen af,
5.9.
veroordeelt RD Systems in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden begroot op € 1.442,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.10.
veroordeelt RD Systems in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 92,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.M.J.A. Smitsmans en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022. [1]

Voetnoten

1.type: KS