Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde 1] ,wonend [adres] ,[woonplaats] ,
[gedaagde 2],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eisende partij en twee gedaagde partijen met betrekking tot opleveringsperikelen van een huurwoning. De eisende partij, vertegenwoordigd door mw. mr. B. van Seeters, vorderde schadevergoeding van de gedaagde partijen, die de huurovereenkomst hadden opgezegd. De eisende partij stelde dat de woning niet in goede staat was opgeleverd en vorderde betaling van kosten voor herstelwerkzaamheden en gemiste huur. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij tekort was geschoten in de oplevering van de woning, maar dat de eisende partij niet voldoende bewijs had geleverd voor het gevorderde huurverlies. De kantonrechter heeft de schade voor het herstel van de muren vastgesteld op € 250,00 en heeft een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.