3.3.1Feit 1, 2 en 4
3.3.1.1 De bewijsmiddelen
Op donderdag 5 augustus 2021 omstreeks 22:10 uur kwam er een melding binnen bij de politiemeldkamer van de Eenheid Limburg. Door de melder [naar later bleek de 14 jaar oude [naam 2] ] werd in paniek verteld dat zijn stiefvader, zijnde verdachte, beneden zou staan met een mes. Op de achtergrond was veel geschreeuw/paniek te horen. Er zou een steekpartij hebben plaatsgevonden.
Ter plaatse, bij de woning aan de [adres] te Bergen, zagen verbalisanten [naam 3] en [naam 4] een man, naar later blijkt verdachte, de woning uit komen met een groot mes in zijn handen. Nadat de man het mes liet vallen en op de grond zat, werd hij aangehouden.
Tijdens het vervoer naar het politiebureau in Venlo verklaarde verdachte:
‘Ik zei dat niemand bij mijn gezin moest gaan zitten. Hij mag blij zijn dat hij het overleefd heeft. Ik heb hem genoeg gewaarschuwd. Ik doe niemand kwaad. Maar ga niet bij mijn gezin zitten dan doe ik je wel kwaad. Mijn twee jongste kinderen waren niet thuis die waren bij mijn ouders. Daarom heb ik het vanavond gedaan’.
Op 6 augustus 2021 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan van poging tot moord.
Hij verklaarde het volgende:
[verdachte] is de ex van mijn vriendin [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] en ik wonen aan de [adres] in Bergen (L). Ook haar kinderen [naam 2] , [naam 5] en [naam 6] wonen daar. [slachtoffer 1] is sinds vorig jaar augustus van [verdachte] gescheiden. [verdachte] is de vader van [naam 5] en [naam 6] . Gisteren, donderdag 5 augustus 2021, omstreeks 22:00 uur zat ik met mijn vriendin [slachtoffer 1] bij ons thuis, achterom, onder de overkapping. Ik zag dat [verdachte] de hoek om kwam van ons huis. Ik zag dat hij een van woede vertrokken blik in zijn ogen had en ik zag dat hij een mes in zijn beide handen had. Ik zag dat hij met een sprong over de hoek van de loungebank sprong zodat hij direct bij mij was. Ik hoorde dat hij iets riep in de trant van dat ik niet bij dat gezin van hem hoorde. Hij was woest. Hij schreeuwde echt. Ik hoorde ook dat hij verschillende malen riep: ‘Ik maak je kapot’. Hij had dat handvat van dat mes vast en ik heb daarom geprobeerd om het snij gedeelte van dat mes vast te houden en hem te proberen te beletten om mij met dat mes te steken. Ik denk dat hij als eerste mijn borst heeft geraakt met dat mes en dat het mij daarna lukte om ook dat snijgedeelte vast te pakken en beet te houden. Hierdoor heb ik diverse verwondingen opgelopen aan zowel mijn linker als mijn rechterhand. Nadat ik dat mes gegrepen heb om te voorkomen dat hij mij dood zou steken, probeerde hij dat mes los te trekken met de bedoeling mij vaker te steken maar ik dacht: ‘Ik moet dat mes proberen vast te houden want anders dan steekt hij mij weer’. Ik gilde van de pijn en de stress. Ik hoopte dat er hulp zou komen. Voor mijn gevoel heb ik dat mes een hele tijd vastgehouden. Dit terwijl wij op de bank aan het worstelen waren. Ik denk dat dat snijgedeelte van het mes wel ongeveer 25 tot 30 cm lang was. Het was een soort Rambo-mes, zilverkleurig. U vraagt op welke manier hij op mij instak. Hij had dat mes met twee handen vast en hij stak met twee handen recht naar voren op mij in. Die wond bloedde enorm. Ik heb continue dat blad van het mes vastgehad terwijl wij aan het worstelen waren met dat mes. Dit gebeurde nog steeds onder de overkapping terwijl ik nog op de bank zat. Ik heb ook een verwonding aan mijn linker bovenbeen. Op een gegeven moment kwam [slachtoffer 1] van binnen naar buiten. Ik zag dat zij [verdachte] in zijn arm beet. Ik zag dat hij toen achteruit deinsde. Ik zag kans om onze woning in te rennen. Nadat de achterdeur op slot was gedaan door ons, zag ik dat [verdachte] bij de achterdeur stond, buiten. Ik zag dat hij nog steeds een en al woede was. Hij was helemaal doorgedraaid. Terwijl ik daar stond zag ik dat een van de drie raampjes, die naast de achterdeur zitten, door [verdachte] kapot geslagen werd. Terwijl ik de voordeur uitrende, hoorde ik dat de ruit van de achterdeur aan diggelen ging.
Het is voor mij duidelijk dat [verdachte] mij dood wilde maken met dat mes. Dat heeft hij in het verleden ook vaker aangegeven. Op mijn telefoon, en die van [slachtoffer 1] heeft hij vaker berichten gestuurd met teksten als dat hij mij van kant zou maken en dat ik niet in zijn familie hoorde. Ik denk dat hij wel meer dan 100 berichten hierover gestuurd heeft met allerlei bedreigingen.
Op 8 augustus 2021 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan. Zij heeft het volgende verklaard:
Ik ben hoofdhuurder van woning [adres] in Bergen (L). Ik huur deze woning van woningcorporatie [slachtoffer 3] . Ik ben namens deze coöperatie bevoegd tot het doen van aangifte van vernielingen. Tevens doe ik aangifte van huisvredebreuk gepleegd door [verdachte] , mijn ex-vriend. [verdachte] is zonder mijn toestemming door middel van het ingooien van twee ruiten van de achterdeur mijn woning binnen gedrongen. Ik heb [verdachte] meerdere keren duidelijk kenbaar gemaakt dat hij niet binnen mocht komen. [verdachte] heeft ook met een groot mes ongeveer 15 keer in de keukendeur gestoken. De deur werd hierdoor vernield.
[slachtoffer 1] heeft als getuige verder verklaard:
Wij zaten gisteravond in de tuin van mijn woning. Ik bedoel daarmee [slachtoffer 2] , mijn vriend, en ik. Mijn zoon [naam 2] zat boven op zijn kamer. Wij zaten buiten in de tuin toen mijn telefoon ging. Ik ben naar binnen gelopen en toen bleek dat het mijn overbuurvrouw was. Ik hoorde dat ze zei dat mijn ex [verdachte] bij mij over de schutting stond te gluren. Eigenlijk op datzelfde moment hoorde ik geschreeuw vanuit de tuin. Toen bleek dat [verdachte] al in de tuin was en mijn vriend [slachtoffer 2] aanviel. Ik ben toen meteen naar buiten gerend en ben ertussen gesprongen. Doordat ik er vol tussen ben gesprongen en alles heb geprobeerd om [verdachte] van [slachtoffer 2] af te krijgen, kon [slachtoffer 2] langs mij wegvluchten de woning binnen. Op dat moment voelde ik iets vloeibaars op mijn arm dat ook iets plakkerig was. Toen zag ik dat dit bloed was. Ik keek waar dit bloed vandaan kwam en ik zag toen dat [verdachte] een mes in zijn handen had. Ik keek naar [slachtoffer 2] en ik zag dat hij bloedde aan zijn handen en dat hij ook een snee over zijn borst had. Toen ben ik ook de keuken binnen gerend en heb ik meteen met de sleutel de keukendeur op slot gedraaid. Ik zag toen dat [verdachte] een lege fles had gepakt en een smalle ruit van de keukendeur stuksloeg. Toen ik de sleutel uit de deur had genomen, zag ik dat [verdachte] vervolgens met die fles een gat in de grote ruit van de keuken buitendeur geslagen. Toen zag ik dat hij met zijn voet de ruit verder stuk maakte. Het glas lag door de hele keuken tot aan de gang. Omdat ik dacht dat [slachtoffer 2] naar boven was gerend en ik wist dat mijn zoon [naam 2] ook boven was ben ik in het trappengat gaan staan om [verdachte] tegen te houden zodat deze niet naar boven kon gaan. Ik hoorde dat [verdachte] riep dat hij wel een paar jaar ging zitten maar dat hij [slachtoffer 2] daarna zou opzoeken al was het op de bouw of waar dat maakte hem niet uit, maar hij zou [slachtoffer 2] afmaken. Hij riep ook dat het hem niet interesseerde of hij 10 of 12 jaar moest zitten. [slachtoffer 2] zou eraan gaan. Ik hoorde dat [verdachte] riep dat hij extra had gewacht tot de twee andere kinderen niet in huis waren om dit te doen.
heeft één keer naar mij gedreigd met dat mes. Dat was toen hij naar boven wilde en ik hem tegen hield. Maar daarna zei hij dat hij mij niets zou doen. Het ging hem om [slachtoffer 2] . Vervolgens zag ik dat hij op de deur van de wc heeft ingestoken. Dat deed hij meerdere keren. [verdachte] heeft vaker gedreigd richting [slachtoffer 2] . Daarover staan meerdere berichten op mijn telefoon.
Uit onderzoek naar de inhoud van de telefoon van [slachtoffer 1] bleek dat verdachte onder andere de volgende berichten heeft gestuurd vanaf februari 2021:
- Op 02 februari 2021 een bericht naar [slachtoffer 1] waarin verdachte over [slachtoffer 2] zegt dat [slachtoffer 2] hoe dan ook zal verdwijnen.
- Op 17 februari 2021 een bericht naar de zus van [slachtoffer 1] met de tekst: ‘Laat hem
- Op 16 februari 2021 een bericht naar [slachtoffer 2] : ‘Ik zou de biezen pakken als ik jou was. Vieze vuile gore klootzak. Maak snel dat jij bij mijn gezin weg komt. Duidelijk? Ik sta niet voor mijzelf in. Klein vies miezerig mannetje dat je bent. Ik loop over je heen als een mier. Trappel je aan gort en kots je eerst in je gezicht. Vies, vies mannetje. Blijf van mijn [slachtoffer 1] af met je vatserige gore tengels, wegwezen je solt met de verkeerde man. Wegwezen of sterf. Vies, vies mannetje. Blijf van mijn [slachtoffer 1] af met je vatsige gorige tengels. Sterf!’
- Op 16 februari 2021 een bericht naar [slachtoffer 1] : ‘Alles gaat nu uit de hand lopen. Hij weg of ik wurg hem persoonlijk het leven uit/ben.’
Bij de eerste hulp in het Maasziekenhuis [naam 7] werden bij [slachtoffer 2] de volgende letsels vastgesteld:
- Snijwond op thorax van ongeveer 5 cm, wijkt ongeveer 1 cm uiteen, diepte ongeveer 0.5 cm.
- Dig 1 rechter hand: proximaal snijwond van 3 cm, pees niet a vue bij exploratie, echter gezien diepte laceratie en geen actieve flexie in dig 1 Sterk verdacht voor buigpeesletsel, doof gevoel topje dig 1, goede capillaire refill.
- Dig 3 rechter hand, oppervlakkige snijwond 1cm, pees niet a vue, full range of motion, actieve flexie en extensie.
- Oppervlakkige snijwond bovenbeen links van ongeveer 2 cm
- Hechtwond dig 1 links van ongeveer 2 cm.
Op 7 augustus 2021 heeft er bij [slachtoffer 2] forensisch letselonderzoek plaatsgevonden. Hieruit kwam het volgende naar voren:
Romp:1. Zie foto 2 t/m 6.
In het midden op de borst, tussen de tepels, is een horizontaal verlopende, licht gebogen, lichtroze, streepvormige huidbeschadiging zichtbaar van ongeveer 19 cm in lengte. Het gedeelte op de rechter zijde (foto 5) van de borst is ongeveer 10 cm lang en scherp begrensd waarbij er acht zwarte hechtdraden zichtbaar zijn. Tussen de hechtdraden is opgedroogd bloed zichtbaar. De andere 9 cm van dit letsel (foto 6) bevinden zich op de linkerzijde van de borst en is matig scherp begrensd waarbij deze onder de linker tepel afbuigt naar een meer verticaal verlopende lijn. In dit gedeelte is de streep op enkele plekken onderbroken.
2. Zie foto 2, 3 en 4.
Op de rechter zijde van borst, boven letsel 1 is een verticaal verlopende matig scherp begrensde rode onderbroken streep zichtbaar van ongeveer 4,5 cm lang.
3. Zie foto 2,3 en 4.
Op de linker zijde van de borst is een min of meer horizontaal verlopende streepvormige rode matig scherp begrensde huidbeschadiging zichtbaar van ongeveer 1,5cm lang. De breedte neemt van links naar rechts af.
4. Zie foto 7 en 8.
Op de rechter flank is een schuin verlopende streepvormige rode matig scherp begrensde huidbeschadiging zichtbaar van ongeveer 1,5cm lang.
Extremiteiten:5. Zie foto 9, 10 en 11.
Op de linker handpalm en vingers zijn een kleine 20-tal streepvormige, scherp begrensde donker rode huidbeschadiging zichtbaar welke wisselend zijn in lengte van ongeveer een 0,5 cm tot 9 cm. Opvallend aan deze huidbeschadigingen zijn de zes parallel verlopende streepvormige huidbeschadiging op de duimmuis nabij de basis van de duim van elk ongeveer 0,5 cm lang en waarbij de ruimte tussen de strepen ongeveer 0,5 cm betreft.
6. Zie foto 12, 13 en 14.
Aan de binnenzijkant van de linker duim is een streepvormige, rode huidbeschadiging zichtbaar van ongeveer 2,5 cm lang. Er zijn 3 zwarte hechtdraden zichtbaar en er is tevens opgedroogd bloed zichtbaar. Op het stuk huid tussen duim en wijsvinger zijn nog 4 of 5 rode scherp begrensde huid beschadigingen zichtbaar van wisselende lengte. 3 hiervan (zie foto 14) verlopen parallel van elkaar waarbij de ruimte er tussen ongeveer 0,5 cm is. Het verloopt in dezelfde lijn als de parellel verlopende huidbeschadigingen van letsel 5 (foto 11)
7. Zie foto 15 en 16.
Op de rechter handpalm en vingers zijn enkele scherpbegrensde rode streepvormige huidbeschadigingen zichtbaar welke wisselende in lengte zijn. Een van deze huidbeschadigingen, op de middelvinger, bevat 2 zwarte hechtdraden. De streep op de middelvinger en die op de ringvinger lijken in een lijn te verlopen.
8. Zie foto 17 en 18.
Op de buitenzijde van het linker bovenbeen is een horizontale streepvormige matig scherp begrensde rode huidbeschadiging zichtbaar van ongeveer 5 cm in lengte. Het linker 2/3 gedeelte is breder dan het rechter gedeelte. Er opgedroogd bloed en korstvorming zichtbaar.
9. Op basis van de ontvangen medische gegevens is er peesletsel van de rechter duim waarbij er geen actieve beweging mogelijk was van het topje van de duim. Dit letsels is tijdens een operatie gehecht.
De letsels beschreven onder punt 2 t/m 4 betreffen krasletsels. Een krasletsel wordt veroorzaakt door met een puntig voorwerp over de huid te bewegen of met het lichaam langs een puntig voorwerp te bewegen. De letsel beschreven onder punt 2 en 5 t/m 9 betreffen snijverwondingen. Bij een snijwond is de lengte van de wond groter dan de wonddiepte. Een snijwond wordt veroorzaakt door een scherprandig of puntig voorwerp.
De letsel beschreven onder punt 1, 5 t/m 9 passen bij toegebracht letsel en dus bij de vermelde toedracht van betrokkene. Bij letsels op de romp (letsel 1) en bovenbenen moet aan toegebracht letsel worden gedacht. Kenmerkend voor afweerletsel is de plaats op het lichaam, namelijk op de onder- of bovenarmen. Bij steken of snijden worden verwondingen aan de vingers, tussen de duim en wijsvinger en/of aan de palmaire zijde van de hand gezien (letsels 5 t/m 9). Daarnaast kunnen verwondingen aan de strekzijde van de onder- en/of
bovenarmen ontstaan. De letsel 2 t/m 4 betreffen krasverwondingen die zowel toegebracht als accidentiele oorzaak kunnen hebben. Gezien het aanwezig afweer letsels is het meer waarschijnlijk dat de letsels 2 t/m 4 ook toegebracht zijn.
Op 8 augustus 2021 werd [naam 9] als getuige gehoord. Zij heeft onder meer verklaard:
Op donderdag 5 augustus 2021 omstreeks 22.00 uur was ik in de woonkamer van onze
woning. Ik hoorde geluid van de vlonder die bij de buren van nummer 25 in de tuin ligt. Daarna hoorde ik dat er harder geschreeuwd werd en dat er echt ruzie was. Ik hoorde een man roepen: ‘Je hebt voor mij gekozen. Vuile hoer.’ Hierna hoorde ik een harde knal en glasgerinkel. Het geschreeuw in de woning van de buren ging door. Ik hoorde een mannenstem meerdere malen roepen: ‘Hij gaat dood’.
Op 8 augustus 2021 werd [naam 10] als getuige gehoord. Hij heeft onder meer verklaard:
Op donderdagavond 5 augustus 2021 lag ik omstreeks 22:00 uur boven in mijn bed.
Op een gegeven moment hoorde ik dat er bij de buren op nummer 25 het een en ander
gaande was. Het klonk als ruzie. Op een gegeven moment hoorde ik geschreeuw en glas
gerinkel. Ook hoorde ik een man zeggen “vuile hoer, hij gaat er aan! Hij gaat dood”.
De moeder van verdachte, [naam 8] , werd ook als getuige gehoord. Zij heeft onder meer verklaard:
[verdachte] riep wel eens ‘Ik maak hem kapot’. Hiermee bedoelde hij [slachtoffer 2] . Dit is bekend bij Veilig Thuis. Daarom mocht hij vanaf april 2021 de kinderen niet meer zien.
De verdachte heeft bij de politie meerdere verklaringen afgelegd. Op 7 augustus 2021 heeft verdachte verklaard:
Ik ben naar camping [naam 11] gereden, omdat ik wist dat mijn jonge kinderen bij mijn ouders waren die dag. Ik wilde hem er mee confronteren, maar kon hem niet vinden. Ik heb er een uur of twee en een half rondgehangen en ben toen naar Bergen gereden. Ik had dat mes bij me om die Supersukkel te confronteren. Je mag ook stuk stront zeggen. Dat was ik al van plan die dag. Ik kan het niet accepteren dat iemand aan mijn gezin zit. Om hem duidelijk te maken dat hij niet in mijn gezin hoort. Toen ik de tuin inging had ik het mes al in mijn hand. Ik wilde hem heel erg bang maken. Hij smeekte om zijn leven, lafaard, hahaha. Dat was mijn bedoeling. lk sprong over de tuinset heen. Hij wilde wegkomen en viel achterover. Dat kwam mij goed uit want ik kon hem het mes op de borst zetten. Ik liep naar hem toe met het lemmet vooruit. Ik zette het mes midden op zijn borst, bij zijn hart ergens. Ik riep tegen hem: ik had het je toch gewaarschuwd stomme zak! Hij nam mij schijnbaar niet serieus. Nu weet hij dat ik serieus was. U zegt hoe het dan kan zijn dat [slachtoffer 2] een grote steekwond heeft opgelopen op zijn borst. Toch wel? Dan heeft er toch iets meer kracht op gezeten als ik dacht. Dan heeft hij geluk gehad dat de punt vrij bot was, want anders was ie dieper gegaan. Hij zag kans om er onderuit te komen en naar binnen te vluchten door [slachtoffer 1] haar hulp.
Ik wilde hem nog iets langer duidelijk maken dat hij niet welkom was bij mijn gezin. Ik zag dat het slot bij de klink van de deur afgesloten was en dat de sleutel aan de binnenkant er uit was. Ik heb de grote ruit onderin de deur ingeslagen met een Safari fles en ben door het gat naar binnen gekropen. U vraagt waarom ik perse de woning binnen wilde. Als ik iets doe, doe ik het goed. Ik wilde het binnen nog eens echt duidelijk maken. Ik had het op [slachtoffer 2] gemunt. U zegt dat [slachtoffer 1] heeft verklaard:
- dat ik riep dat je wel een paar jaar zou gaan zitten maar dat ik [slachtoffer 2] daarna zou opzoeken ook al was hij op de bouw.
- dat het mij niet uitmaakte waar hij was maar dat ik hem zou afmaken.
- dat het mij niet interesseerde of ik 10 of 12 jaar moest zitten. Dat [slachtoffer 2] eraan zou gaan.
- dat ik extra gewacht had tot de twee andere kinderen niet in de woning waren.
Dat heb ik gezegd. Misschien is hij dan wel een keer het haasje. Ik hoop het niet want het zit niet in me. Maar iedereen kan een moordenaar zijn hoor.
U zegt dat de wc deur beschadigd bleek en vraagt hoe dat zo is gekomen. In mijn boosheid heb ik mijn mes daar in gestoken. In een opwelling heb ik het mes een keer of 10 in de deur gestoken.
U zegt dat het erop lijkt dat ik [slachtoffer 2] bewust hebt opgezocht en dat ik hem wilde doden. Maar ik heb hem toch duidelijk gewaarschuwd! Waarom gaat hij niet?! Mijn kinderen en mijn vrouw waar hij bij zit. Ik bescherm mijn gezin!
De verdachte heeft ter terechtzitting d.d. 31 oktober 2021 verklaard:
Het kan best zijn dat ik de woorden als genoemd in de tenlastelegging tegen [slachtoffer 2] heb geroepen. Ik was niet helder en buiten zinnen.
Op grond van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen mede in onderling verband beschouwd acht de rechtbank feit 1 primair, feit 2 en feit 4 wettig en overtuigend bewezen.
3.3.2.2 Bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 1
De rechtbank stelt aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen vast dat de verdachte met kracht met een mes in de borst, het bovenlichaam, de handen en de benen van aangever [slachtoffer 2] heeft gesneden.
Opzet
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte, al dan niet in voorwaardelijke zin, opzet heeft gehad op de dood van het slachtoffer.
Verdachte heeft -buiten zinnen- met een groot Rambo-mes (onder meer) in de borst van [slachtoffer 2] gesneden, waarbij deze fors letsel heeft opgelopen. Het is een feit van algemene bekendheid dat zich in het bovenlichaam zeer kwetsbare en vitale delen van het lichaam bevinden en dat het snijden met een mes in de borst een aanmerkelijke kans op de dood oplevert. Dat de wond van het slachtoffer niet diep was, doet hier niet aan af. Naar het oordeel van de rechtbank staat vast dat verdachte met kracht heeft gesneden. Dit blijkt uit het afweerletsel dat het slachtoffer aan zijn handen heeft opgelopen om te voorkomen dat het mes dieper zijn lichaam in ging. Dat het niet verder uit de hand is gelopen, is bovendien niet te danken aan verdachte, maar door toedoen van [slachtoffer 1] die verdachte van [slachtoffer 2] aftrekt, waardoor [slachtoffer 2] de woning in kon vluchten. De tegen het slachtoffer gerichte gewelddadige handelingen van verdachte kunnen naar het oordeel van de rechtbank tot de dood van het slachtoffer leiden, gelet op het door verdachte gebruikte rambo-mes en de plaatsen op het lichaam van het slachtoffer waar de letsels zijn toegebracht. Daar bevinden zich immers vitale organen die hadden kunnen worden beschadigd en die daardoor tot de dood van het slachtoffer hadden kunnen leiden. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de door verdachte verrichte handelingen ook worden afgeleid dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het slachtoffer zou overlijden en dat er bij hem dus sprake was van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer.
Voorbedachte raad
De rechtbank stelt voorop dat voor bewezenverklaring van 'voorbedachten rade' moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Voor de bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachten rade' acht de rechtbank in het bijzonder de volgende feiten en omstandigheden, zoals uit de bewijsmiddelen naar voren komt, redengevend.
Verdachte stapt op 5 augustus 2021 in de auto en rijdt richting camping [naam 11] in Arcen en is bewust op zoek naar [slachtoffer 2] met het plan om ‘met hem af te rekenen’. Dit blijkt uit meerdere berichten en uitspraken die hij voorafgaand en na het incident heeft gedaan. Zijn moeder verklaarde dat verdachte wel eens riep: ‘Ik maak hem kapot’. Verdachte neemt die dag een Rambo-mes mee. Hij had het mes in zijn broeksriem ‘om die supersukkel mee te confronteren’, ‘dat was hij al van plan die dag’, zo blijkt uit zijn verklaring. Hij heeft bewust voor dit moment gekozen, omdat hij wist dat de kinderen bij zijn ouders waren. Na aan zoektocht van 2,5 uur treft hij niemand aan en besluit hij naar de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] in Bergen te rijden. Aangekomen in de achtertuin kijkt hij eerst over de schutting. Hij loopt daarna direct op [slachtoffer 2] af, roept bij de aanval meermalen ‘ik maak je kapot’ en valt hem aan met het mes op zijn borst. [slachtoffer 2] wordt op verschillende plaatsen met het mes geraakt, waarbij hij onder meer een (forse) snijwond op zijn borst oploopt. Door toedoen van [slachtoffer 1] weet [slachtoffer 2] het huis in te vluchten, waarna verdachte hem met het mes achterna rent en ruiten vernielt van de woning om bij [slachtoffer 2] te komen. Hij blijft roepen dat hij [slachtoffer 2] gaat afmaken.
Uit het voorgaande concludeert de rechtbank dat verdachte het vooropgezette plan had [slachtoffer 2] van het leven te beroven. Uit meerdere gedragingen, berichten en uitspraken die door de verdachte zijn gedaan, voor tijdens en na het incident blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte heeft gehandeld met voorbedachte raad. De rechtbank neemt als vaststaand aan dat de verdachte vóór de uitvoering van zijn daad voldoende tijd en gelegenheid heeft gehad om na te denken over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan daadwerkelijk rekenschap te geven. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling waarin verdachte zou hebben gehandeld, is niet gebleken. Evenmin is gebleken van andere contra-indicaties die aan het aannemen van voorbedachten rade in de weg staan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdachte met voorbedachten rade heeft gehandeld, zodat de primair ten laste gelegde poging tot moord bewezen kan worden verklaard.