Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het vonnis van deze rechtbank van 16 juni 2021;
- de akte uitlating van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor gehouden op 17 maart 2022;
- het proces-verbaal van contra-enquête gehouden op 4 juli 2022;
- de conclusies na enquête van beide partijen;
- de schrapping als advocaat per 22 september 2022 van mr. R. Eringa;
- het B-2 formulier (stellen advocaat) van 4 november 2022 van mr. Roelofs.
2.De verdere beoordeling
( [getuige 2] ), zijn dochter ( [getuige 3] ) en de heer [getuige 4] , metaalkundige bij MCB.
dat ze samen op nul stondenterwijl de [getuige 1] verklaart: “
De heer [naam directeur] heeft toen tegen mijn dochter gezegd dat de situatie opgelost was en dat hij hoopte dat we weer samen zaken konden doen. Ook ik heb toen gezegd dat we er een streep onder gezet hadden.”
dat ze samen op nul stonden”niet, althans niet zonder meer, dat de heer [naam directeur] met de [getuige 1] heeft afgesproken dat de facturen waar het in deze procedure over gaat over en weer weggestreept zouden. Dat is enkel de interpretatie van de dochter van deze opmerking. Daarbij komt dat de dochter niet verklaart dat haar vader tegen haar heeft gezegd dat hij dit met [naam directeur] heeft afgesproken.
“alles op nul stond en dat we gewoon weer zaken konden doen”geldt hetzelfde als de rechtbank heeft overwogen over de verklaring van de dochter. Ook de zoon geeft zelf een invulling aan wat [naam directeur] heeft bedoeld. Ook hij verklaart niet dat zijn vader tegen hem heeft gezegd dat hij met [naam directeur] heeft afgesproken dat de facturen waar het in deze procedure over gaat over en weer weggestreept zouden worden.
2.884,00(4,0 punten × tarief € 721,00)