ECLI:NL:RBLIM:2022:8904

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 november 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
ROE 22/2472
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen verkeersbesluiten in verband met werkzaamheden aan de Roerbrug

Op 11 november 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker bezwaar maakte tegen drie verkeersbesluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen. Deze besluiten betroffen tijdelijke verkeersmaatregelen in verband met groot onderhoud aan de Roerbrug in Sint Odiliënberg. Verzoeker was het niet eens met twee van de drie besluiten en vroeg om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gevolgen van de verkeersbesluiten niet onevenredig bezwarend waren voor verzoeker. De rechter weegt de belangen van verzoeker tegen die van het college, dat de verkeersbesluiten had genomen ter bevordering van de verkeersveiligheid en doorstroming tijdens de werkzaamheden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verkeersbesluiten rechtmatig waren en dat verzoeker niet voldoende had aangetoond dat de besluiten onredelijk waren. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de rechter benadrukte dat de tijdelijke maatregelen noodzakelijk waren voor de bereikbaarheid van hulpdiensten en openbaar vervoer. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK limburg
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 22/2472
uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 november 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam 1] wonende te [woonplaats], verzoeker

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen, verweerder
(gemachtigden: mr. [naam 2] en [naam 3]).

Inleiding

Bij afzonderlijke primaire besluiten van 28 september 2022 heeft het college beslist tot het instellen van een tijdelijk parkeerverbod op de Schaapsweg aan de zijden van de rijbaan in Sint Odiliënberg (verkeersbesluit 1) en tot het instellen van een tijdelijke voorrangsregeling op de Schaapsweg in Sint Odiliënberg (verkeersbesluit 2).
Bij het primaire besluit van 30 september 2022 heeft het college beslist tot het tijdelijk intrekken van de geslotenverklaring voor vrachtauto’s uitgezonderd bestemmingsverkeer op de Schaapsweg in Sint Odiliënberg (verkeersbesluit 3).
Verzoeker heeft tegen deze primaire besluiten bezwaar gemaakt. Hij heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht tot het treffen van een voorlopige voorziening.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 november 2022. Verzoeker is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Verweerder heeft aangegeven dat [voorletters]. [naam 4] ([naam 4]), projectmanager, en [naam 5], communicatieadviseur en omgevingsmanager, beiden werkzaam bij de provincie Limburg (provincie), eveneens de zitting bijwonen voor het beantwoorden van eventuele vragen over het project ‘Reconstructie Roerbrug’ in relatie tot de genomen verkeersbesluiten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Achtergrond en de wijze van beoordelen
1. Omdat de provincie voornemens is groot onderhoud te verrichten aan de Roerbrug in Sint Odiliënberg, heeft het college de hiervoor genoemde drie verkeersbesluiten genomen ter bevordering van het doorstromend verkeer gedurende de werkzaamheden aan de Roerbrug. Het betreft drie tijdelijke verkeersmaatregelen die gelden van
14 november 2022 tot en met 23 december 2022.
2. De voorzieningenrechter beoordeelt de voorlopige rechtmatigheid van de verkeersbesluiten aan de hand van de op de zitting besproken bezwaargronden van verzoeker. Zij beoordeelt dus de kans van het slagen van het bezwaarschrift, en weegt aan de hand daarvan de belangen die partijen hebben bij het wel of niet treffen van een voorlopige voorziening. Daarbij geldt dat hoe zekerder de voorzieningenrechter is over de rechtmatigheid van de besluiten, hoe minder ruimte er is om gewicht toe te kennen aan de belangen van verzoeker bij het schorsen van die besluiten. De beoordeling door de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter, waar de rechtbank later niet aan gebonden is.
Standpunt verzoeker
3. Verzoeker stelt zich op het standpunt dat de verkeersbesluiten meer gevaarlijke situaties opleveren dan noodzakelijk is voor de doorstroming van het verkeer. Ook zal de verkeersveiligheid afnemen en de kans op ernstige ongelukken toenemen. Hij voert daartoe aan dat door het tijdelijk instellen van een voorrangsregeling op de Schaapsweg het verkeer op deze weg harder zal rijden, terwijl het verkeer uit de zijwegen van rechts in de veronderstelling is dat het voorrang heeft. Naar de mening van verzoeker is de Schaapsweg niet geschikt voor vrachtverkeer. Het komt herhaaldelijk voor dat fietsers, die zich op de rijbaan bevinden, moeten uitwijken naar het voetpad. Verzoeker acht het in de wijde omgeving aankondigen dat de Roerbrug gesloten is voor verkeer een betere maatregel die ervoor zorgt dat het niet noodzakelijke verkeer zijn straat zal weren. Bovendien vreest verzoeker dat de ruime openstelling voor het vrachtverkeer ook in de toekomst zal leiden tot meer verkeer, omdat de gemeente geen intentie heeft om te controleren of het vrachtverkeer een ontheffing heeft. Daarnaast is er geen waarborg dat de tijdelijke maatregelen niet tot gevolg hebben dat de nu al zware verkeersdruk en daarmee gepaard gaande overlast in de toekomst worden aangepakt. Naar de mening van verzoeker heeft het college bij het nemen van de verkeersbesluiten geen rekening gehouden met de belangen van de bewoners van de Schaapsweg en de bewoners van omliggende straten. Ook heeft de gemeente vooraf geen contact opgenomen met de bewoners.
3.1.
Verzoeker zit met veel vragen, zoals:
- de aanwezigheid van alternatieve routes binnen de gemeente om de overlast te
beperken voor de bewoners van de Schaapsweg;
  • de te nemen maatregelen om de hoge snelheid te beperken tijdens de werkzaamheden;
  • de te nemen maatregelen om de veiligheid te waarborgen op de Schaapsweg tijdens
de werkzaamheden;
- de te nemen maatregelen om de nadelige effecten van de maatregelen op de lange
termijn te voorkomen;
  • de mogelijkheden om de nadelige gezondheidsaspecten te beperken;
  • de te nemen maatregelen bij een eventuele uitloop van de werkzaamheden;
  • de te nemen maatregelen om de communicatie tussen de gemeente en haar inwoners
te verbeteren; en
- de reden waarom gekozen is om in de periode november-december deze
werkzaamheden uit te voeren.
3.2.
Deze vragen hadden volgens verzoeker beantwoord kunnen worden tijdens de inloopbijeenkomst op 20 oktober 2022. Tijdens deze bijeenkomst was geen vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig, aldus verzoeker.
Standpunt college
4. Het college stelt zich op het standpunt dat de verkeersbesluiten zijn genomen met inachtneming van het gestelde in artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994
(Wvw 1994) en artikel 12 van Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW). Ook heeft het college met betrekking tot deze besluiten overleg gevoerd met de taakaccenthouder verkeer van de basiseenheid Echt-Susteren Roerdalen van de politieregio Limburg en dit heeft geleid tot een positief advies. Naar de mening van het college zijn de eventuele nadelige gevolgen voor belanghebbenden van de verkeersbesluiten niet onevenredig in verhouding tot de met de besluiten te dienen doelen.
Het oordeel van de voorzieningenrechter
5. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) – voor zover hier van belang – kan, indien tegen een besluit voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
6. De voorzieningenrechter stelt vast dat aan de eerste twee in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb geformuleerde vereisten is voldaan, nu namens verzoeker bezwaar is gemaakt tegen de verkeersbesluiten en deze rechtbank bevoegd kan worden geacht om van de (mogelijke) hoofdzaak kennis te nemen. Nu het college voornemens is de tijdelijke maatregelen te laten ingaan op 14 november 2022, acht de voorzieningenrechter de vereiste onverwijlde spoed eveneens voldoende aannemelijk gemaakt.
7. Ter zitting heeft verzoeker desgevraagd te kennen gegeven dat zijn verzoek niet gericht is tegen het verkeersbesluit dat ziet op het tijdelijk parkeerverbod aan de Schaapsweg (verkeersbesluit 1). Het verzoek ziet enkel op de verkeersbesluiten die zien op de tijdelijke voorrangsregeling en de tijdelijke intrekking van de geslotenverklaring voor vrachtauto’s uitgezonderd bestemmingsverkeer op de Schaapsweg (verkeersbesluiten 2 en 3).
Het toetsingskader
8. Uit artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wvw 1994 volgt dat een verkeersbesluit kan worden genomen met het oog op het belang van de verkeersveiligheid of van de bescherming van weggebruikers. Uit het tweede lid, onder a, van dat artikel volgt dat een verkeersbesluit ook kan worden genomen om door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade te voorkomen of beperken.
9. Op grond van artikel 21 van het BABW moet in een verkeersbesluit de doelstelling of doelstellingen worden gemotiveerd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wvw genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit en op welke manier de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.
10. Een bestuursorgaan komt bij het nemen van een verkeersbesluit beoordelingsruimte toe bij de uitleg van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wvw 1994 genoemde begrippen. De rechter toetst of het bestuursorgaan geen onredelijk gebruik heeft gemaakt van die beoordelingsruimte. Nadat het bestuursorgaan heeft vastgesteld welke verkeersbelangen in welke mate naar zijn oordeel bij het besluit dienen te worden betrokken, dient het die belangen tegen elkaar af te wegen. Daarbij komt het bestuursorgaan beleidsruimte toe. De bestuursrechter toetst of de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van het verkeersbesluit niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen.
11. De voorzieningenrechter stelt vast dat niet in geding is dat verzoeker is aan te merken als belanghebbende in vorenbedoelde zin. Hij wordt immers als bewoner van de Schaapsweg direct getroffen door de verkeersbesluiten.
De verkeersbesluiten
12. Uit de motivering in de verkeersbesluiten en uit hetgeen het college ter zitting naar voren heeft gebracht blijkt dat de verkeersbesluiten zijn genomen met het oog op het belang van de verkeersveiligheid en de bescherming van de weggebruikers. Omdat de Roerbrug tijdens de werkzaamheden voor al het gemotoriseerd verkeer is afgesloten, wil het college voor het bouwverkeer, het openbaar vervoer en de hulpdiensten tijdelijke maatregelen treffen teneinde de doorstroom van dit verkeer te bevorderen. Voetgangers en (brom)fietsers kunnen wel gebruik blijven maken van de Roerbrug tijdens de werkzaamheden. De fietspaden aan weerszijden van de brug blijven open voor fiets- en bromverkeer. Hulpdiensten en het openbaar vervoer krijgen een gegarandeerde rijroute. Om ervoor te zorgen dat de hulpdiensten en het openbaar vervoer hun aanrijtijden/dienstregeling halen, wordt:
- een tijdelijk parkeerverbod aan beide zijden van de Schaapsweg ingesteld; en
- een tijdelijke voorrangsregeling ingesteld die inhoudt dat alle verkeer op de
Schaapsweg voorrang heeft ten opzichte van alle aansluitende zijwegen.
Verder heeft het college het voor de doorstroming en om te voorkomen dat vrachtverkeer zijn eigen weg gaat zoeken in en rondom de kern van Sint Odiliënberg, wenselijk geacht dat gedurende de werkzaamheden aan de Roerbrug de geldende geslotenverklaring voor vrachtauto’s uitgezonderd bestemmingsverkeer, tijdelijk wordt ingetrokken.
13. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college geen onredelijk gebruik gemaakt van zijn beleidsruimte. Daarnaar gevraagd heeft het college aangegeven dat de Schaapsweg van oudsher al veelvuldig wordt gebruikt. Het is een belangrijke verkeersader binnen de gemeente. Dit is door verzoeker niet weersproken. Daar komt bij dat een ontsluiting in de kern van de gemeente niet handig zou zijn. Verder heeft het college naar voren gebracht dat de Schaapsweg breed genoeg is om twee vrachtauto’s te laten passeren. Hierover is advies ingewonnen bij de provincie. Het college verwacht dat het verkeer zal anticiperen op de tijdelijke verkeersmaatregelen en hierdoor de hoogte van de snelheid zal aanpassen. Verder geeft het college aan dat er contact is geweest met de vervoerders (van bouwmaterialen) en zij hebben aangegeven geen gebruik te zullen maken van de Schaapsweg, maar van de andere omleidingsroutes. [naam 4] heeft vervolgens vanuit de provincie naar voren gebracht dat, zeker in het begin, verkeersregelaars zullen worden ingezet op drukke spitsmomenten op de Schaapsweg om het verkeer, indien nodig, aan te spreken.
14. Voor zover verzoeker heeft beoogd als bezwaargrond aan te voeren dat hij zich niet kan vinden in de periode waarin de werkzaamheden aan de Roerbrug gaan plaatsvinden, te weten november-december 2022, is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit betoog niet kan slagen, omdat dit buiten het bestek van de onderhavige voorzieningenprocedure valt. De renovatie van de Roerbrug is immers een project van de provincie en niet van de gemeente Roerdalen. De gemeente heeft derhalve over het tijdstip van aanvang van deze werkzaamheden geen zeggenschap. Het had daarom op de weg van verzoeker gelegen om tijdig te ageren tegen het desbetreffende provinciaal besluit, indien hij zich hierin niet kon vinden. Overigens heeft [naam 4] op zitting toegelicht dat de reden dat zo snel mogelijk wordt gestart met de fysieke werkzaamheden is gelegen in de noodzaak om de brug te versterken mede gelet op de geplande toekomstige projecten aan de A73 en aan de markt in Vlodrop. Als wegbeheerder heeft de provincie de plicht om de weg veilig te beheren. Daarom wordt al op 14 november 2022 gestart met de fysieke werkzaamheden. Daarbij merkt [naam 4] op dat er bij hinder meteen aan de bel kan worden getrokken.
15. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is niet gebleken dat de gevolgen van de verkeersbesluiten onevenredig bezwarend zijn voor verzoeker. De belangen van verzoeker zien enerzijds op de verkeersveiligheid en dan met name op de hoge snelheid op de Schaapsweg doordat geen voorrang hoeft te worden verleend aan verkeer uit de zijwegen van rechts en anderzijds op de aanwezigheid van vrachtverkeer op de Schaapsweg. Daartegenover heeft het college gesteld dat het noodzakelijk is dat voor het bouwverkeer, het openbaar vervoer en de hulpdiensten tijdelijke maatregelen worden getroffen ter waarborging van de bereikbaarheid, leefbaarheid, verkeersveiligheid en voor de doorstroom van het verkeer. Dit is als zodanig niet door verzoeker bestreden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter wegen de belangen van verzoeker niet op tegen de belangen die gemoeid zijn met de tijdelijke verkeersmaatregelen. Daarbij neemt de voorzieningenrechter mede in aanmerking dat het om tijdelijke verkeersmaatregelen gaat. Dat er, zoals ter zitting is gebleken, al een jarenlange discussie speelt over de toegestane maximumsnelheid op de Schaapsweg, betekent evenmin dat er in dit geval aan de belangen van verzoeker voorrang dient te worden gegeven en de verkeersbesluiten voor schorsing in aanmerking komen. Ook de omstandigheid dat er mogelijk door toekomstige projecten (opnieuw) hinder en overlast op de Schaapsweg zal ontstaan, valt buiten het bestek van deze voorzieningenprocedure. Dat geldt ook voor de door verzoeker naar voren gebrachte belangen die zien op de nadelige (gezondheids)effecten van de maatregelen op de lange termijn, nu deze niet relevant zijn voor de beoordeling of het college thans in redelijkheid de verkeersbesluiten heeft mogen nemen.
De inloopbijeenkomst
16. Gebleken is dat de door verzoeker genoemde inloopbijeenkomst op 20 oktober 2022 niet was georganiseerd door het college maar door de provincie. Het college heeft ter zitting erkend dat namens hen niemand is verschenen. Dit neemt, naar de mening van het college, echter niet weg dat de belangen van verzoeker verkeerstechnisch gezien heel goed zijn afgewogen. Deze afweging zit volgens het college vooral in de verkeersveiligheid van de bewoners en omwonenden van de Schaapsweg.
17. Gelet op de motivering van de verkeersbesluiten op dit punt ziet de voorzieningenrechter op voorhand geen aanleiding om voornoemd standpunt van het college in twijfel te trekken. Bij dit oordeel neemt de voorzieningenrechter mede in aanmerking dat verzoeker in de bezwaarprocedure en ook in de onderhavige voorzieningenprocedure de gelegenheid is geboden om zijn argumenten met betrekking tot de verkeersbesluiten naar voren te brengen, hetgeen hij ook heeft gedaan.
Handhaving van de genomen maatregelen
18. De voorzieningenrechter stelt vast dat als verkeersdeelnemers zich niet houden aan de maatregelen van het verkeersbesluit, zoals verzoeker stelt, dit een gevolg is van de uitvoering en de handhaving van de verkeersbesluiten. Dat gaat dus niet over de vraag waar het in deze procedure om draait, namelijk of de verkeersbesluiten wel genomen hadden mogen worden. De voorzieningenrechter geeft het college wel mee om aandacht te besteden aan de handhaving van de verkeersbesluiten.

Conclusie

19. Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter vooralsnog geen reden om aan te nemen dat aan de belangen van verzoeker in bezwaar doorslaggevend gewicht zal worden toegekend of voor de verwachting dat de verkeersbesluiten na heroverweging geen stand zullen kunnen houden. De voorzieningenrechter ziet dan ook thans geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening.
20. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de voorzieningenrechter de tijdelijke verkeersbesluiten 2 en 3 niet zal schorsen. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J. Krens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.S.A.W. Raes, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 november 2022.
griffier rechter
De griffier is niet in staat deze uitspraak mede te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op: 11 november 2022.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.