3.2.Deze vragen hadden volgens verzoeker beantwoord kunnen worden tijdens de inloopbijeenkomst op 20 oktober 2022. Tijdens deze bijeenkomst was geen vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig, aldus verzoeker.
4. Het college stelt zich op het standpunt dat de verkeersbesluiten zijn genomen met inachtneming van het gestelde in artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994
(Wvw 1994) en artikel 12 van Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW). Ook heeft het college met betrekking tot deze besluiten overleg gevoerd met de taakaccenthouder verkeer van de basiseenheid Echt-Susteren Roerdalen van de politieregio Limburg en dit heeft geleid tot een positief advies. Naar de mening van het college zijn de eventuele nadelige gevolgen voor belanghebbenden van de verkeersbesluiten niet onevenredig in verhouding tot de met de besluiten te dienen doelen.
Het oordeel van de voorzieningenrechter
5. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) – voor zover hier van belang – kan, indien tegen een besluit voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
6. De voorzieningenrechter stelt vast dat aan de eerste twee in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb geformuleerde vereisten is voldaan, nu namens verzoeker bezwaar is gemaakt tegen de verkeersbesluiten en deze rechtbank bevoegd kan worden geacht om van de (mogelijke) hoofdzaak kennis te nemen. Nu het college voornemens is de tijdelijke maatregelen te laten ingaan op 14 november 2022, acht de voorzieningenrechter de vereiste onverwijlde spoed eveneens voldoende aannemelijk gemaakt.
7. Ter zitting heeft verzoeker desgevraagd te kennen gegeven dat zijn verzoek niet gericht is tegen het verkeersbesluit dat ziet op het tijdelijk parkeerverbod aan de Schaapsweg (verkeersbesluit 1). Het verzoek ziet enkel op de verkeersbesluiten die zien op de tijdelijke voorrangsregeling en de tijdelijke intrekking van de geslotenverklaring voor vrachtauto’s uitgezonderd bestemmingsverkeer op de Schaapsweg (verkeersbesluiten 2 en 3).
8. Uit artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wvw 1994 volgt dat een verkeersbesluit kan worden genomen met het oog op het belang van de verkeersveiligheid of van de bescherming van weggebruikers. Uit het tweede lid, onder a, van dat artikel volgt dat een verkeersbesluit ook kan worden genomen om door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade te voorkomen of beperken.
9. Op grond van artikel 21 van het BABW moet in een verkeersbesluit de doelstelling of doelstellingen worden gemotiveerd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wvw genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit en op welke manier de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.
10. Een bestuursorgaan komt bij het nemen van een verkeersbesluit beoordelingsruimte toe bij de uitleg van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wvw 1994 genoemde begrippen. De rechter toetst of het bestuursorgaan geen onredelijk gebruik heeft gemaakt van die beoordelingsruimte. Nadat het bestuursorgaan heeft vastgesteld welke verkeersbelangen in welke mate naar zijn oordeel bij het besluit dienen te worden betrokken, dient het die belangen tegen elkaar af te wegen. Daarbij komt het bestuursorgaan beleidsruimte toe. De bestuursrechter toetst of de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van het verkeersbesluit niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen.
11. De voorzieningenrechter stelt vast dat niet in geding is dat verzoeker is aan te merken als belanghebbende in vorenbedoelde zin. Hij wordt immers als bewoner van de Schaapsweg direct getroffen door de verkeersbesluiten.
12. Uit de motivering in de verkeersbesluiten en uit hetgeen het college ter zitting naar voren heeft gebracht blijkt dat de verkeersbesluiten zijn genomen met het oog op het belang van de verkeersveiligheid en de bescherming van de weggebruikers. Omdat de Roerbrug tijdens de werkzaamheden voor al het gemotoriseerd verkeer is afgesloten, wil het college voor het bouwverkeer, het openbaar vervoer en de hulpdiensten tijdelijke maatregelen treffen teneinde de doorstroom van dit verkeer te bevorderen. Voetgangers en (brom)fietsers kunnen wel gebruik blijven maken van de Roerbrug tijdens de werkzaamheden. De fietspaden aan weerszijden van de brug blijven open voor fiets- en bromverkeer. Hulpdiensten en het openbaar vervoer krijgen een gegarandeerde rijroute. Om ervoor te zorgen dat de hulpdiensten en het openbaar vervoer hun aanrijtijden/dienstregeling halen, wordt:
- een tijdelijk parkeerverbod aan beide zijden van de Schaapsweg ingesteld; en
- een tijdelijke voorrangsregeling ingesteld die inhoudt dat alle verkeer op de
Schaapsweg voorrang heeft ten opzichte van alle aansluitende zijwegen.
Verder heeft het college het voor de doorstroming en om te voorkomen dat vrachtverkeer zijn eigen weg gaat zoeken in en rondom de kern van Sint Odiliënberg, wenselijk geacht dat gedurende de werkzaamheden aan de Roerbrug de geldende geslotenverklaring voor vrachtauto’s uitgezonderd bestemmingsverkeer, tijdelijk wordt ingetrokken.
13. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college geen onredelijk gebruik gemaakt van zijn beleidsruimte. Daarnaar gevraagd heeft het college aangegeven dat de Schaapsweg van oudsher al veelvuldig wordt gebruikt. Het is een belangrijke verkeersader binnen de gemeente. Dit is door verzoeker niet weersproken. Daar komt bij dat een ontsluiting in de kern van de gemeente niet handig zou zijn. Verder heeft het college naar voren gebracht dat de Schaapsweg breed genoeg is om twee vrachtauto’s te laten passeren. Hierover is advies ingewonnen bij de provincie. Het college verwacht dat het verkeer zal anticiperen op de tijdelijke verkeersmaatregelen en hierdoor de hoogte van de snelheid zal aanpassen. Verder geeft het college aan dat er contact is geweest met de vervoerders (van bouwmaterialen) en zij hebben aangegeven geen gebruik te zullen maken van de Schaapsweg, maar van de andere omleidingsroutes. [naam 4] heeft vervolgens vanuit de provincie naar voren gebracht dat, zeker in het begin, verkeersregelaars zullen worden ingezet op drukke spitsmomenten op de Schaapsweg om het verkeer, indien nodig, aan te spreken.
14. Voor zover verzoeker heeft beoogd als bezwaargrond aan te voeren dat hij zich niet kan vinden in de periode waarin de werkzaamheden aan de Roerbrug gaan plaatsvinden, te weten november-december 2022, is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit betoog niet kan slagen, omdat dit buiten het bestek van de onderhavige voorzieningenprocedure valt. De renovatie van de Roerbrug is immers een project van de provincie en niet van de gemeente Roerdalen. De gemeente heeft derhalve over het tijdstip van aanvang van deze werkzaamheden geen zeggenschap. Het had daarom op de weg van verzoeker gelegen om tijdig te ageren tegen het desbetreffende provinciaal besluit, indien hij zich hierin niet kon vinden. Overigens heeft [naam 4] op zitting toegelicht dat de reden dat zo snel mogelijk wordt gestart met de fysieke werkzaamheden is gelegen in de noodzaak om de brug te versterken mede gelet op de geplande toekomstige projecten aan de A73 en aan de markt in Vlodrop. Als wegbeheerder heeft de provincie de plicht om de weg veilig te beheren. Daarom wordt al op 14 november 2022 gestart met de fysieke werkzaamheden. Daarbij merkt [naam 4] op dat er bij hinder meteen aan de bel kan worden getrokken.
15. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is niet gebleken dat de gevolgen van de verkeersbesluiten onevenredig bezwarend zijn voor verzoeker. De belangen van verzoeker zien enerzijds op de verkeersveiligheid en dan met name op de hoge snelheid op de Schaapsweg doordat geen voorrang hoeft te worden verleend aan verkeer uit de zijwegen van rechts en anderzijds op de aanwezigheid van vrachtverkeer op de Schaapsweg. Daartegenover heeft het college gesteld dat het noodzakelijk is dat voor het bouwverkeer, het openbaar vervoer en de hulpdiensten tijdelijke maatregelen worden getroffen ter waarborging van de bereikbaarheid, leefbaarheid, verkeersveiligheid en voor de doorstroom van het verkeer. Dit is als zodanig niet door verzoeker bestreden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter wegen de belangen van verzoeker niet op tegen de belangen die gemoeid zijn met de tijdelijke verkeersmaatregelen. Daarbij neemt de voorzieningenrechter mede in aanmerking dat het om tijdelijke verkeersmaatregelen gaat. Dat er, zoals ter zitting is gebleken, al een jarenlange discussie speelt over de toegestane maximumsnelheid op de Schaapsweg, betekent evenmin dat er in dit geval aan de belangen van verzoeker voorrang dient te worden gegeven en de verkeersbesluiten voor schorsing in aanmerking komen. Ook de omstandigheid dat er mogelijk door toekomstige projecten (opnieuw) hinder en overlast op de Schaapsweg zal ontstaan, valt buiten het bestek van deze voorzieningenprocedure. Dat geldt ook voor de door verzoeker naar voren gebrachte belangen die zien op de nadelige (gezondheids)effecten van de maatregelen op de lange termijn, nu deze niet relevant zijn voor de beoordeling of het college thans in redelijkheid de verkeersbesluiten heeft mogen nemen.
16. Gebleken is dat de door verzoeker genoemde inloopbijeenkomst op 20 oktober 2022 niet was georganiseerd door het college maar door de provincie. Het college heeft ter zitting erkend dat namens hen niemand is verschenen. Dit neemt, naar de mening van het college, echter niet weg dat de belangen van verzoeker verkeerstechnisch gezien heel goed zijn afgewogen. Deze afweging zit volgens het college vooral in de verkeersveiligheid van de bewoners en omwonenden van de Schaapsweg.
17. Gelet op de motivering van de verkeersbesluiten op dit punt ziet de voorzieningenrechter op voorhand geen aanleiding om voornoemd standpunt van het college in twijfel te trekken. Bij dit oordeel neemt de voorzieningenrechter mede in aanmerking dat verzoeker in de bezwaarprocedure en ook in de onderhavige voorzieningenprocedure de gelegenheid is geboden om zijn argumenten met betrekking tot de verkeersbesluiten naar voren te brengen, hetgeen hij ook heeft gedaan.
Handhaving van de genomen maatregelen
18. De voorzieningenrechter stelt vast dat als verkeersdeelnemers zich niet houden aan de maatregelen van het verkeersbesluit, zoals verzoeker stelt, dit een gevolg is van de uitvoering en de handhaving van de verkeersbesluiten. Dat gaat dus niet over de vraag waar het in deze procedure om draait, namelijk of de verkeersbesluiten wel genomen hadden mogen worden. De voorzieningenrechter geeft het college wel mee om aandacht te besteden aan de handhaving van de verkeersbesluiten.