ECLI:NL:RBLIM:2022:8750
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van besluit SVB inzake aflossingscapaciteit AOW-uitkering
Op 8 november 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoekster en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over de schorsing van een besluit betreffende de aflossingscapaciteit van de AOW-uitkering van verzoekster. De SVB had op 21 januari 2022 de aflossingscapaciteit vastgesteld op € 247,88 per maand, welke maandelijks zou worden verrekend met de AOW-uitkering. Verzoekster was het niet eens met deze beslissing en had bezwaar aangetekend, waarbij zij verzocht om schorsing van het besluit totdat er uitspraak was gedaan in de beroepsprocedure.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling de economische, maatschappelijke en politieke context van het moment in aanmerking genomen, met name de stijgende energiekosten en de inflatie. Ondanks de coulanceregeling van de SVB, die voorziet in een geleidelijke verhoging van de aflossingscapaciteit, was de voorzieningenrechter van mening dat verzoekster in haar huidige financiële situatie niet in staat zou zijn om aan de aflossingsverplichting te voldoen zonder in betalingsproblemen te komen. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om het bestreden besluit en het primaire besluit van de SVB te schorsen tot de uitspraak op het beroep, waarbij hij het belang van verzoekster zwaarder liet wegen dan dat van de SVB.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van realistische en effectieve rechtsbescherming in het licht van de huidige economische omstandigheden. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de SVB het griffierecht aan verzoekster moet vergoeden, en heeft aangegeven dat de bodemzaak in de eerste helft van het volgende jaar op zitting zal worden behandeld.