ECLI:NL:RBLIM:2022:8707

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 november 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
C/03/310095 / KG ZA 22-382
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie van onrechtmatige beschuldigingen op plaatselijke media toegewezen

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 november 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee buren, waarbij de eiseres vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagde in verband met onrechtmatige beschuldigingen die op sociale media zijn gedaan. De eiseres, woonachtig in [woonplaats 1], heeft de gedaagde, die in [woonplaats 2] woont, beschuldigd van het onterecht beschuldigen van haar van het bekrassen van zijn auto. De gedaagde had op sociale media een filmpje geplaatst waarin hij de eiseres beschuldigde van vernieling, wat leidde tot een escalatie van hun burenconflict. De eiseres vorderde rectificatie van de onrechtmatige uitlatingen en een schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door de eiseres publiekelijk te beschuldigen zonder voldoende bewijs, en dat de eiseres recht had op rectificatie van de uitlatingen. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres tot rectificatie toe, maar wees de vorderingen tot schadevergoeding af, omdat de eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor immateriële schade. De gedaagde werd veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie op sociale media en het betalen van een dwangsom voor elke dag dat hij niet aan deze veroordeling voldeed. De overige vorderingen van beide partijen werden afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/310095 / KG ZA 22-382
Vonnis in kort geding van 9 november 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres,
Fout! De documentvariabele ontbreekt.,
advocaat mr. J.L.E. Marchal te Maastricht,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. K.D. Regter te Heerlen
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 7 producties;
  • de producties 8 en 9;
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met 10 producties;
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiseres]
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn geruime tijd buren geweest. [eiseres] woonde (met haar man) aan de [adres 1] te [woonplaats 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] woont aan de [adres 2] .
2.2.
Partijen hebben ruzie gekregen. In dat kader is [eiseres] schuldig bevonden aan vernieling van een dummy camera van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 7 maart 2020. De zaak is afgedaan met een politietransactie voor een bedrag van € 200,00. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft bij het gerechtshof te
’s-Hertogenbosch geklaagd over het feit dat [eiseres] niet strafrechtelijk is vervolgd voor dit feit en evenmin voor de vermeende mishandeling op die dag van hem door [eiseres] .
2.3.
[eiseres] en haar echtgenoot zijn in april 2021 verhuisd naar de [adres 3] te [woonplaats 1] .
2.4.
In juni 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangifte tegen [eiseres] gedaan van vernieling (bekrassing) van zijn auto op 7 juni 2022. De zaak is door het openbaar ministerie op 27 juni 2022 geseponeerd omdat volgens de officier van justitie sprake was van onvoldoende bewijs.
2.5.
Hierna heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op het sociaal medium “Next door” een filmpje geplaatst met daarbij de volgende tekst:
Op de beelden is te zien dat een fietser richting mijn auto fietst zich inhoudt met trappen en krassen maakt (gelet op het geluid) en hierna een psychopathisch lachje maak. Aan het postuur en zeker de lach kan ik met volledige zekerheid zeggen dat dit mijn oude buurvrouw is [buurvrouw] [eiseres] . Dit is helaas niet mijn eerste kras op mijn auto, maar deze keer heb ik haar op de camera. Om mijn aangifte sterk bij het OM te maken, vraag ik iedereen die meer livebeelden van de omgeving heeft op dat tijdstip, of iets later of vroeger van haar, mij gelieve dit te laten toekomen. Ook als iemand kan bevestigen aan haar lach, dat zij dit is, is welkom. Voorheen woonde zij aan de [adres 1] in [plaats 1] . Nu woont zij in de [adres 3] in [plaats 2] .
2.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft hetzelfde filmpje met de volgende tekst op “ [naam facebook] ” geplaatst:
Op camerabeelden (met geluid) heb ik mijn oude buurvrouw [buurvrouw] [eiseres] kunnen herkennen aan haar lach, dat zij dit heeft gedaan. Ik vraag getuigen in de buurt die mogelijk camerabeelden van haar hebben rond dit tijdstip of die haar lach herkennen. De beelden volgen nog.
2.7.
Bij brief van 11 augustus 2022 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiseres] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesommeerd alle negatieve uitlatingen over [eiseres] per direct te verwijderen en verwijderd te houden.
2.8.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daarop de naam van [eiseres] uit de teksten van de hiervoor opgenomen berichten verwijderd.
2.9.
Bij brief van 19 september 2022 heeft [eiseres] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesommeerd de gehele tekst te verwijderen en heeft zij hem gesommeerd tot een rectificatie inhoudende dat hij [eiseres] ten onrechte heeft beschuldigd.
2.10.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft dat geweigerd.
2.11.
Bij beschikking van 27 september 2022 heeft het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch het beklag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen de niet vervolging van het gebeuren op 7 maart 2020 (zie hiervoor onder 2.2. afgewezen. Ten aanzien van politietransactie heeft het gerechtshof overwogen dat dit een gebruikelijke wijze van afdoening is en niet te verwachten is dat de strafrechter een andere of hogere straf zal opleggen. Ten aanzien van de vermeende mishandeling heeft het gerechtshof overwogen dat, zo hiervan al voldoende wettig en overtuigend bewijs zou zijn, het geven van bevel tot vervolging niet opportuun zou zijn. Daarbij heeft het gerechtshof met name rekening gehouden met de omstandigheid dat de onderhavige feiten bezien dienen te worden tegen de achtergrond van een langdurig burenconflict, waar de ervaring leert dat inzet van het strafrecht zelden tot een bevredigende oplossing leidt.
Het gerechtshof heeft voorts acht geslagen op de omstandigheid dat beklaagde en haar partner inmiddels naar elders zijn verhuisd en het gedurende geruime tijd relatief rustig is tussen klager en beklaagde.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiseres] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te bevelen om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis op de lokale social media “Next door” en “ [naam facebook] ” de navolgende tekst te plaatsen en gedurende drie maanden geplaatst te houden:
“In juni/juli van dit jaar heb ik mijn voormalige buurvrouw, mevrouw [eiseres] , ten onrechte beschuldigd van het bekrassen van mijn auto. Voorts heb ik mevrouw [eiseres] ten onrechte beschuldigd van een “psychopatisch lachje” en ook heb ik ten onrechte iedereen opgeroepen om livebeelden van mevrouw [eiseres] aan mij te laten toekomen. En eveneens ten onrechte heb ik mensen opgeroepen mevrouw [eiseres] te identificeren aan haar lach. Al deze uitingen en/of vragen zijn onrechtmatig geweest.”;
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te verbieden om mededelingen te doen of commentaar te geven voorafgaande aan deze rectificatie of na deze rectificatie;
3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat gedaagde niet aan de onder 1. en/of 2. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet;
4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen om aan eiseres ten titel van immateriële schadevergoeding te betalen een bedrag van € 500,00;
5. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert, zoals gewijzigd op de mondelinge behandeling, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. [eiseres] te (de voorzieningenrechter verstaat:) verbieden om na betekening van dit vonnis zich te begeven binnen een straal van 25 meter van de woning ( [adres 2] te [woonplaats 1] ), de auto (Suzuki Swift met kenteken [kenteken] ) en de persoon van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ;
b. [eiseres] te veroordelen om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen een dwangsom van € 250,00 per keer dat [eiseres] zich niet aan het vonnis ter zake de onder a. uitgesproken veroordeling houdt;
c. [eiseres] te veroordelen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen als voorschot een geldbedrag van
€ 2.685,85 op door haar verschuldigde materiële en immateriële schadevergoeding
d. [eiseres] te veroordelen in de proceskosten in reconventie.
5. De beoordeling in conventie en in reconventie
5.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de voorzieningenrechter deze gezamenlijk beoordelen.
5.2.
De onderhavige procedure betreft een kortgedingprocedure. Op grond van artikel 254 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan de voorzieningenrechter een onmiddellijke voorziening geven in alle spoedeisende zaken waarin deze - gelet op de belangen van partijen - wordt vereist. Het gaat om een ordemaatregel, dat wil zeggen een voorlopige maatregel in afwachting van de bodemprocedure. Daarbij moet de voorzieningenrechter een prognose maken van de uitkomst in de bodemprocedure en de belangen van partijen, waaronder de urgentie, afwegen bij het al dan niet geven van een ordemaatregel.
vordering 1 in conventie, rectificatie
5.3.
Het gaat hier om een botsing van twee fundamentele rechten: het recht van [eiseres] op vrijheid van meningsuiting op grond van artikel 7 Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) tegenover het belang van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij bescherming van haar eer en goede naam op grond van artikel 8 EVRM. Iedereen heeft het recht op vrijheid van meningsuiting. Dat betekent dat iedereen het recht heeft om zijn of haar gedachten en gevoelens te uiten, ongeacht de inhoud hiervan. Je hart luchten of je negatief uitlaten over een ander mag, ook als deze uitlatingen een beschuldiging tegen die ander inhouden. Er is echter een grens aan deze vrijheid van meningsuiting die wordt bereikt in het geval dat de beschuldigingen iemands eer en goede naam aantasten. Voor het antwoord op de vraag of het recht op vrijheid van meningsuiting of het recht ter bescherming van de eer of goede naam dient te prevaleren, moeten de wederzijde belangen worden afgewogen met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het geval.
5.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangifte tegen [eiseres] gedaan van vernieling van zijn auto op
7 juni 2020. Hij heeft de camerabeelden die hij hiervan had aan de politie laten zien. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak bij gebrek aan bewijs geseponeerd. Het Openbaar Ministerie zag dus (onder meer) in de getoonde camerabeelden onvoldoende bewijs om [eiseres] voor vernieling te vervolgen.
5.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiseres] vervolgens op basis van (deze) onduidelijke camerabeelden publiekelijk met naam en toenaam beschuldigd van vernieling en lezers van het door hem geplaatste bericht opgeroepen ondersteunend bewijs aan te leveren. Hiermee heeft hij onrechtmatig gehandeld en de eer en goede naam van [eiseres] aangetast. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft inmiddels op vordering van [eiseres] haar naam in de berichten verwijderd maar daarmee is deze aantasting niet ongedaan gemaakt. [eiseres] vordert daarom ook rectificatie van de berichten.
5.6.
Een vordering tot rectificatie is gebaseerd op artikel 6:162 BW met als lex specialis artikel 6:167 lid 1 BW dat als volgt luidt:
“Wanneer iemand krachtens deze titel jegens een ander aansprakelijk is ter zake van een onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard, kan de rechter hem op vordering van die ander veroordelen tot openbaarmaking van een rectificatie op een door de rechter aan te geven wijze.”
Hieruit blijkt dat het moet gaan om onjuiste of onvolledige uiting die bij rectificatie wordt rechtgezet. Dit artikel kent de voorzieningenrechter een discretionaire bevoegdheid toe: de voorzieningenrechter kan de gevraagde voorziening, in geval dat sprake is van onrechtmatige uitlatingen, weigeren indien de rectificatie geen passende oplossing is.
5.7.
De voorzieningenrechter acht rectificatie van de berichten in dit geval een passende maatregel. [eiseres] vordert in de rectificatietekst te vermelden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] haar “ten onrechte” heeft beschuldigd van het bekrassen van mijn auto, “ten onrechte” iedereen opgeroepen om livebeelden van mevrouw [eiseres] aan hem te laten toekomen en “ten onrechte” mensen heeft opgeroepen mevrouw [eiseres] te identificeren aan haar lach.
Of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat allemaal ten onrechte heeft gedaan, kan de voorzieningenrechter in het kader van dit deze kortgedingprocedure echter niet vaststellen. Daarvoor zou nadere bewijslevering nodig zijn en daarvoor leent zich een kort geding niet. Deze woorden kunnen daarom niet in de rectificatietekst worden opgenomen. Wel kan in de tekst worden opgenomen dat de handelwijze van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op deze punten onrechtmatig was. De voorzieningenrechter zal dienovereenkomstig beslissen. De voorzieningenrechter zal bepalen dat de rectificatie binnen twee weken na betekening van dit vonnis gedurende een termijn van twee maanden moet worden geplaatst.
De voorzieningenrechter acht de beschuldiging dat [eiseres] een psychopatisch lachje zou hebben niet onrechtmatig. Die persoonlijke mening valt onder de vrijheid van meningsuiting en tast de eer of goede naam van [eiseres] niet aan. Ter zake hoeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet te rectificeren.
De voorzieningenrechter wijst de vordering dan ook toe zoals hierna is bepaald.
vordering 2 in conventie:
5.8.
De voorzieningenrechter wijst deze vordering af omdat deze te algemeen geformuleerd is en daarmee te verstrekkend en te onbepaald en daarom niet te executeren.
vordering 3 in conventie, dwangsom
5.9.
De dwangsom op overtreding van de toegewezen vordering onder 1. zal worden beperkt zoals hierna is bepaald.
vordering 4 in conventie, immateriële schadevergoeding
5.10.
De voorzieningenrechter wijst deze vordering af. [eiseres] heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op basis waarvan de voorzieningenrechter kan vaststellen dat voorshands voldoende aannemelijk is dat sprake is van immateriële schade die een vergoeding van € 500,00 rechtvaardigt.
vorderingen 1 en 2 in reconventie: contact- en straatverbod met dwangsom
5.11.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert een straat- en contactverbod voor [eiseres] . Een straatverbod vormt een inbreuk op het recht van een ieder om zich vrijelijk te verplaatsen en is een ingrijpende maatregel. Voor oplegging van een dergelijke maatregel moet sprake zijn van feiten en omstandigheden die dat rechtvaardigen. Die feiten en omstandigheden moeten bovendien in hoge mate aannemelijk zijn. Ook voor het toewijzen van een contactverbod, zoals door [eiseres] gevorderd, moet een goede reden zijn bijvoorbeeld dat zij - structureel - ongewild contact zoekt met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , bedreigingen uit of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op een andere manier lastigvalt.
5.12.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hij verschoond wil blijven van vernieling van zijn eigendommen en aanvallen op zijn persoon. Vaststaat echter alleen dat [eiseres] in 2020, toen partijen nog buren waren, een dummycamera van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft vernield. Dat enkele feit biedt onvoldoende grondslag voor het gevorderde verbod. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet aannemelijk gemaakt dat [eiseres] zich schuldig heeft gemaakt aan andere vernielingen dan wel aanvallen op zijn persoon. Daarvoor is mogelijk nadere bewijsvoering nodig en daarvoor leent een kort geding zich niet. Deze vorderingen worden dus afgewezen.
vordering 3 in reconventie, materiële en immateriële schadevergoeding
5.13.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert een bedrag van € 1.185,85 aan schade die [eiseres] aan zijn auto zou hebben toegebracht. De voorzieningenrechter wijst deze vordering af, alleen al omdat zij niet kan vaststellen dat [eiseres] die schade heeft veroorzaakt en een kortgedingprocedure zich niet voor bewijsvoering leent. Datzelfde geldt voor de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde immateriële schadevergoeding van € 1.500,00 vanwege de vermeende mishandeling in 2020. Ook die mishandeling staat niet vast.
5.14.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie en reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 125,03
- griffierecht 314,00
- salaris advocaat
2.032,00(2 maal 1 punt x € 1.016)
Totaal € 2.471,03

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie en in reconventie
6.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis op de lokale sociale media “Next door” en “ [naam facebook] ” de navolgende tekst te plaatsen en gedurende twee maanden geplaatst te houden: “In juni/juli van 2022 heb ik mijn voormalige buurvrouw, mevrouw [eiseres] , beschuldigd van het bekrassen van mijn auto. Voorts heb iedereen opgeroepen om livebeelden van mevrouw [eiseres] aan mij te laten toekomen. En eveneens heb ik mensen opgeroepen mevrouw [eiseres] te identificeren aan haar lach. Deze uitingen en/of vragen zijn onrechtmatig geweest.”,
6.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet aan de onder 6.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet totdat een maximum van € 10.000,00 is bereikt;
6.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 2.471,03,
6.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst de overige vorderingen af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2022. [1]

Voetnoten

1.type: