Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 november 2022 in de zaak tussen
[eiseres], eiseres, allebei wonend in [woonplaats] , samen eisers
mr. F. Boukich),
Rechtbank Limburg
In deze zaak hebben eisers, wonend in [woonplaats], beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen. Na het indienen van het beroep heeft verweerder alsnog het besluit op bezwaar en een dwangsombesluit bekendgemaakt. Eisers hebben het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingetrokken en verzocht om proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de rechtsgevolgen in stand gelaten voor zover de gebreken zijn hersteld met een aanvullend besluit. De rechtbank heeft ook het beroep van rechtswege tegen het aanvullend besluit gegrond verklaard, omdat verweerder de inzage van persoonsgegevens had beperkt.
De rechtbank heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat verweerder aan eisers een proceskostenvergoeding van € 379,50 moet betalen. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 15 van de AVG en het zorgvuldigheidsbeginsel. Verweerder heeft de gelegenheid gekregen om de gebreken te herstellen met een aanvullend besluit. Dit aanvullend besluit heeft verweerder gedaan, maar eisers hebben hierop gereageerd en de rechtbank heeft bepaald dat een nadere zitting niet nodig was.
In de einduitspraak heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder met het aanvullend besluit heeft voldaan aan de herstelopdracht. De rechtbank heeft het beroep van eisers tegen het bestreden besluit gegrond verklaard en het bestreden besluit gedeeltelijk vernietigd. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eisers recht hebben op inzage van hun persoonsgegevens in interne notities en e-mails, en dat verweerder hen moet informeren over de verwerkingsdoeleinden en bewaartermijnen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om het betaalde griffierecht van € 178,- aan eisers te vergoeden en heeft de proceskosten vastgesteld op een totaalbedrag van € 2.277,-.