Op 26 oktober 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een wrakingsverzoek toegewezen dat was ingediend door mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat te Maastricht, namens haar cliënt. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de rechters mr. D. Osmić, mr. M.E.M.W. Nuijts en mr. W. Loof, die betrokken waren bij de behandeling van een strafzaak. De wrakingsprocedure begon op 4 oktober 2022, toen mr. Landerloo een verzoek tot wraking indiende, omdat zij vreesde dat de rechters niet onpartijdig waren. Dit kwam voort uit het feit dat de rechtbank op 3 oktober 2022 had besloten om een aanvullend verweer van de verdediging, dat op 30 september 2022 was ingediend, niet mee te nemen in de beraadslaging. De rechters stelden dat deze beslissing een procesrechtelijke beslissing was en niets te maken had met vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde echter dat de beslissing van de rechters de objectief gerechtvaardigde vrees bij verzoeker had kunnen doen ontstaan dat de rechters niet onpartijdig waren. De wrakingskamer concludeerde dat de rechters de nieuwe informatie uit de brief van 30 september 2022 niet voldoende hadden meegewogen en dat dit de schijn van partijdigheid had gewekt. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking toegewezen, wat betekent dat de rechters niet langer betrokken zijn bij de zaak.