In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 19 oktober 2022, staat de verdachte terecht voor poging tot zware mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 10 maart 2022 in een asielzoekerscentrum (AZC) te [plaats]. De verdachte, geboren in 2001, heeft tijdens een conflict met de aangever, [slachtoffer], een mes gepakt in een poging om de aangever af te schrikken en zijn medicijn, een katoenen riem met opgerolde Koranteksten, terug te krijgen. Tijdens de worsteling die volgde, raakte de aangever gewond aan zijn arm door het mes van de verdachte. De rechtbank oordeelt dat de verdachte niet de intentie had om de aangever te doden, maar dat hij wel de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel heeft aanvaard. De rechtbank verwierp het beroep op noodweer, omdat de verdediging niet in verhouding stond tot de ernst van de aanranding. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade mede het gevolg was van omstandigheden die aan de benadeelde partij konden worden toegerekend.