2.5.De gunningsbeslissing is op vrijdag 7 oktober 2021 door de Gemeenten aan CAZZ toegezonden en bevat een drietal afwijzingsgronden, te weten inzake de locatie groepsbegeleiding, de continuïteit van de onderneming en de vanzelfsprekende soberheid.
“U heeft ingeschreven op het inkooptraject “Wmo Maatwerkvoorziening” (ons kenmerk 139778). Uw inschrijving voor kwalificatie 1 t/m 6 is beoordeeld en wij hebben vastgesteld dat u niet in aanmerking komt voor toelating.
Toelichting niet toelaten kwalificaties
Locatie Groepsbegeleiding
Uit de door u aangeleverde informatie blijkt dat u niet beschikt over één of meerdere locaties in (of net buiten) de regio Westelijke Mijnstreek voor het leveren van het Product Groepsbegeleiding ontwikkeling, het Product Groepsbegeleiding stabiliteit en behoud psychogeriatrisch en het Product Groepsbegeleiding stabiliteit en behoud overig. U beschikt slechts over een locatie in Hoensbroek. U heeft bij Inschrijving geen informatie aangeleverd op basis waarvan wij hebben kunnen vaststellen dat dit op datum aanvang Overeenkomst van opdracht wel het geval zal zijn (zie eis 17 Programma van eisen Groepsbegeleiding en vraag 57 en 203 van Vragen en antwoorden). (…).
Continuïteit onderneming
Uit de door u bij Inschrijving aangeleverde jaarrekening van het jaar 2019 is gebleken dat u niet voldoet aan artikel 14 van de Uitvoeringsvoorwaarden. Een negatieve solvabiliteit in combinatie met een negatief weerstandsvermogen leiden zonder aanvullende financiële zekerheden tot een knock-out. U heeft geen aanvullende financiële zekerheden aangeleverd.
Vanzelfsprekende soberheid
Uit de door u bij Inschrijving aangeleverde jaarrekening van het jaar 2019 is gebleken dat u niet voldoet aan financiële parameter Inhuurkrachten: inhuurkosten gedeeld door de totale loonkosten + de inhuurkosten. Dit percentage (inclusief ZZP) is hoger dan 30%. Dit is een knock-out criterium (zie artikel 13 en bijlage 2 van de Uitvoeringsvoorwaarden).
Bezwaarmogelijkheid
Indien u het niet eens bent met ons besluit dient u binnen zeven (7) kalenderdagen na de dag van verzending van deze brief (te rekenen vanaf verzenddatum bericht in Negometrix waarmee u deze brief ontvangen heeft), een kort geding aanhangig te maken.
Alvorens u de beslissing tot het instellen van een kort geding neemt, wordt u verzocht om contact op te nemen met ons voor het voeren van een gesprek over uw bezwaarpunten.
Mocht u zich na het gesprek nog steeds niet kunnen verenigen met onze zienswijze, dan bestaat nog steeds de mogelijkheid voor het instellen van een kort geding.
Benadrukt wordt dat het verzoek tot een gesprek geen verplichting is en dat u altijd het recht heeft om (binnen de vervaltermijn) een kort geding aan te spannen.
Wel zijn de volgende vervaltermijnen aan de orde:
- Indien u zich niet kunt verenigen met ons besluit, maar géén gesprek daarover met ons wil voeren, dient u binnen uiterlijk 7 kalenderdagen na de dag van verzending van deze brief (te rekenen vanaf verzenddatum bericht waarmee u deze brief ontvangen heeft) een kort geding aan te spannen. U bent daarbij verplicht om gelijktijdig met het instellen van het kort geding ons daarover te informeren via een bericht in Negometrix. Bij dit bericht dient een digitale kopie van de concept dagvaarding te worden toegevoegd.
- Indien u zich niet kunt verenigen met ons besluit, en daarover eerst een gesprek met ons wil voeren, alvorens een besluit te nemen of u een kort geding wil instellen, dient u dit uiterlijk binnen 7 kalenderdagen na de dag van verzending van deze brief (te rekenen vanaf verzenddatum bericht waarmee u deze brief ontvangen heeft) aan ons te laten weten via een bericht in Negometrix. Wij bevriezen dan de vervaltermijn voor het instellen van een kort geding met een periode van maximaal twee weken. In die twee weken dient het gesprek plaats te vinden. Na afloop van het gesprek loopt de vervaltermijn verder met zoveel dagen als nog niet verstreken waren sedert het verzoek tot een gesprek. Indien de Inschrijver geen gebruik maakt van de geboden mogelijkheid tot een gesprek, start de bezwarentermijn opnieuw met zoveel dagen als nog niet verstreken waren sedert het verzoek tot een gesprek.
- Indien er binnen de voornoemde termijn van 7 kalenderdagen geen kort geding aanhangig wordt gemaakt, of een verzoek tot een gesprek wordt aangevraagd (via de voorgeschreven werkwijze), dan wel Inschrijver de geboden mogelijkheid tot het voeren van een gesprek binnen 2 weken na verzoek niet opvolgt, dan vervalt het recht van de Inschrijver om op een later moment alsnog tegen het besluit op te komen.
Als u nog vragen heeft over ons besluit of hier anderszins op wilt reageren, stuur dan uw
bericht via het berichtenverkeer van Negometrix.”