Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
Deze overeenkomst wordt vervolgens voortgezet voor aansluitende perioden van telkens 5 jaar.”
“Indien huurder zich, na door verhuurder behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan de in de huurovereenkomst en de in deze algemene bepalingen opgenomen voorschriften, verbeurt huurder aan verhuurder, voor zover geen specifieke boete is overeengekomen, een direct opeisbare boete van € 250,00 per dag voor elke dag dat huurder in verzuim is. Het vorenstaande laat onverlet het recht van verhuurder op volledige schadevergoeding, voor zover de geleden schade de verbeurde boete betreft.”
3.Het geschil
- de huurpenningen tot 31 juli 2026;
- een bedrag van € 7.291,61 aan huurachterstand over de periode van 1 juli 2021 tot e met april 2022, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- een bedrag van € 76.000,00 aan boete berekend over de maanden juli 2021 tot en met april 2022, te vermeerderen met een bedrag van € 250,00 per dag, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente;
- € 1.607,92 aan buitengerechtelijke kosten;
- de kosten van deze procedure, inclusief de nakosten.