ECLI:NL:RBLIM:2022:8029

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 oktober 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
9979109 \ CV EXPL 22-3223
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van geleverde rijmotoren met verweer over ondeugdelijkheid

In deze civiele zaak vordert VTS Constructions B.V. betaling van een bedrag van € 2.881,16 van gedaagde, die stelt dat de geleverde rijmotoren ondeugdelijk zijn. De gedaagde heeft de rijmotoren op 16 maart 2022 opgehaald en heeft op 17 maart 2022 per e-mail gecommuniceerd dat de motoren niet passend zijn. Op 18 maart 2022 heeft gedaagde opnieuw per e-mail aangegeven dat hij een oplossing verwachtte, maar er is geen formele ingebrekestelling verstuurd. De kantonrechter oordeelt dat er geen verzuim is ingetreden, omdat de gedaagde niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten voor ontbinding van de overeenkomst. Hierdoor wordt het verweer van gedaagde verworpen en wordt de vordering van VTS toegewezen, inclusief rente en kosten. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.031,41. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9979109 \ CV EXPL 22-3223
Vonnis van 19 oktober 2022
in de zaak van
VTS CONSTRUCTIONS B.V., H.O.D.N. VTS CONSTRUCTIONS B.V. EN VTS TRACK SOLUTIONS,
te Maarheeze, gemeente Cranendonck,
eisende partij,
hierna te noemen: VTS
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
VTS heeft aan [gedaagde] twee rijmotoren verkocht. Bij factuur van 17 maart 2022 is een bedrag van € 2.458,96 bij [gedaagde] in rekening gebracht.
2.2.
[gedaagde] heeft de rijmotoren op 16 maart 2022 opgehaald bij VTS.
2.3.
Per e-mail van 17 maart 2022 laat [gedaagde] weten dat de rijmotoren niet passend zijn.
2.4.
Op 18 maart 2022 schrijft [gedaagde] per e-mail het volgende:

Zoals telefonisch afgesproken in ons telefoon gesprek omstreeks 12.00 vandaag op 18-3-2022 zouden jullie om omstreeks 13.00 mij iets laten weten over het niet pasklaar leveren van 2 door jullie geleverde rijmotoren voor onze minigraver takeuchi tb125.
Hierbij verzaaken jullie om met een passende oplossing te kome. Ook heb ik jullie aangegeven dat ik de machine dringend nodig heb en U geeft ook aan dat U dat ook begrijpt
Aangezien ik van jullie niets meer vernomen heb ben ik zelf een oplossing gaan zoeken van deze oplossing zal ik jullie dan ook een factuur sturen en zal deze ook verrekenen met de factuur van de niet pasklare rijmotoren die ik van jullie gehad heb”.

3.Het geschil

3.1.
VTS vordert - samengevat - betaling van een bedrag van € 2.881,16, te vermeerderen met rente en kosten
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Deze procedure gaat over de vraag of [gedaagde] de factuur van VTS en bijkomende rente en kosten moet betalen. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is. Hierna licht de kantonrechter zijn oordeel toe.
4.2.
Uit het verweer leidt de kantonrechter af dat [gedaagde] zich op het standpunt stelt dat er een ondeugdelijk product is geleverd en dat hij daarom de factuur niet hoeft te betalen. Om daarin gelijk te krijgen dient [gedaagde] aan een aantal wettelijke regels te voldoen.
4.3.
Een van die wettelijke regels waaraan moet worden voldaan is dat het recht op ontbinding en schadevergoeding pas ontstaat als de opdrachtnemer in verzuim is. Verzuim treedt in als de wederpartij – nadat hij over het gebrek is geïnformeerd - een redelijke termijn heeft gekregen om dat gebrek te herstellen, welke termijn hij ongebruikt voorbij laat gaan. Dat wordt een ingebrekestelling genoemd. Een dergelijk stuk ontbreekt in dit geval. Weliswaar maakt [gedaagde] in zijn e-mail van 18 maart 2022 om 16.29 uur melding dat die dag omstreeks 12.00 uur zou zijn aangegeven dat VTS binnen een uur met een oplossing zou moeten komen, maar dit kan doorgaans niet als een deugdelijke ingebrekestelling worden aangemerkt. Daarvoor is de gegeven termijn van een uur te kort. Dat is wellicht anders als er speciale afspraken met betrekking tot de tijdigheid van de levering van de rijmotoren zijn gemaakt, maar daarvan is geen sprake.
4.4.
Nu er geen verzuim is ingetreden ontbreekt het wettelijk vereiste om tot ontbinding van de overeenkomst te kunnen komen. Hetzelfde geldt voor de gevorderde vergoeding van schade. De kantonrechter begrijpt dat een en ander vermoedelijk zuur is voor [gedaagde] . Zijn verweer sneuvelt op een formeel juridisch punt terwijl niet wordt toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van zijn klacht over de rijmotoren. Echter, dat is (helaas) een risico dat inherent is aan procederen zonder te beschikken over voldoende juridische kennis of het inwinnen van juridisch advies.
4.5.
Omdat het verweer van [gedaagde] is verworpen, wordt de vordering van VTS toegewezen. Dit geldt ook voor de gevorderde rente en incassokosten, omdat hiertegen geen verweer is gevoerd.
4.6.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van VTS als volgt vastgesteld:
  • dagvaarding € 108,41
  • griffierecht 487,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.031,41
4.7.
De kantonrechter zal dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan VTS te betalen een bedrag van € 2.881,16, te vermeerderen met de contractuele rente van 12% per jaar over € 2.458 vanaf 28 juni 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van VTS tot dit vonnis vastgesteld op € 1.031,41,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 19 oktobert 2022.
Type: plg