ECLI:NL:RBLIM:2022:7993

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
C/03/294622 / HA ZA 21-381
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige van het kadaster en regeling van descente

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 12 oktober 2022 een vonnis gewezen in de procedure tussen eiser en gedaagde. De zaak betreft de benoeming van een deskundige van het Kadaster en de regeling van een tweede descente. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.M.M. Hamers, en gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H.G. Theunissen, hebben ingestemd met de benoeming van de landmeter Maurice Merken van het Kadaster. De rechtbank heeft bepaald dat de descente zal plaatsvinden op 7 februari 2023, waarbij de landmeter op 6 februari 2023 voorwerk zal verrichten. De rechtbank heeft het voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 920,00, dat door eiser moet worden betaald. De rechtbank benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat bij niet-naleving de rechtbank daaruit de gevolgtrekking kan maken die zij geraden acht. De deskundige is opgedragen om na afloop van het onderzoek ter zitting direct verslag uit te brengen, en partijen dienen binnen vier weken te reageren op het conceptrapport van de deskundige. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/294622 / HA ZA 21-381
Vonnis van 12 oktober 2022 (bij vervroeging)
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. S.M.M. Hamers,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. H.H.G. Theunissen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 31 augustus 2022
  • de akte van [eiser]
  • de akte van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De overwegingen

2.1.
Naar aanleiding van het tussenvonnis van 31 augustus 2022 hebben partijen zich uitgelaten bij akte. Beide partijen hebben kenbaar gemaakt in te stemmen met een tweede descente in het bijzijn van een medewerker van het Kadaster. Ook stemmen zij in met de hoogte van het voorschot van € 920,00 zoals voorgesteld door het Kadaster, en met de inhoud van de algemene voorwaarden van het Kadaster.
2.2.
De griffier van de rechtbank heeft naar aanleiding van de door partijen opgegeven verhinderdata overleg gepleegd met het Kadaster over de datum van de tweede descente. Het Kadaster heeft de griffier laten weten dat de descente kan plaatsvinden op dinsdag
7 februari 2023 om 09.00 uur. De rechtbank zal de descente op die dag en tijdstip plannen.
2.3.
Verder heeft het Kadaster kenbaar gemaakt dat de landmeter van het Kadaster, de heer M. Merken, op de dag vóór de descente, maandag 6 februari 2023, voorwerk zal verrichten (meten). De rechtbank verzoekt partijen in hun agenda daarmee rekening te houden, zodat als de landmeter hun perceel moet betreden voor het voorwerk zij thuis zijn. Een tijdstip is niet aan de rechtbank gecommuniceerd. De rechtbank zal in de beslissing het Kadaster opdragen tijdig aan partijen kenbaar te maken, hoe laat en op welk adres op maandag 6 februari 2023 het voorwerk plaatsvindt. Dit voorwerk zal
nietplaatsvinden in aanwezigheid van alle partijen, de advocaten, de rechter en de griffier. Op dinsdag
7 februari 2023 zal de landmeter in aanwezigheid van alle partijen, de advocaten, de rechter en de griffier de aanwijs in het terrein doen.
2.4.
De rechtbank zal de onder de beslissing vermelde deskundige benoemen en de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vaststellen op het in de beslissing vermelde bedrag.
2.5.
Zoals reeds is overwogen in r.o. 4.5. van het tussenvonnis van 31 augustus 2022 ziet de rechtbank geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de eisende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door [eiser] moeten worden betaald.
2.6.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.7.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.8.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
2.9.
De rechtbank zal tevens een voortzetting van descente in het bijzijn van de deskundige bevelen alsook de voortzetting van de (aansluitende) mondelinge behandeling ter plaatse.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt tot deskundige:
Maurice Merken, landmeter bij het Kadaster,
telefoon: 088-18 35 278,
e-mailadres: maurice.merken@kadaster.nl,
het voorschot
3.2.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van
€ 920,00 incl. btw,
3.3.
bepaalt dat [eiser] het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.4.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.5.
bepaalt dat [eiser] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.6.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek ter plaatse zal instellen onder leiding van mr. I.M. Etman op de
[adres 1] , [woonplaats] en op de [adres 2] , [woonplaats]op
dinsdag 7 februari 2023 om 09.00 uur(tevens dag, tijdstip en locatie van descente en mondelinge behandeling),
3.7.
bepaalt dat de deskundige partijen tijdig informeert hoe laat en op welk adres het voorwerk op
maandag 6 februari 2023zal plaatsvinden,
3.8.
wijst partijen er op, dat voor de zitting twee uur zal worden uitgetrokken,
3.9.
wijst de deskundige er op dat:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad
deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met
de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te
bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het
rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.10.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het verslag
3.11.
draagt de deskundige op om na afloop van het onderzoek ter zitting direct mondeling verslag uit te brengen, dan wel, indien dat niet mogelijk blijkt, te rapporteren op een na afloop van het onderzoek door de rechtbank te bepalen wijze en tijdstip,
3.12.
wijst de deskundige er op dat, indien schriftelijk wordt gerapporteerd:
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is
gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de
gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.13.
bepaalt dat, indien schriftelijk wordt gerapporteerd, partijen binnen vier weken dienen te reageren op het conceptrapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het conceptrapport te reageren,
overige bepalingen
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022. [1]

Voetnoten

1.type: JC