ECLI:NL:RBLIM:2022:7989

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
C/03/292394 / HA ZA 21-277
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen voor ter beschikking gesteld bouwpersoneel toegewezen met beoordeling van de overeenkomst van inlening versus aanneming van werk

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Limburg op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Totaal Beton Werken B.V. (TBW) en een andere besloten vennootschap. TBW vorderde betaling van openstaande facturen voor geleverde montagewerkzaamheden en ingeleend personeel. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een overeenkomst van aanneming van werk, maar van een overeenkomst tot inlening van arbeidskrachten. Dit betekent dat de opdrachtgever verantwoordelijk was voor het toezicht en de leiding over het werk. De rechtbank concludeerde dat TBW niet aansprakelijk was voor de vermeende gebreken in het werk, omdat de opdrachtgever geen toezicht had gehouden en niet had aangestuurd op correcties. TBW kreeg gelijk in haar vordering en de rechtbank wees de vordering van de gedaagde in reconventie af. De rechtbank veroordeelde de gedaagde tot betaling van een bedrag van € 32.952,50, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden ook toegewezen aan TBW.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/292394 / HA ZA 21-277
Vonnis van 12 oktober 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TOTAAL BETON WERKEN B.V.,
gevestigd te Uden,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. H.Th.A. Nijkamp te Uden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. L.W.J.P.F. Einig te Venlo.
Partijen zullen hierna TBW en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de rolbeslissing van 24 november 2021;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met 32 producties;
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling;
- de conclusie van antwoord in reconventie met de producties 15 en 16;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 1 juli 2022;
  • de spreekaantekeningen van TBW;
  • de spreekaantekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , tevens eisvermindering in reconventie;
  • de opmerkingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op het proces-verbaal van 7 juli 2022
  • de opmerkingen van TBW op het proces-verbaal van 12 juli 2022
  • de brief van de rechtbank aan partijen van 19 augustus 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
TBW exploiteert een onderneming in betonwerken. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] exploiteert een onderneming in de handel, het ontwikkelen en plaatsen van prefab betononderdelen.
2.2.
TBW heeft montagewerkzaamheden voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verricht in het project Asten voor een vaste aanneemsom. Voor meerwerk zijn partijen een uurloon van € 42,50
overeengekomen. Daarnaast hebben door TBW ingeleende arbeidskrachten montage-
werkzaamheden voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op het project Tholen verricht. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] werkte op dat project als aannemer voor hoofdaannemer [naam aannemer] (hierna: [naam aannemer] ). TBW bracht hiervoor vaste uurtarieven in rekening bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
2.3.
Bij e-mail van 4 mei 2021 schrijft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan TBW dat zij haar wil voorbereiden op veel opleverpunten in Tholen en dat zij op dat moment een rapport van 92 pagina’s aan het doorspitten is om te kijken welke klachten terecht zijn.
2.4.
Bij e-mail van 7 mei 2020 geeft TBW te kennen dat zij elke aansprakelijkheid afwijst onder meer omdat zij alleen personeel heeft geleverd op regie basis, zij niets heeft aangenomen in Tholen, zij daar nooit is geweest en zij geen enkel zicht heeft op wat daar is gebeurd.
2.5.
Bij e-mailbericht van 25 mei 2020 stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] TBW in gebreke omdat zij een opleverrapport heeft ontvangen van haar opdrachtgever en de daarin opgenomen klachten volgens haar grotendeels zijn te wijten aan de slechte kwaliteit van het door het personeel van TBW uitgevoerde werk. Zij geeft TBW de kans om de klachten uit het rapport zelf te herstellen. TBW doet dit niet.
2.6.
TBW heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onder meer bij brief van 31 juli 2020 gesommeerd tot betaling van de openstaande facturen voor beide projecten. Voor het project Asten gaat het om
€ 595,00 en voor het project Tholen om € 32.952,50 aan niet betaalde facturen over de periode van 15 november 2019 tot en met 24 april 2020. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft deze niet betaald.
2.7.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft een vaststellingsovereenkomst met de hoofdaannemer [naam aannemer] gesloten, op grond waarvan zij [naam aannemer] € 75.000,00 aan schade heeft gecompenseerd.

3.Het geschil

in de hoofdzaak in conventie

3.1.
TBW vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 33.547,50 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de respectieve facturen tot aan de datum van algehele voldoening, dan wel tot betaling van door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedragen en rente;
II. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling van een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.110,48 te vermeerderen met de wettelijke rente sedert de datum van de dagvaarding tot aan de datum van algehele voldoening, dan wel tot betaling van een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag en rente;
III. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt in de kosten van de procedure.
3.2.
TBW vordert betaling van openstaande facturen.
3.2.1.
Met betrekking tot het project te Asten gaat het om facturen met een bedrag van in totaal € 595,00 voor meerwerk in de periode 23 maart 2020 tot en met 11 april 2020 en wel:
- een nota van 28 maart 2020 voor werk in week 13 van 2020 van € 382,50 (9 x € 42,50) waarvan € 255,00 niet is voldaan;
- een nota van 4 april 2020 voor werk in week 14 van 2020 van € 127,50 (3 x € 42,50)
- een nota van 10 april 2020 voor werk in week 15 van 2020 van € 212,50 (5 x € 42,50).
3.2.2.
Met betrekking tot het project te Tholen gaat het om facturen met een bedrag van in totaal € 32.952,50 voor de volgende werkzaamheden:
- week 46 van 2019 waarvan € 1.510,00 onbetaald is gebleven
- week 47 van 2019 waarvan € 1.460,00 onbetaald is gebleven
- week 8 van 2020 € 8.800,00
- week 9 van 2020 € 382,50 (9 x € 42,50)
- week 13 van 2020 € 9.600,00
- week 14 van 2020 € 3.200,00
- week 15 van 2020 € 2.560,00
- week 16 van 2020 € 2.560,00
- week 17 van 2020 € 2.880,00
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer. Met betrekking tot het project Asten voert zij aan dat de thans gevorderde werkzaamheden vallen onder het werk dat begrepen is in de vaste aanneemsom voor dit project. Die aanneemsom is voldaan. Ten aanzien van het werk in het project Tholen voert zij als verweer dat TBW is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen door gebrekkig werk te leveren waardoor zij schade heeft geleden. Zij beroept zich ter zake op opschorting en verrekening.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in de hoofdzaak in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat TBW jegens haar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomsten;
TBW veroordeelt tot betaling aan haar ten titel van schadevergoeding een bedrag van
€ 138.744,59, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, primair te berekenen vanaf
7 mei 2020, dan wel meer subsidiair vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
TBW veroordeelt tot betaling aan haar van € 2.349,95 ten titel van buitengerechtelijke (incasso)kosten, te vermeerderen met wettelijke rente berekend over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
TBW veroordeelt in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert de schade die zij stelt te hebben geleden door het gebrekkige werk van TBW bij het project Tholen. Zij vordert 75 procent van het bedrag van € 75.000,00 dat zij in het kader van de vaststellingsovereenkomst aan [naam aannemer] hebben betaald, dus € 56.250,00 en € 82.494,95 aan gederfde winst.
3.7.
TBW voert verweer. Zo al sprake zou zijn van gebrekkig werk, betwist zij hiervoor aansprakelijk te zijn omdat zij alleen personeel heeft uitgeleend.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in de hoofdzaak conventie en in reconventie

4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze gelijktijdig beoordelen.
project Asten
4.2.
TBW vordert betaling van meerwerk tot een bedrag van € 595,00 in de weken 13 tot en met 15 van 2020.
4.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gemotiveerd betwist dat zij deze uren verschuldigd is. Ter onderbouwing verwijst zij naar haar e-mailbericht van 29 mei 2020 aan TBW, overgelegd als productie 14 bij de conclusie van antwoord. In deze e-mail vermeldt zij:

Hierbij een overzicht van de meerwerkuren die niet akkoord zijn bevonden door de aannemer:
(…)
Wk 13 6 uur stempels kelder (overige 3 zijn akkoord en worden heden betaald)
Wk 14 3 uur stempels kelder
Wk 15 5 uur stempels kelder
Graag een goede onderbouwing van de bovengenoemde uren, vooralsnog zijn deze niet akkoord.
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met deze e-mail voldoende onderbouwd dat zij geen toestemming voor de thans gevorderde meerwerkuren heeft gegeven. Hierna heeft TBW haar stelling dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor het door haar gevorderde meerwerk toestemming heeft gegeven niet nader onderbouwd. Pas op de mondelinge behandeling heeft zij gesteld dat zij over afgetekende urenstaten beschikt waaruit blijkt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toestemming voor deze overuren heeft gegeven en heeft zij aangeboden die urenstaten in het geding te brengen. Dat acht de rechtbank echter in deze fase van de procedure te laat. Zij heeft daarvoor immers na de conclusie van antwoord in conventie waarbij het e-mailbericht van 29 mei 2020 is overgelegd, ruimschoots gelegenheid gehad. Een andere grondslag voor haar vordering dan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toestemming voor dit meerwerk heeft gegeven, heeft TBW niet gegeven. Dat heeft tot gevolg dat niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het gevorderde bedrag is verschuldigd. De rechtbank wijst deze vordering daarom af.
project Tholen
4.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist niet dat TBW de uren heeft gewerkt waarvan zij betaling vordert. Dat betekent in beginsel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de facturen daarvoor dient te betalen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft haar betalingsverplichtingen echter opgeschort omdat zij van mening is dat TBW gebrekkig werk heeft geleverd. Zij vordert daarvoor op haar beurt in reconventie schadevergoeding.
4.6.
Om te kunnen beoordelen of TBW is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst tussen partijen, moet de rechtbank allereerst de vraag beantwoorden welke overeenkomst partijen hebben gesloten.
Volgens TBW is sprake van een overeenkomst van inlening/detachering van arbeidskrachten. Zij stelt dat zij van meet af aan heeft aangegeven het werk in Tholen niet zelfstandig op zich te kunnen en willen nemen.
Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is sprake van een overeenkomst van aanneming van werk in regie/nacalculatie. Dat hebben partijen zo afgesproken althans gelet op de feiten en omstandigheden mocht zij erop vertrouwen dat het project door TBW werd aangenomen op regiebasis.
4.7.
Bij een overeenkomst van inlening/detachering van arbeidskrachten gaat het om het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten voor het verrichten van arbeid, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst. Het toezicht en de leiding over het werk ligt bij de opdrachtgever.
4.8.
Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren, tegen een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld (artikel 7:750 BW). Het toezicht en de leiding over het werk ligt bij de opdrachtnemer (de aannemer). Daarnaast gelden er andere verplichtingen zoals het opleveren van het werk.
4.9.
De vraag die voorligt, is of TBW zich alleen verbonden had tot het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, waarover zij geen leiding had of dat TBW zich verbonden had om een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren, waarbij het toezicht en de leiding bij haar lagen. De rechtbank overweegt ter zake het volgende.
4.10.
In de e-mail van 9 juli 2019, met als onderwerp “1891 Montage Kruittoren” (rechtbank: dat betreft het project Tholen), schrijft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan TBW:
“Ter voorbereiding van het gesprek met [naam] vandaag stuur ik je alvast een voorstel door met montageprijzen zoals zij die in eerder stadium overeengekomen waren met een montagebedrijf. “
Bij deze e-mail is het “Voorstel montageprijzen” gevoegd. In augustus 2019 stuurt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dit “Voorstel montageprijzen” nogmaals aan TBW, nu met alle bouwtekeningen.
Op 27 augustus 2019 reageert TBW per e-mail en schrijft zij aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] :

Wij kunnen dit project tegen de door jullie aangeboden prijzen niet realiseren. Daarbij hebben wij onze mensen in Amsterdam, Den Bosch, Nijmegen, Eindhoven, Utrecht en Harderwijk ed zitten en (daar) deze mensen niet drie uur in de auto willen gaan zitten, komt dit niet uit.
4.11.
In het whatsappbericht van 21 oktober 2019 bericht TBW aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] :

Erik wij willen in Tholen graag het werk in regie maken. Wij kunnen daar niet heen rijden. Ik heb een goede voorman en zijn zoon en de 2 jongens die er nu lopen plus misschien de broer van de voorman. De voorman is 45 euro en de rest 40 euro. Aanname gaat op dit project echt niet lukken. Wel kunnen we de mensen leveren. Want de club die hiervoor alles heeft gezet heeft er echt een rotzooitje van gemaakt en ik weet niet hoeveel manuren daar in gaan zitten om dat nog netjes en goed te krijgen ook met het bouwen naar de volgende laag.”
4.12.
Uit voormelde berichten blijkt naar het oordeel van de rechtbank voldoende dat TBW het project niet zelf als aannemer wilde aannemen, maar dat zij wel arbeidskrachten wilde leveren tegen een vaste uurprijs. Het eigen personeel van TBW werkte immers al elders. TBW gebruikt in het whatsappbericht en ook in andere correspondentie en op haar facturen weliswaar de woorden “regiewerk” of “werk op regiebasis”, wat zou kunnen duiden op een overeenkomst van aanneming van werk in regie, dus aanneming van werk op basis van nacalculatie, maar uit de laatste zin van voormeld whatsappbericht blijkt voldoende dat TBW hiermee niet meer bedoelt dan dat zij op uurtarief declareert en dat zij niet weet hoeveel uren er met het werk gemoeid zullen zijn.
4.13.
Uit de overgelegde correspondentie (e-mail van 29 oktober 2019 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan TBW, e-mail van 4 november 2019 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan TBW met definitieve montagetekeningen en e-mail van 11 november 2019 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan TBW) blijkt niet dat partijen afspraken gemaakt hebben die afwijken van het hiervoor overwogene. Ook blijk niet, dan wel onvoldoende, dat TBW het vertrouwen heeft gewekt dat zij het project als aannemer op regiebasis aannam.
4.14.
Daarbij komt het volgende. In haar whatsappbericht van 21 november 2019 schrijft TBW aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onder meer:

Wij noch jij zijn daar op de bouw aanwezig. Wij hebben de handjes geregeld en niet de planning, visie, werkwijze of wat dan ook, aangezien we alleen maar te hulp zijn geschoten kun je dit ons niet verwijten. Ik denk dat er vanuit jullie [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] iemand heen dient te gaan voor de algemene leiding etc. Dat kun je niet bij een voormannetje neerleggen, dat is zijn functie niet. De planning noch de methodiek liggen bij ons gezien wij enkel de handjes regelen via onze contacten.
Uit dit bericht, dat weliswaar dateert van na aanvang van de werkzaamheden, blijkt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van mening was dat niet zij de leiding had over het werk maar [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en heeft zij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] specifiek gevraagd leiding te regelen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft niet op het bericht gereageerd door bijvoorbeeld te vragen waarom zij toezicht zou moeten houden als zij van mening was dat TBW het werk als aannemer in regie had aangenomen.
4.15.
Ook het feit dat TBW voor de inzet van de arbeidskrachten een uurtarief heeft gerekend zonder opslag voor algemene kosten en voor winst vormt een aanwijzing dat geen sprake was van een overeenkomst van aanneming van werk op regiebasis, waarbij daarvoor wel een opslagpercentage wordt gehanteerd.
4.16.
De slotsom is dat de overeenkomst tussen partijen niet als een overeenkomst van aanneming van werk moet worden gekwalificeerd. De rechtbank merkt de overeenkomst aan als een overeenkomst van inlening/detachering van arbeidskrachten.
Tekortkoming in de overeenkomst van inlening/detachering van arbeidskrachten?
4.17.
De vraag is vervolgens of TBW is tekortgeschoten in de uitoefening van de verplichtingen uit de overeenkomst van uitlening van arbeidskrachten. De rechtbank is van oordeel dat het toezicht op en de leiding over het werk ligt bij de opdrachtgever [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erkent dat ze geen toezicht op het werk heeft gehouden en het werk niet heeft gecontroleerd omdat ze dit niet als haar taak zag. De rechtbank is niet gebleken dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , met uitzondering van een klacht in januari 2010, waarop TBW heeft gereageerd met de mededeling dat haar ter zake geen verwijt trof omdat dit aan de slechte betonkwaliteit lag, gedurende de looptijd van de werkzaamheden klachten geuit heeft over het werk van het personeel dat zij van TBW had ingehuurd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft evenmin aanwijzingen gegeven om te voorkomen dat er fouten werden gemaakt en/of aangestuurd op tussentijds herstel. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kan TBW dan niet achteraf verwijten dat het werk niet de kwaliteit heeft die de opdrachtgever van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , [naam aannemer] , wilde zien. Enige kans om het werk anders uit te voeren of tussentijds te herstellen heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] daarmee dan ook aan TBW ontnomen. Het verweer dat sprake is van een tekortkoming aan de kant van TBW, omdat zij niet zorggedragen heeft voor voldoende vakbekwaam personeel, faalt dus.
4.18.
De conclusie is dat de vordering in conventie terzake het project Tholen van
€ 32.952,50 wordt toegewezen. De daarover gevorderde wettelijke handelsrente is toewijsbaar vanaf de vervaldatum van de respectieve facturen tot aan de datum van algehele voldoening.
4.19.
TBW maakt daarnaast aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. De rechtbank stelt vast dat TBW voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De rechtbank zal het bedrag dan ook toewijzen tot de hoogte van dat tarief. De wettelijke rente hierover is toewijsbaar vanaf de datum van dagvaarding (10 mei 2021) tot aan de datum van algehele voldoening.
4.20.
Gelet op de uitkomst van de procedure in conventie worden de vorderingen in reconventie afgewezen.
4.21.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie en in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Totaal Beton Werken B.V. in conventie worden begroot op:
- dagvaarding € 85,81
- griffierecht 2.076,00
- salaris advocaat
1.442,00(2 punten × tarief € 721,00)
Totaal € 3.603,81
De kosten aan de zijde van Totaal Beton Werken B.V. in reconventie worden begroot op
€ 721,00 salaris advocaat (1 punt x tarief € 721,00). De daarover gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
in het incident
4.22.
In het vonnis in incident van 8 september 2021 heeft de rechtbank de beslissing omtrent de kosten van het incident (vordering [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] oproeping [naam aannemer] in vrijwaring) aangehouden. Gelet op de aard van het incident ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak in conventie
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling van een bedrag van € 32.952,50 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de respectieve facturen tot aan de datum van algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling van een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.104,53 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding
(10 mei 2021) tot aan de datum van algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van TBW tot op heden begroot op € 3.603,81,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in de hoofdzaak in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af,
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van TBW tot op heden begroot op € 721,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na datum van dit vonnis tot aan de datum van algehele voldoening,
in de hoofdzaak in conventie en in reconventie
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022. [1]

Voetnoten

1.type: TN