ECLI:NL:RBLIM:2022:7979

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
10007712/AZ/22-71 04102022
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de voortzetting van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd na een contract voor bepaalde tijd

In deze zaak heeft de werknemer, [werknemer], een verzoek ingediend bij de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, waarin hij stelt dat er een afspraak is gemaakt over de voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De werknemer was in dienst bij de Gemeente Beesel en had een contract voor bepaalde tijd dat eindigde op 26 mei 2022. Tijdens een evaluatiegesprek op 23 februari 2022 werd gesproken over een mogelijke verlenging van het contract, maar de werkgever heeft dit later ontkend en aangegeven dat er geen definitieve toezegging was gedaan. De werknemer heeft zich ziek gemeld en er zijn verschillende gesprekken geweest over zijn functioneren en de arbeidsrelatie. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat er een onherroepelijke toezegging is gedaan voor een contract voor onbepaalde tijd. De vorderingen van de werknemer, waaronder een billijke vergoeding en transitievergoeding, zijn afgewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werknemer niet ontvankelijk is in zijn verzoeken en dat de Gemeente Beesel geen slecht werkgeverschap heeft vertoond. De proceskosten zijn voor rekening van de werknemer.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 10007712 \ AZ VERZ 22-71
Beschikking van de kantonrechter van 4 oktober 2022
in de zaak van:
[verzoeker],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
werknemer,
gemachtigde mr. R.T.G.M. Heijnen, ARAG SE Rechtsbijstand,
verzoekende partij,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE BEESEL,
gevestigd en kantoorhoudende te Reuver,
werkgever,
gemachtigde mr. L.H. Janssen,
verwerende partij.
Partijen zullen hierna [werknemer] en Gemeente Beesel worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 19 juli 2022 ontvangen verzoekschrift;
  • Het op 2 september 2022 ontvangen verweerschrift;
  • De mondelinge behandeling op 13 september 2022;
  • De door [werknemer] overgelegde pleitnota.

2.De feiten

2.1.
[werknemer] is op 26 april 2021 bij de gemeente Beesel in dienst getreden als medewerker recreatie en toerisme / beleidsmedewerker B op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van 13 maanden. [werknemer] ontving een salaris van laatstelijk €3.929,78 bruto per maand, exclusief 17,05% IKB.
2.2.
Op 23 februari 2022 heeft [werknemer] een evaluatiegesprek gehad met zijn direct leidinggevende, [naam leidinggevende] . In dat gesprek is gesproken over een verlenging van het dienstverband van [werknemer] voor onbepaalde tijd.
2.3.
Op 28 februari 2022 ontdekt [werknemer] dat zijn vrouw een buitenechtelijke relatie heeft met een medewerker van de gemeente Horst aan de Maas.
2.4.
Op 1 maart 2022 neemt [werknemer] telefonisch contact op met [naam leidinggevende] waarbij hij aangeeft dat hij vanwege privéproblemen niet in staat is om te werken. Op 3 maart 2022 meldt [werknemer] zich ziek.
2.5.
Op 7 maart 2022 vind een gesprek plaats tussen [werknemer] en [naam beleidsmedewerker P&O] , beleidsmedewerker P&O. Vanwege een coronabesmetting kon [naam leidinggevende] er niet bij zijn. Tijdens dit gesprek zijn de privéproblemen van [werknemer] besproken. Ook is de melding van [werknemer] bij de gemeente Horst aan de Maas aan de orde gekomen.
2.6.
Daarna hebben nog op 16, 21 en 22 maart 2022 gesprekken plaatsgevonden. Bij het gesprek van 16 maart 2022 was ook [naam beleidsmedewerker P&O] aanwezig.
2.7.
Op 22 maart 2022 had [werknemer] een telefonisch consult met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft geadviseerd om [werknemer] in overleg met de gemeente Beesel te laten starten met re-integratie.
2.8.
Per e-mail van 24 maart 2022 vraagt [werknemer] aan [naam beleidsmedewerker P&O] om een bewijs dat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd krijgt. Dit heeft hij nodig voor het verkrijgen van de financiering van zijn woning. [naam leidinggevende] laat op 25 maart 2022 telefonisch weten dat het arbeidsovereenkomst van [werknemer] voor bepaalde tijd voorlopig niet wordt opgevolgd door een contract voor onbepaalde tijd. In haar e-mail van 25 maart 2022 schrijft [naam leidinggevende] onder meer het volgende:
“Tijdens ons evaluatiegesprek op 23 februari jl. hebben we samen gesproken over de omzetting van jouw tijdelijke contract naar onbepaalde tijd, op basis van de situatie op dat moment. In jouw privé-situatie is vervolgens een heftige periode aangebroken en heb je het nodige voor de kiezen gekregen. We hebben je hierbij alle steun proberen te geven.
Dit neemt niet weg dat we dit ook vanuit organisatie-perspectief moeten bekijken. De gebeurtenissen in jouw privé-situatie hebben ook een politiek-bestuurlijke lading en we zien dat je dit moeilijk kunt scheiden van het werk. De invloed die dit heeft op jou als persoon, maken dat we op dit moment niet op jouw beoordelingsvermogen in relatie tot politiek-bestuurlijke dossiers kunnen bouwen. Deze taken maken integraal onderdeel uit van jouw reguliere werkpakket. Vanwege je ziekmelding heb je daarom een aangepast takenpakket.
Als je weer hersteld bent, zullen we als organisatie moeten beoordelen of je jouw takenpakket weer volledig en op een goede wijze kunt vervullen, met name dossiers in een politiek-bestuurlijke context. Dit maakt dat we nu geen contract voor onbepaalde tijd kunnen afspreken en in plaats daarvan alleen een verlenging voor bepaalde tijd kunnen bieden.”
2.9.
Op respectievelijk 28 en 31 maart 2022 vinden er gesprekken plaats tussen [werknemer] , [naam leidinggevende] en [naam beleidsmedewerker P&O] .
2.10.
Bij brief van 5 april 2022 neemt de gemachtigde van [werknemer] het standpunt in dat er sprake is van een toezegging dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou worden voortgezet.
2.11.
Partijen corresponderen vervolgens over en weer. In haar brief van 19 april 2022 biedt gemeente Beesel aan het contract te verlengen met zes maanden onder de voorwaarde dat de verstoorde arbeidsverhouding wordt opgelost en dat er zicht is op volledige arbeidsgeschiktheid.
2.12.
In de e-mail van 9 mei 2022 stelt [werknemer] voor om de arbeidsovereenkomst met éém jaar te verlengen.
2.13.
Bij brief van 18 mei 2022 schrijft gemeente Beesel onder meer het volgende:
“Hierbij geven we aan dat jouw arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt op 26 mei 2022.
Mocht je besluiten om toch te gaan voor de optie van verlenging van de arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden, dan horen we dit graag uiterlijk op 24 mei 2022 van je. Alleen tot dan is nog de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst te verlengen conform het voorstel dat je van ons hebt gekregen op 19 april 2022. Dan gaan we zoals afgesproken samen in overleg over het vervolg en de te maken afspraken over jouw werkzaamheden en functioneren. Na 24 mei 2022 vervalt het aanbod.”
2.14.
[werknemer] laat per e-mail van 24 mei 2022 laten weten niet op het aanbod in te gaan.
2.15.
Op 9 juni 2022 levert [werknemer] alle spullen in bij gemeente Beesel.
2.16.
Naar aanleiding van het consult op 15 juni 2022 adviseert de bedrijfsarts dat [werknemer] kan starten met re-integratiewerkzaamheden. Vanaf april 2022 kan [werknemer] gedurende 5 dagen per week 2 tot 3 uur werkzaamheden verrichten.
2.17.
Gemeente Beesel heeft inmiddels de aanzegvergoeding betaald.

3.Het verzoek

3.1.
[werknemer] verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Voorlopige voorziening:
Voor de duur van de procedure de volgende voorlopige voorziening te treffen:
Gemeente Beesel te veroordelen om [werknemer] binnen 48 uur na deze beslissing toegang te verlenen, te doen of laten verlenen tot de werkplek en hem in staat te stellen re-integratiewerkzaamheden te verrichten als de bedrijfsarts hem daartoe in staat acht, op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat gemeente Beesel nalatig is hieraan te voldoen;
gemeente Beesel te veroordelen onder overlegging van een deugdelijke specificatie aan [werknemer] te betalen het verschuldigde loon ad € 3.929,78 bruto per maand vanaf 27 mei 2022 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente telkens wanneer het loon niet tijdig, te weten op de laatste dag van de betreffende periode, is voldaan;
Primair:
de opzegging d.d. 18 mei 2022 nietig te verklaren en gemeente Beesel te veroordelen:
Om [werknemer] binnen 48 uur na deze beslissing toegang te verlenen, te doen of laten verlenen tot de werkplek en hem in staat te stellen re-integratiewerkzaamheden te verrichten als de bedrijfsarts hem daartoe in staat acht, op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat gemeente Beesel nalatig is hieraan te voldoen;
aan [werknemer] te betalen het verschuldigde loon ad € 3.929,78 bruto per maand vanaf 27 mei 2022 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente telkens wanneer het loon niet tijdig, te weten op de laatste dag van de betreffende periode, is voldaan;
gemeente Beesel te veroordelen tot verstrekking aan [werknemer] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie(s), waarin het bedrag en betaling van het onder sub e is verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na betekening van de beschikking dat gemeente Beesel niet voldoen aan de beschikking;
Subsidiair:
tot betaling aan [werknemer] van een billijke vergoeding ex artikel 7:681 lid 1 sub a BW ad € 36.798,48;
tot betaling aan [werknemer] van de gefixeerde schadevergoeding van artikel 7:672 lid 11 BW ad € 5.341,71 bruto;
tot betaling aan [werknemer] van de transitievergoeding ad € 1.809,82 bruto;
tot betaling aan [werknemer] van de wettelijke rente over de in sub g, h en i genoemde bedragen vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;
tot verstrekking aan [werknemer] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin bedrag en betaling van sub g, h en i en j is verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na betekening van de beschikking dat gemeente Beesel hieraan niet voldoet;
Meer subsidiair:
gemeente Beesel te veroordelen tot betaling aan [werknemer] van de verschuldigde transitievergoeding ad € 1.661,04 bruto, dan wel een gedeelte van deze transitievergoeding in goede justitie te bepalen;
gemeente Beesel te veroordelen tot betaling aan [werknemer] van de aanzegvergoeding ad € 2.535,34 bruto;
gemeente Beesel te veroordelen tot betaling aan [werknemer] van een billijke vergoeding ex artikel 7:673 lid 9 sub a ad € 27.598,86 bruto, of zoveel meer of minder als de kantonrechter in goede justitie meent toe te wijzen;
gemeente Beesel te veroordelen tot verstrekking aan [werknemer] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin bedrag en betaling van sub l tot en met n is verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na betekening van de beschikking dat gemeente Beesel hieraan niet voldoet;
gemeente Beesel te veroordelen tot betaling aan [werknemer] van de wettelijke rente over het in sub l tot en met n genoemde bedrag, vanaf 27 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
Meer meer subsidiair:
gemeente Beesel te veroordelen tot betaling aan [werknemer] van een schadevergoeding ex artikel 7:611 BW ad € 27.598,86 bruto, of zoveel meer of minder als de kantonrechter in goede justitie meent te moeten toewijzen;
gemeente Beesel te veroordelen tot verstrekking aan [werknemer] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin bedrag en betaling van sub q is verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na betekening van de beschikking dat gemeente Beesel hieraan niet voldoet;
gemeente Beesel te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 1.214,50;
Primair, subsidiair, meer subsidiair en meer meer subsidiair
gemeente Beesel te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.214,50;
en de kosten van deze procedure, vermeerderd met de nakosten ad € 124,00.

4.De beoordeling

Voorlopige voorziening
4.1.
In deze beslissing wordt uitspraak gedaan in de bodemprocedure. [werknemer] heeft daarom geen belang bij het treffen van een voorlopige voorziening zodat deze wordt afgewezen.
Wel of geen contract voor onbepaalde tijd?
4.2.
[werknemer] is van mening dat is afgesproken dat zijn contract voor bepaalde tijd zou worden opgevolgd door een contract voor onbepaalde tijd. Hij baseert zich daarbij op de inhoud van het gesprek van 23 februari 2022 met [naam leidinggevende] . In dat gesprek heeft [naam leidinggevende] de verlenging voor onbepaalde tijd toegezegd. Zij heeft [werknemer] gefeliciteerd en [werknemer] heeft na het gesprek meteen zijn familie gebeld met het goede nieuws. Verder wijst [werknemer] op het personeelsdossier waarin onder het kopje aanvragen het volgende staat vermeld: “
omzetten contract van bepaalde naar onbep. tijd”.Het schriftelijke contract zou klaar staan en hoefde enkel gedownload te worden.
4.3.
Gemeente Beesel betwist de stellingen van [werknemer] . Als er al sprake zou zijn geweest van een toezegging dan is dit nooit een onvoorwaardelijke toezegging geweest. Bij goed functioneren zou [werknemer] een contract voor onbepaalde tijd kunnen krijgen. Dit is niet gebeurd omdat [werknemer] zich naar aanleiding van zijn privéproblemen onprofessioneel heeft gedragen. Er zijn afspraken gemaakt, maar deze heeft [werknemer] geschonden. Verder ontbrak de vereiste afstemming met P&O. Er is pas overeenstemming over de voortzetting als de schriftelijke arbeidsovereenkomst wordt ondertekend. De vermelding in het HR-programma Motion is slechts een aanduiding dat er voorbereidingen zijn getroffen om het dienstverband eventueel te verlengen. Ook [werknemer] zelf gaat niet uit van een onvoorwaardelijk aanbod omdat hij heeft willen onderhandelen over de verlenging voor de duur van 12 maanden.
4.4.
De kantonrechter overweegt het volgende. Tussen partijen is niet in debat dat zij hebben gesproken over een verlenging voor onbepaalde tijd van het dienstverband. Bij dat gesprek waren alleen [werknemer] en [naam leidinggevende] aanwezig. Nu hun verklaringen van elkaar afwijken, is de vraag of [werknemer] voldoende bewijs heeft dat er een onherroepelijke toezegging is gedaan tot verlenging van de arbeidsrelatie in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Algemeen moet worden gezegd dat bij overheidsorganen dergelijke beslissingen over meerdere schijven lopen. [naam leidinggevende] heeft in dat verband opgemerkt dat altijd de afdeling Personeelszaken gevraagd wordt voor advies (ook over de arbeidsvoorwaarden), voordat definitief tot beslissingen over arbeidscontracten besloten wordt. De enige ondersteuning voor de verklaring van [werknemer] bestaat uit de instructie van [naam leidinggevende] aan de afdeling personeelszaken met als inhoud: “omzetten contract voor bepaalde tijd in onbepaalde tijd”. Die instructie impliceert niet noodzakelijk dat er een definitieve toezegging was gedaan. Op de zitting bleek bovendien dat er via doorklikken geen schriftelijke overeenkomst was opgesteld, zoals [werknemer] suggereerde. Deze overwegingen voeren tot de conclusie dat onvoldoende is komen vast te staan dat tussen de gemeente Beesel en [werknemer] op 23 februari 2022 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is overeengekomen aansluitend aan de arbeidsovereenkomst voor bepaalde termijn die op 26 mei 2022 afliep.
4.5.
Omdat niet vast staat dat het contract van [werknemer] zou worden opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden de primaire vorderingen zoals vermeld onder c., d., e. en f. afgewezen.
Billijke vergoeding ad € 36.798,48
4.6.
[werknemer] vordert betaling van een billijke vergoeding ad € 36.798,48. [werknemer] baseert deze vergoeding op artikel 7:681 lid 1 sub a. De kantonrechter zal [werknemer] niet ontvankelijk verklaren in dit verzoek. Volgens voornoemd artikel heeft [werknemer] de keuze om de opzegging te (laten) vernietigen of om een billijke vergoeding te vragen. Nu [werknemer] primair vernietiging heeft gevraagd kan hij niet subsidiair om toekenning van een billijke vergoeding vragen. Dit was slechts anders indien [werknemer] , eventueel nog ter zitting, een switch had gemaakt en daarbij de primaire vordering had ingetrokken. Dit is echter niet gebeurd.
Gefixeerde schadevergoeding
4.7.
[werknemer] maakt aanspraak op een bedrag van € 5.341,71 bruto aan gefixeerde schadevergoeding. Hij stelt dat er is opgezegd zonder inachtneming van de geldende opzegtermijn. De kantonrechter verwijst naar voorgaande rechtsoverwegingen waarin is geoordeeld dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De tussen partijen bestaan hebbende arbeidsovereenkomst voor de duur van 13 maanden is van rechtswege geëindigd. Een opzegging daarvoor is niet vereist. Ook dit deel van het verzoek zoals vermeld onder h. wordt daarom afgewezen.
Transitievergoeding
4.8.
Partijen verschillen van mening over de vraag of [werknemer] recht heeft op een transitievergoeding. [werknemer] stelt dat hij recht heeft op een transitievergoeding en verwijst naar artikel 7:673 lid 1 sub a onder 3 en sub b onder d. Gemeente Beesel betwist de stellingen van [werknemer] . De kantonrechter is van oordeel dat [werknemer] geen recht heeft op betaling van een transitievergoeding.
4.9.
Volgens artikel 7:673 lid 1, onder a sub 1 BW heeft een werknemer recht op een transitievergoeding indien een arbeidsovereenkomst na een einde van rechtswege op initiatief van de werkgever niet aansluitend is voortgezet en voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst geen opvolgende arbeidsovereenkomst is aangegaan, die tussentijds kan worden opgezegd en ingaat na een tussenpoos van ten hoogste zes maanden. Gemeente Beesel heeft [werknemer] een opvolgende arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden aangeboden. Weliswaar heeft gemeente Beesel hieraan voorwaarden verbonden, maar deze zijn niet zodanig dat [werknemer] het aanbod had kunnen weigeren en daarbij toch aanspraak op een transitievergoeding kon behouden.
4.10.
[werknemer] stelt dat hij de arbeidsovereenkomst als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van gemeente Beesel niet aansluitend heeft voortgezet. Dit verwijtbaar handelen bestaat er volgens [werknemer] uit dat gemeente Beesel de toezegging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet nakomt. Ook hier wijst de kantonrechter erop dat er geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is overeengekomen.
4.11.
Het voorgaande leidt ertoe dat [werknemer] geen recht heeft op een transitievergoeding. Ook dit deel van het verzoek zoals geformuleerd onder i. en l. van het verzoekschrift wordt daarom afgewezen.
Aanzegvergoeding
4.12.
In het verweerschrift geeft gemeente Beesel aan dat abusievelijk de aanzegvergoeding niet is betaald. Deze is daarom alsnog betaald. Ter zitting heeft [werknemer] dit niet betwist, zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat [werknemer] deze vergoeding daadwerkelijk heeft ontvangen. Dit deel van het verzoek wordt daarbij bij gebrek aan belang afgewezen.
Billijke vergoeding ad € 27.598,86
4.13.
[werknemer] vordert betaling van deze vergoeding op basis van artikel 7:673 lid 9 sub a BW. Ook op deze rechtsgrond wordt het betalen van een transitievergoeding afgewezen. Er is immers geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van gemeente Beesel.
Schadevergoeding als gevolg van slecht werkgeverschap ad € 27.598,86 bruto
4.14.
Volgens [werknemer] heeft gemeente Beesel in strijd met artikel 7:611 BW gehandeld. In het verzoekschrift verwijst [werknemer] in randnummer 44 ter motivering naar hetgeen in randnummer xx tot en met xx is gesteld. Op de zitting geeft [werknemer] aan dat gemeente Beesel niet als een goed werkgever heeft gehandeld omdat in plaats van gedane toezeggingen en gemaakte afspraken over de voortzetting van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gemeente Beesel de enige zekerheid die [werknemer] nog had te ontnemen. Vervolgens biedt gemeente Beesel mondeling een contract voor een jaar aan, maar wijzigt dit weer in een contract voor een half jaar.
4.15.
Gemeente Beesel betwist dat zij niet als een goed werkgever heeft gehandeld. Zij heeft zich als een zeer goed en vooral ruimhartige werkgever opgesteld. Ondanks dat gemeente Beesel niet te spreken was over het handelen van [werknemer] heeft zij uit meedogendheid een verlenging van de arbeidsovereenkomst voor zes maanden aangeboden. Als [werknemer] hierop was ingegaan en hij zou in de betreffende periode goed gefunctioneerd hebben dan was het niet uitgesloten dat [werknemer] na afloop van dat tweede contract wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden had gekregen.
4.16.
Zoals hiervoor al eerder is overwogen, staat niet vast dat gemeente Beesel aan [werknemer] heeft toegezegd of was afgesproken dat laatstgenoemde een contract voor onbepaalde tijd zou krijgen. Wat wel vast staat dat er in februari 2022 is gesproken over verlenging van het dienstverband en wel voor onbepaalde tijd. Dat gemeente Beesel dit voornemen verder geen gestalte heeft gegeven leidt niet tot slecht werkgeverschap. Aan het beëindigen dan wel niet verlengen van een arbeidscontract voor bepaalde tijd zijn immers geen hoge eisen gesteld. Een dergelijk contract eindigt immers door het verstrijken van de overeengekomen duur. Omdat [werknemer] niet heeft aangetoond dat gemeente Beesel niet als een goed werkgever heeft gehandeld, zal ook dit verzoek worden afgewezen.
Overige verzoeken
4.17.
Omdat er geen enkel verzocht bedrag wordt toegewezen, stranden ook de vordering tot verstrekking van netto/bruto specificaties en de betaling van rente.
Voor toewijzing van incassokosten is ook geen plaats.
proceskosten
4.18.
[werknemer] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de kant van gemeente Beesel gevallen. Deze kosten worden aan de kant van gemeente Beesel begroot op € 747,00,

5.Beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart [werknemer] niet ontvankelijk in zijn verzoek als vermeld onder g.,
5.2.
wijst de overige verzoeken af,
5.3.
veroordeelt [werknemer] in de kosten van deze procedure aan de kant van gemeente Beesel gevallen en aan die kant tot heden begroot op € 747,00.
Deze beschikking is gewezen door mr. H.H. Dethmers en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: