Op 11 oktober 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging. De verdachte, geboren te Nijmegen, werd bijgestaan door haar advocaat mr. M.H.H. Meulemeesters. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 september 2022, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar haar gemachtigde raadsman wel. De officier van justitie beschouwde het ten laste gelegde feit als wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging betoogde dat er geen bewijs was voor opzet op geweld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een centrale rol had gespeeld in de diefstal, maar sprak haar vrij van het geweld, omdat er geen bewijs was dat zij opzet had om geweld te plegen.
De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte op 2 maart 2021 te Holtum, samen met anderen, een portemonnee met bankpassen en geld had weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden. Daarnaast werd de verdachte hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan het slachtoffer, die een bedrag van € 1.839,56 aan materiële schade vorderde. De rechtbank wees de vordering van de benadeelde partij voor het materiële gedeelte toe, maar verklaarde de vordering voor het immateriële gedeelte niet-ontvankelijk, omdat dit voornamelijk het gevolg was van het geweld waarvan de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank legde ook een schadevergoedingsmaatregel op, zodat de benadeelde partij verzekerd was van betaling van de schade.