ECLI:NL:RBLIM:2022:7669

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
6 oktober 2022
Zaaknummer
9818484 CV EXPL 22-1837
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 5 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woonpunt en een huurder. De eisende partij, Woonpunt, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde appartement van de gedaagde partij, die sinds 20 februari 2006 huurde. De vordering was gebaseerd op herhaalde overlast die door de huurder was veroorzaakt, ondanks eerdere waarschuwingen en gedragsaanwijzingen. De overlast bestond uit geluidsoverlast, waarbij de politie meerdere keren moest ingrijpen. De gedaagde partij erkende dat hij overlast veroorzaakte, maar betwistte de ernst en frequentie van de klachten. De kantonrechter oordeelde dat de huurder in strijd had gehandeld met de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden, en dat de herhaalde overlast voldoende grond vormde voor ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter wees de vordering van Woonpunt toe, waarbij de huurder werd veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en tot betaling van de proceskosten. De rechter benadrukte dat de huurder meerdere keren was gewaarschuwd en dat zijn gedrag niet was aangepast, wat de ontbinding rechtvaardigde.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9818484 CV EXPL 22-1837
Vonnis van de kantonrechter van 5 oktober 2022
in de zaak van:
de stichting
STICHTING WOONPUNT,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde mr. J. Pellikaan,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. J. Pearson.
Partijen zullen hierna Woonpunt en [gedaagde partij] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
  • de brief van de rechtbank met de dagbepaling van de mondelinge behandeling
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 juni 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] huurt een appartement ( [adres 1] in [woonplaats] ) van Woonpunt sinds 20 februari 2006. Op de huurovereenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer het volgende staat:
‘7.6. Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt (…). Huurder zal het gehuurde voorzien van behoorlijke meubilering en stoffering. In een appartement of flat dient een zodanige vloerbedekking te worden aangebracht, dat er voldoende geluiddemping is.’
2.2.
In februari 2018 heeft Woonpunt een gesprek gehad met [gedaagde partij] omdat zij meerdere overlastmeldingen over hem had ontvangen van omwonenden. Hierna is de overlast niet gestopt. In 2021 is de overlast toegenomen en is de politie ook meermaals ter plaatse geweest vanwege meldingen van geluidsoverlast.
2.3.
Bij brief van 28 mei 2021 heeft de gemachtigde van een andere bewoner van het appartementencomplex Woonpunt in gebreke gesteld vanwege de door [gedaagde partij] veroorzaakte overlast en haar gesommeerd ervoor te zorgen dat de betreffende bewoner, [naam 1] , weer woongenot heeft van het gehuurde.
2.4.
In april 2021 heeft [naam buurtcoördinator] , buurtcoördinator, een gesprek gevoerd met [gedaagde partij] en op 29 juli 2021 zijn Woonpunt en [gedaagde partij] onder meer het volgende overeengekomen:

Gedragsaanwijzing
Partijen
Stichting Woonpunt (…)
en
(…) [gedaagde partij] (…)
Overwegen als volgt:
(…)
c. Verhuurder heeft huurder op 24 juni 2021 gesommeerd de overlast te stoppen. (…) Huurder heeft zich tot op heden niet gehouden aan de sommatie te stoppen met het veroorzaken van overlast.
d. Heden vindt een gesprek plaats tussen verhuurder en huurder, teneinde de overlast te beëindigen. (…)
Komen overeen
Dat huurder de overlast per direct beëindigt. En in de toekomst ook geen overlast veroorzaakt.
Dat huurder verantwoordelijk is voor zijn bezoek die zich in en rondom het gehuurde bevind.
Dat huurder ervoor zorgdraagt dat hij vanaf heden geen nieuwe overlast veroorzaakt.
De huurder zich respectvol gedraagt naar medebewoners in het complex
Deze gedragsaanwijzing wordt als bijlage aan de huurovereenkomst gehecht en maakt daardoor deel uit van de huurovereenkomst.
Niet-nakoming
1. Indien huurder tekort schiet in de nakoming van één of meer verplichtingen uit deze overeenkomst, zal de verhuurder hem in gebreke stellen. De ingebrekestelling zal schriftelijk geschieden, waarbij aan huurder een laatste termijn van veertien dagen wordt gegeven om zijn verplichtingen na te komen. Deze termijn heeft het karakter van een fatale termijn.
2. (…)
3. Indien huurder na het verstrijken van de fatale termijn in gebreke is gebleven, kan verhuurder eveneens een gerechtelijke procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst starten. In deze procedure wordt tevens ontruiming van het gehuurde gevorderd.’
2.5.
Hierna zijn onder meer de volgende overlastmeldingen over [gedaagde partij] binnengekomen bij Woonpunt:
  • 29 juli 2021, [naam 2] (bewoner [nummer 1] ): ‘Meneer feest vaak tot diep in de nachten bijna dagelijks en produceert daarbij veel geluidsoverlast. Gisteren nacht werd wederom de politie erbij betrokken en moesten ze zijn deur openbreken. Toen de politie was vertrokken ging meneer de straat op en schreeuwde racistische opmerkingen naar de buurt en schoote fysiek tegen deuren. Dit ging ongeveer tot 4:30 in de ochtend door.’
  • 29 augustus 2021, [naam 2] : ‘Wederom kwam de politie gisternacht bij meneer aan de deur voor geluidsoverlast, harde muziek en diepe bass net als alle keren hiervoor maar daar trekt meneer zich weinig van aan (…)’
  • 9 september 2021, [naam 1] (bewoner [nummer 2] ): ‘Harde muziek, trillingen vd bass! Hard geschreeuw van meneer!’
  • 9 september 2021, [naam 2] : ‘Wederom gisternacht was de meneer van [adres 1] weer bezig met betrekking tot geluidsoverlast, de politie was gebeld en kwam rond 02:15 om te verzoeken om zijn muziek uit te zetten en toen de politie weer vertrokken was ging meneer weer het flatgebouw terroriseren met zijn luide stem tot iets van half 6 deze ochtend schreeuwend dat de medebewoners landverraders zijn en een aantal andere neonazistische uitspraken zoals hij iedere keer weer opnieuw doet net als in het verleden.’
  • 19 september 2021, [naam 1] : ‘Opvolgende melding van vanacht, politie ter plaatse mbt geluidsoverlast. Politie spreekt met bewoner maar de bewoner gaat door met muziek draaien nadat de politie is vertrokken.’
Verder waren er nog overlastmeldingen van [naam 2] en/of [naam 1] op 31 augustus 2021, 17 september 2021 en een tweede melding van 19 september 2021.
2.6.
Op 13 september 2021 heeft de wijkagent [naam wijkagent] een e-mail gestuurd aan [naam buurtcoördinator] , waarin staat dat het afgelopen weekend weer raak was op de [straatnaam 1] en dat er proces-verbaal is aangezegd.
2.7.
Op 20 september 2021 heeft Woonpunt [gedaagde partij] in gebreke gesteld, aangekondigd dat indien de overlast niet stopt zij genoodzaakt is verdere juridische stappen te ondernemen en hem gewaarschuwd dat hij het risico loopt zijn woning te verliezen.
2.8.
Hierna zijn nog de volgende overlastmeldingen over [gedaagde partij] binnengekomen bij Woonpunt:
  • 1 oktober 2021, [naam 1] : ‘Schreeuwen en hard gepraat gisteravond va 21.00 uur. Later op de avond harde muziek + bass en nog meer geschreeuw tot na middernacht’
  • 6 oktober 2021, [naam 1] : ‘Meneer had een gesprek/ vergadering met zichzelf. Schreeuwen op niveau. In de loop van de avond tot na middernacht 01.50 uur.’
  • 6 december 2021, [naam 1] : ‘Omstreeks 22.00 uur tot even na middernacht. Meneer hard horen praten en af en toe tussen bovenstaande tijdsbestek de bass van de muziek duidelijk te horen. Politie is gebeld, echter daarna werd het stil. Om 0.15 u was politie nog niet gearriveerd en toen afgebeld.’
2.9.
Op 6 december 2021 heeft Woonpunt wederom contact opgenomen met [gedaagde partij] . De ‘laatste kans waarschuwing’ heeft [gedaagde partij] volgens die melding niet in ontvangst genomen. Wel zou hij volgens die melding hebben beloofd zijn geluidsinstallaties uit te trekken.
2.10.
Hierna zijn nog de volgende overlastmeldingen over [gedaagde partij] binnengekomen bij Woonpunt:
  • 10 februari 2022, [naam 1] : ‘Harde muziek, met bass. hard geschreeuw van de bewoner. In de loop van de avond vorig weekend vrijdag en zaterdag sporadisch. Gisteravond tot na middernacht en dit is zeer hinderlijk, hoe ook bekend bij Woonpunt.’
  • 24 februari 2022, [naam 1] : ‘Overlast muziek afgelopen week vrijdagavond en nacht. Bass van muziek overlast. Hard geschreeuw van bewoner. In overleg met [naam buurtcoördinator] , alsnog het formulier.’
  • 20 maart 2022, bewoonster [straatnaam 2] : ‘Ze ervaart al geruime tijd overlast van zowel de huurder op [adres 1] als op [nummer 3] . Mevrouw geeft aan dat ze al beide heren heeft aangesproken hierop maar dat het niet veranderd.’

3.Het geschil

3.1.
Woonpunt vordert samengevat op grond van vorenstaande feiten dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de huurovereenkomst tussen partijen zal ontbinden met onmiddelijke ingang,
II. [gedaagde partij] zal veroordelen het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, met machtiging van Woonpunt om de sterke arm in te schakelen,
III. [gedaagde partij] zal veroordelen tot betaling van de proces- en nakosten.
3.2.
[gedaagde partij] erkent dat hij overlast veroorzaakt en dat hij gedragsaanwijzingen heeft gekregen en zich daaraan niet heeft gehouden, maar volgens hem klopt het beeld wat van hem naar voren komt uit de stukken niet. Hij voert verder het volgende aan. De overlast is niet ernstig, duurzaam en structureel en valt onder normale woon- en leefgeluiden in een gehorig complex, waar zelfs geklaagd wordt over stofzuigergeluiden. Sinds de gedragsaanwijzing heeft maar één persoon incidenteel geklaagd en sinds de dagvaarding zijn er geheel geen klachten meer binnengekomen. Toen pas begreep [gedaagde partij] de ernst van de zaak. [gedaagde partij] vraagt zich af waarom er geen bemiddelingsgesprek heeft plaatsgevonden tussen hem en [naam 1] . De overlast is onvoldoende ernstig voor ontbinding van de huurovereenkomst. De politie staat wel eens aan de deur terwijl [gedaagde partij] gewoon ligt te slapen. Stankoverlast veroorzaakt [gedaagde partij] niet. De vordering moet worden afgewezen, eventueel met de overweging dat een gewaarschuwd mens voor twee telt. [gedaagde partij] zal in de problemen komen indien hij de woning moet verlaten.
3.3.
Woonpunt heeft hier nog tegenin gebracht dat buurtbemiddeling niet aan de orde was, omdat de klachten niet enkel afkomstig zijn van [naam 1] en hij bovendien niet wilde meewerken omdat hij angst heeft voor [gedaagde partij] . Het tweede kansbeleid is ruimschoots toegepast. Sinds de dagvaarding zijn inderdaad geen nieuwe klachten binnengekomen, maar dat maakt een wanprestatie in het verleden niet ongedaan. Als de politie bij hem aan de deur staat wanneer hij in slaap is gevallen, doet dat er niet aan af dat hij de muziek hard aan heeft staan.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Artikel 6:265 bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Als de verhuurder ontbinding van een huurovereenkomst van woonruimte wil, kan dat in beginsel alleen door de rechter geschieden (artikel 7:231 BW)
4.2.
Op basis van de meldingen en correspondentie in het dossier (zie 2.3. en verder) staat genoegzaam vast dat [gedaagde partij] overlast heeft veroorzaakt voor omwonenden. Hierdoor heeft hij in strijd gehandeld met artikel 7.6. van de algemene voorwaarden (zie 2.1.) en artikel 7:213 BW dat een huurder verplicht zich ten aanzien van het gebruik van een gehuurde zaak als goed huurder te gedragen.
4.3.
Er is dus sprake van een tekortkoming in de nakoming, wat betekent dat de huurovereenkomst in beginsel mag worden ontbonden. Bij beantwoording van de vraag of aanleiding bestaat af te wijken van de hoofdregel, kunnen alle omstandigheden van het geval van belang zijn. Hier acht de kantonrechter met name van belang dat er na de gedragsaanwijzing, waarin de gevolgen van verdere overlast duidelijk zijn uitgelegd, al vrij snel weer overlastmeldingen zijn binnengekomen, die inhoudelijk als zodanig niet worden betwist, zodat onder meer in rechte vast staat dat de geluidsoverlast weer dusdanig was dat de politie erbij was betrokken (zie 2.5.). Ook blijkt dat hem na de gedragsaanwijzing nog een proces-verbaal is aangezegd door de politie (zie 2.6.). Nadat [gedaagde partij] vervolgens in gebreke is gesteld, waarin hij wederom is gewaarschuwd voor de gevolgen van voortgezette overlast (zie 2.7.) heeft hij zijn gedrag weer niet veranderd (zie 2.8.). Toen heeft Woonpunt nog een keer contact opgenomen (zie 2.9.), maar drie keer was geen scheepsrecht, want de overlast volgde al snel weer (zie 2.10.). Anders dan [gedaagde partij] aanvoert, zijn de meldingen niet enkel afkomstig van [naam 1] . Immers zijn sinds de gedragsaanwijzingen meldingen binnengekomen van meerdere omwonenden, en zelfs na de derde kans zijn er niet alleen meldingen binnengekomen van [naam 1] , maar ook van een bewoonster aan de [straatnaam 2] (zie 2.10.). Overigens, zelfs als dit niet zo zou zijn geweest had dit niet tot een andere uitkomst geleid. [gedaagde partij] heeft immers niet aangevoerd dat de meldingen van [naam 1] onjuist zijn. Hij geeft ook toe de gedragsaanwijzing te hebben geschonden. Dat er dan sinds de dagvaarding geen klachten meer zijn binnengekomen, legt onvoldoende gewicht in de schaal in het licht van de lange voorgeschiedenis, waarbij hij meermaals waarschuwingen in de wind heeft geslagen en zijn gedrag ook niet heeft aangepast wanneer de politie bij hem op de stoep stond of Woonpunt hem wees op de klachten en de gevolgen als zijn gedrag zou aanhouden. Hierbij komt dat [gedaagde partij] weliswaar voor de toekomst zijn verplichtingen kan nakomen, maar dat de tekortkoming voor het verleden hiermee niet ongedaan wordt gemaakt. Dat hij in de problemen komt als hij de woning moet verlaten, wat hij niet onderbouwd aanvoert, legt ook onvoldoende gewicht in de schaal. Zo heeft hij niet aangevoerd dat de gevolgen voor hem nadeliger zijn dan inherent aan een gedwongen ontruiming, en de mogelijkheid van die gevolgen, waar hij meermaals voor is gewaarschuwd, waren onvoldoende om hem van zijn gedrag te weerhouden en heeft hij dus op de koop toe genomen. De suggestie om de gevorderde ontbinding af te wijzen, eventueel met de overweging dat een gewaarschuwd man voor twee telt, doet geen recht aan de zaak. Immers was [gedaagde partij] al een meermaals gewaarschuwd mens en koos hij er desondanks voor zijn gedrag niet aan te passen, totdat de dagvaarding op de deurmat viel. Het gewicht van de tekortkoming weegt dan ook zwaarder dan het belang van [gedaagde partij] bij het voortduren van de huurovereenkomst. De gevorderde ontbinding en ontruiming zal worden toegewezen.
4.4.
Woonpunt behoeft geen machtiging van de kantonrechter om het toe te wijzen bevel tot ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren op kosten van [gedaagde partij] met behulp van de sterke arm. De in de wet aan de deurwaarder verleende bevoegdheden tot reële executie (artikelen 555 e.v. Rv in verbinding met artikel 444 Rv) worden toereikend geacht, zodat Woonpunt bij een afzonderlijke machtiging geen belang heeft.
4.5.
[gedaagde partij] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten van Woonpunt worden tot vandaag begroot op:
dagvaarding: € 127,42
griffierecht: € 128,00
salaris gemachtigde:
€ 374,00(2 punten x tarief € 187,00)
totaal € 629,42.
4.6.
De nakosten zullen hieronder in de beslissing worden begroot.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de huurovereenkomst terzake de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] met onmiddellijke ingang,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] om het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten met al hetgeen zich vanwege hem daarin of daarop bevindt en al diegenen die zich daarin of daarop vanwege hem bevinden, en onder afgifte van alle sleutels van de woning ter vrije beschikking van Woonpunt te stellen,
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Woonpunt tot vandaag begroot op € 629,42,
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij] , indien hij niet binnen veertien dagen na aanschrijven door Woonpunt volledig aan dit vonnis voldoet, in de kosten die zijn ontstaan na dit vonnis, begroot op € 93,50 aan salaris gemachtigde en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
type: GD