In deze zaak, behandeld door de kantonrechter in Maastricht, vorderde de besloten vennootschap Innova Energie B.V. betaling van een bedrag van € 387,59 van de gedaagde, die in persoon procedeerde. Innova stelde dat er een overeenkomst tot stand was gekomen voor de levering van elektriciteit en/of gas, maar de gedaagde betwistte dit en stelde dat hij nooit een contract had afgesloten. De procedure begon met een dagvaarding op 15 maart 2022, gevolgd door een conclusie van antwoord van de gedaagde en een conclusie van repliek van Innova. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Innova moest worden afgewezen omdat de overeenkomst vernietigbaar was. Dit was gebaseerd op de wettelijke informatieplichten die de handelaar moet naleven bij overeenkomsten op afstand, zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter concludeerde dat Innova niet had aangetoond dat de gedaagde op duidelijke wijze was geïnformeerd over de betalingsverplichting bij het klikken op de aanvaarding button. Hierdoor was de overeenkomst niet rechtsgeldig tot stand gekomen. De kantonrechter vernietigde de overeenkomst en wees de vorderingen van Innova af, waarbij Innova werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die tot dat moment op nihil werden begroot.