Op 3 oktober 2022 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een tussenbeslissing genomen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1987 en ten tijde van de zitting gedetineerd. Deze beslissing volgde op een regiezitting van 26 september 2022, waar de verdediging schriftelijke onderzoekswensen had ingediend. De rechtbank heeft de ingediende verzoeken beoordeeld, waarbij de verdediging getuigen heeft voorgesteld en aanvullende proces-verbalen heeft verzocht. De rechtbank heeft enkele verzoeken toegewezen, zoals het horen van medeverdachten en bepaalde getuigen, maar heeft andere verzoeken afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing of gebrek aan relevantie voor de zaak. De rechtbank heeft ook besloten dat er geen extra zitting nodig is en dat de beslissingen schriftelijk zullen worden medegedeeld. De zaak is verwezen naar de rechter-commissaris voor verdere getuigenverhoren en het horen van de verdachte en medeverdachten in elkaars zaken. Tevens zijn er opdrachten gegeven aan de officier van justitie voor het opvragen van gegevens en het vertalen van documenten. De rechtbank benadrukt het belang van de verdediging in deze complexe zaak, waarin levensdelicten ten laste zijn gelegd.