ECLI:NL:RBLIM:2022:7525

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 oktober 2022
Publicatiedatum
4 oktober 2022
Zaaknummer
03/291043-21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing inzake onderzoekswensen in strafzaak tegen verdachte met betrekking tot getuigenverhoren en bewijsstukken

Op 3 oktober 2022 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een tussenbeslissing genomen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1970 en gedetineerd in een penitentiaire inrichting. Deze beslissing volgde op een regiezitting van 26 september 2022, waar de verdediging schriftelijke onderzoekswensen had ingediend. De rechtbank heeft de verzoeken van de verdediging beoordeeld, waaronder het horen van getuigen en het opvragen van bewijsstukken. De rechtbank heeft besloten om de verzoeken tot het horen van medeverdachten en bepaalde getuigen toe te wijzen, terwijl andere verzoeken zijn afgewezen omdat deze niet relevant werden geacht voor de zaak. De rechtbank heeft ook opdracht gegeven tot het opvragen van notities van FBI-verhoren en het doen van aanvullend onderzoek naar schoensporen en bloedsporen. De zaak is doorverwezen naar de rechter-commissaris voor verdere behandeling van de getuigenverhoren en het onderzoek naar de beschikbaarheid van historische gegevens van telefoons en GPS-tracker data van een voertuig. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de griffier aanwezig was. De rechtbank heeft benadrukt dat de onderzoekswensen van de medeverdachten ook voor deze zaak gelden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/291043-21
Datum beslissing : 3 oktober 2022

Tussenbeslissing van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken

in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1970,
gedetineerd in [naam PI] te [plaats] .
De raadsvrouw van de verdachte is mr. B.N.R. Maenen, vervangende mr. S.T. van Berge Henegouwen, beiden advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

Procedure

Deze tussenbeslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 september 2022. Voorafgaand aan die terechtzitting heeft de verdediging bij brief van 15 september 2022 schriftelijk onderzoekswensen ingediend. Op de regiezitting zijn de onderzoekswensen toegelicht en heeft de officier van justitie haar standpunt met betrekking tot de ingediende kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op basis van de schriftelijke verzoeken en hetgeen tijdens de regiezitting naar voren is gebracht, vastgesteld welke concrete verzoeken op dit moment ter beoordeling voorliggen en zal deze hierna inhoudelijk bespreken.
De rechtbank zal deze beslissingen schriftelijk mededelen en verspreiden en er zal geen extra ingelaste terechtzitting zijn. Zowel de officier van justitie als de verdediging hebben hiermee ingestemd.

De onderzoekswensen

Verzoeken met betrekking tot het horen van getuigen
De verdediging heeft verzocht als getuigen te horen:
de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ;
[naam 1] ;
[naam 2] ;
[naam 3] ;
De officier van justitie verzet zich niet tegen het horen van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] (onder 1) alsmede de getuige 4. Het horen van medeverdachte [medeverdachte 3] dient primair te worden afgewezen wanneer duidelijk is dat deze zich op zijn verschoningsrecht zal gaan beroepen. Subsidiair bestaat er geen bezwaar tegen het horen van [medeverdachte 3] als er enig zicht is op een inhoudelijke verklaring. Tenslotte dient het horen van getuigen 2 en 3 in de visie van de officier van justitie te worden afgewezen, nu dit niet bijdraagt aan het onderzoek naar de feiten op 26 november 2019.
De rechtbank wijst, gelet op het verdedigingsbelang, toe de verzoeken tot het horen van de medeverdachten (onder 1) almede de getuige [naam 3] (onder 4). De omstandigheid of [medeverdachte 3] al dan niet inhoudelijk zal verklaren, is niet relevant voor de beslissing van de rechtbank, maar alleen voor de planning van de verhoren. De raadsman van [medeverdachte 3] heeft ter terechtzitting toegezegd dat hij tijdig zal mededelen of [medeverdachte 3] zich op zijn verschoningsrecht zal gaan beroepen.
De rechtbank is evenals de officier van justitie van oordeel dat het horen van de getuigen [naam 1] (onder 2) en [naam 2] (onder 3) niet bijdraagt aan het onderzoek naar de feiten op 26 november 2019. Uit het dossier kan worden afgeleid dat deze getuigen betrokken waren bij de gebeurtenissen in oktober 2019. Uit het dossier noch uit de onderbouwing van het verzoek blijkt dat deze getuigen uit eigen waarneming iets kunnen verklaren dat relevant is voor een beslissing over de tenlastegelegde feiten, zodat deze verzoeken worden afgewezen.
Verzoeken met betrekking tot de registraties van de verhoren
De verdediging heeft verzocht de AVR-opnames van het FBI-verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2] ter beschikking te stellen.
De officier van justitie heeft aangegeven dat er geen opnames zijn van de FBI-verhoren van medeverdachte [medeverdachte 2] , maar er bestaat geen bezwaar tegen het opvragen van de schriftelijke notities van het verhoor via een rechtshulpverzoek.
Nu er geen opnames zijn gemaakt van de betreffende verhoren, geeft de rechtbank, gelet op het verdedigingsbelang, opdracht aan de officier van justitie om middels een rechtshulpverzoek de betreffende notities van het FBI-verhoor van [medeverdachte 2] op te vragen.
Verzoek onderzoek schoensporen
De verdediging heeft nader onderzoek aan de aangetroffen schoensporen verzocht om te kunnen vaststellen welke maat de betreffende schoenen hadden. Die maat kan worden vergeleken met de schoenmaat van [verdachte] (Amerikaanse maat 8,5) en medeverdachte [medeverdachte 1] (Amerikaanse maat 10 of 11). Hiermee kan iets gezegd worden over de waarschijnlijkheid dat [verdachte] en [medeverdachte 1] aanwezig zijn geweest in de woning van het slachtoffer.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat dit verzoek dient te worden afgewezen, nu er slechts schoenzool
fragmentenzijn aangetroffen, op basis waarvan geen uitspraak kan worden gedaan over de maatvoering.
De rechtbank stelt vast dat in het proces-verbaal van vergelijkend schoenspooronderzoek (pagina 1495), alle schoensporen – behalve schoenspoor [02] – worden omschreven als ‘in het spoor zijn vage fragmenten van schoensporen’. Spoor [02] wordt omschreven als ‘fragment van een schoenzoolafdruk’. In de resultaten wordt het volgende gerapporteerd: ‘De bruikbaarheid van het spoor / de sporen voor nadere vergelijkend schoensporenonderzoek, kan pas worden bepaald als er schoenen voor onderzoek worden aangeboden.’ Naar het oordeel van de rechtbank laat dit ruimte voor vragen over de mogelijkheden van ander onderzoek naar bijvoorbeeld de schoen
maat. In dat licht geeft de rechtbank opdracht tot het doen opmaken van een aanvullend proces-verbaal waarin de vraag wordt beantwoord of er op basis van de schoenspoorfragmenten nader onderzoek naar de maatvoering al dan niet mogelijk is en zo ja, het doen uitvoeren van een onderzoek naar de maten van de schoenen die de spoorfragmenten hebben achtergelaten.
Verzoek nader onderzoek bloedsporen
De verdediging heeft verzocht nader onderzoek uit te voeren aan de bloedsporen die in de Volkswagen Polo zijn aangetroffen, waarbij een vergelijking plaatsvindt met de DNA-profielen van de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
Deze onderzoekswens is ingetrokken toen tijdens de bespreking ervan duidelijk werd dat er reeds een vergelijking heeft plaatsgevonden tussen de MPS-DNA-profielen van de bloedsporen uit de Volkswagen Polo en de DNA-profielen van verdachten en dat de resultaten daarvan zijn weergegeven in het dossier.
Verwijzing rechter-commissaris
De rechtbank verwijst de zaak naar de rechter-commissaris voor het horen van alle verdachten als getuigen in elkaars zaken en het horen van de getuige [naam 3] , waarbij de toegewezen getuigen in zowel de zaak van de verdachte als in de zaken van de medeverdachten dienen te worden gehoord.
Onderzoekswensen inzake de medeverdachten
Tenslotte zal de rechtbank ambtshalve bepalen dat de toegewezen onderzoekswensen in de zaken van de medeverdachte ook voor deze zaak gelden, zoals opgenomen in het dictum.

De beslissingen

De rechtbank verwijst de zaak naar de rechter-commissaris voor:
  • het horen van de verdachten [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] als getuigen in elkaars zaken;
  • het horen van de volgende personen als getuige:
1. [naam 4] , geboren [geboortedatum 2] ;
2. [naam 5] , geboren [geboortedatum 3] , wonende te [adres 1] , [woonplaats 1]
3. [naam 6] , geboren [geboortedatum 4] te [geboorteplaats 2] ;
4. [naam 7] (e-mail [e-mail adres] , telefoon: [telefoonnummer] );
5. [naam 8] , geboren [geboortedatum 5] [geboorteplaats 3] , wonende aan de [adres 2] te [woonplaats 2] ;
6. [naam 3] , geboren [geboortedatum 6] ;
- het houden van een FIT-gesprek tussen het NFI, het openbaar ministerie en de verdediging, waarin onder meer de vraag kan worden beantwoord of er in het licht van de afgelegde verklaringen en de veiliggestelde sporen voldoende informatie beschikbaar is of kan komen om een DNA-onderzoek op activiteitenniveau uit te voeren en of dit onderzoek diagnostisch bewijs kan opleveren.
verzoekt de rechter-commissaris voorts al datgene te doen wat hem of haar in het belang van het onderzoek geraden voorkomt.
De rechtbank geeft de officier van justitie opdracht tot:
het doen opmaken van een aanvullend proces-verbaal over de beschikbaarheid van de historische printgegevens van de telefoons van de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] van 26 november 2019 05.00 uur tot en met 27 november 2019 12.00 uur; alsmede de GPS-tracker data van de gehuurde Volkswagen Polo van 26 november 2019 05.00 uur tot en met 14.00 uur. Wanneer blijkt dat de verzochte data nog kunnen worden achterhaald, dienen deze aan het dossier te worden toegevoegd en te worden geanalyseerd. Deze analyse dient zo nauwkeurig mogelijk weer te geven welke routes de Volkswagen Polo en de verschillende telefoons hebben afgelegd en zo mogelijk ook waar en wanneer deze locaties van elkaar verschillen. Daarbij dienen de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] de vraag te beantwoorden in hoeverre dit andere of aanvullende gegevens betreft dan de gegevens waarop zij de in het proces-verbaal van bevindingen, weergegeven op pagina 4258-4249, vastgestelde route hebben gebaseerd alsmede in hoeverre deze nieuwe data leiden tot een aanpassing van deze eerder vastgestelde route;
het ter beschikking stellen van de AVR-opnames van de Nederlandse verhoren van de verdachten [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] conform de aanwijzing auditief en audiovisueel registreren van verhoren van aangevers, getuigen en verdachten;
het middels een rechtshulpverzoek aan de Verenigde Staten opvragen van de handgeschreven notities van het FBI-verhoor van [medeverdachte 2] ;
het – indien noodzakelijk middels tussenkomst van een rechtshulpverzoek aan de Verenigde Staten – verstrekken van de opnames van het FBI-verhoor van [naam 5] ;
het doen opmaken van een aanvullend proces-verbaal met betrekking tot het onderzoek naar de aanwezigheid van de beelden van de woning aan de [adres 2] te [woonplaats 2] ;
het doen opmaken van een aanvullend proces-verbaal waarin de vraag wordt beantwoord of er op basis van de aangetroffen schoenspoorfragmenten nader onderzoek naar de maatvoering al dan niet mogelijk is en zo ja het doen uitvoeren van een onderzoek naar de maten van de schoenen die de spoorfragmenten hebben achtergelaten;
het zorgdragen voor een Nederlandse vertaling van in het dossier opgenomen Duitse verhoren van de getuigen [naam 9] , [naam 10] en [naam 11] .
De rechtbank verstaat dat de officier van justitie desgewenst in onderling overleg aan de verdediging inzage geeft in de Signal- en WhatsApp-berichten aangetroffen op de telefoon van [verdachte] .
Deze beslissing is op 3 oktober 2022 genomen door mr. L. Feuth, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in het bijzijn van mr. H.M.E. de Beukelaer, griffier.
Mr. N.P.J. van de Pasch is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Deze beslissing zal via e-mail worden verstuurd aan de officier van justitie en de raadsvrouw, en zal tevens worden gevoegd als bijlage bij de processen-verbaal van de zitting van 26 september 2022.