Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het door deze rechtbank op 18 augustus 2021 tussen [eiseres] en [gedaagde] bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 291013 / HA ZA 21-198, waarin wordt verwezen naar de inleidende dagvaarding. Aan deze dagvaarding zijn gehecht de producties 1 tot en met 5;
- de verzetdagvaarding, met producties 1 tot en met 4 (aan te merken als de conclusie van antwoord);
- de akte van 10 november 2021, waarbij [eiseres] op instructie van de rolrechter stukken heeft overgelegd (producties 1 tot en met 10);
- de naar aanleiding daarvan door [gedaagde] genomen akte onderbouwing verzetdagvaarding, met producties 5 en 6;
- de mondelinge behandeling die is gehouden op 5 september 2022;
- de door [eiseres] voor de mondelinge behandeling overgelegde productie 6;
- de door de gemachtigde van [gedaagde] overgelegde spreekaantekeningen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bij ontbinding van de koopovereenkomst op grond van toerekenbare tekortkoming zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete van tien procent (10%) van de koopsom verbeuren,onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding, indien de daadwerkelijke schade hoger is dan de onmiddellijk opeisbare boete, en onverminderd vergoeding van kosten van verhaal.”