ECLI:NL:RBLIM:2022:7171
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Homologatie van een akkoord in het kader van de faillissementswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 september 2022 een vonnis gewezen inzake de homologatie van een akkoord op basis van artikel 384 van de Faillissementswet (Fw). De vennootschap onder firma (VOF) en haar vennoten hebben een verzoek ingediend tot homologatie van een akkoord dat is aangeboden aan hun schuldeisers. Dit akkoord is bedoeld om de schulden van de VOF te saneren en is tot stand gekomen na overleg met de schuldeisers, die in verschillende klassen zijn ingedeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tot homologatie moet worden toegewezen, omdat geen van de afwijzingsgronden van artikel 384 lid 2 Fw van toepassing is. De rechtbank heeft ook bevestigd dat de rechtsmacht toekomt ten aanzien van de verzoeken op grond van Titel IV Fw en dat de schuldeisers op de juiste wijze zijn geïnformeerd over het akkoord. Het vonnis concludeert dat het akkoord, dat op 11 juli 2022 in stemming is gebracht, door alle klassen van schuldeisers is goedgekeurd, met uitzondering van twee schuldeisers die zich hebben onthouden van stemming of tegen hebben gestemd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de nakoming van het akkoord voldoende is gewaarborgd en dat er geen andere redenen zijn om de homologatie af te wijzen.