ECLI:NL:RBLIM:2022:7128
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens ontbreken spoedeisend belang in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 20 september 2022 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker die geconfronteerd werd met een last onder bestuursdwang. Deze last, opgelegd door de burgemeester van de gemeente Heerlen, verplichtte de verzoeker om zijn woning te sluiten vanwege de aanwezigheid van drugs. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde dakloos te worden. Tijdens de zitting op 14 september 2022 werd duidelijk dat de verzoeker de huurovereenkomst had opgezegd en dat deze eindigde per eind september 2022. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was, omdat de woning al gesloten was en de verzoeker inmiddels was vertrokken naar een andere gemeente. Bovendien was het onduidelijk of de verzoeker de opzegging van de huurovereenkomst ongedaan kon maken, gezien het zero tolerance-beleid van de verhuurder ten aanzien van drugs. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoeker niet kon terugkeren naar de woning en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.