ECLI:NL:RBLIM:2022:7088

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
19 september 2022
Zaaknummer
C/03/295850 / HA ZA 21-438
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheidingsconvenant en nakoming van verplichtingen uit het convenant

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de nakoming van een echtscheidingsconvenant. De eiseres, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], vordert dat de gedaagde, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1], en de besloten vennootschap WEE BEE ALL ROUND B.V. worden veroordeeld om een bedrag van € 177.700,54 te betalen ten behoeve van een lijfrentepolis. Dit bedrag is gebaseerd op een afspraak in het echtscheidingsconvenant, waarin is bepaald dat de gedaagde een deel van de opbrengst van de verkoop van de voormalige echtelijke woning in de B.V. zou storten voor de vrouw. De gedaagde voert verweer en stelt dat de vrouw de verkoop van de woning heeft gefrustreerd, waardoor deze voor een lagere prijs is verkocht dan verwacht. Hij vordert in reconventie een schadevergoeding van € 77.700,54 en een gebruiksvergoeding van € 35.000,00 voor de periode dat de vrouw in de woning heeft gewoond na de echtscheiding.

De rechtbank oordeelt dat de vordering van de eiseres tot nakoming van het echtscheidingsconvenant toewijsbaar is, omdat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. De rechtbank wijst de vorderingen in reconventie van de gedaagde af, omdat de gestelde schade niet voldoende is onderbouwd en de gebruiksvergoeding niet is overeengekomen in het convenant. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 14 september 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/295850 / HA ZA 21-438
Vonnis van 14 september 2022
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.M.J. Schoonbrood,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. H.F.A. Bronneberg,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WEE BEE ALL ROUND B.V.,
gevestigd te Beek,
gedaagde in conventie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en de B.V. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 7
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie met producties
1 en 2 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1]
  • de conclusie van antwoord in reconventie met producties 8 tot en met 10 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
  • de akte houdende inbrenging producties 3 tot en met 11 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1]
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 juni 2022
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zijn op 4 december 1978 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Bij beschikking van de rechtbank Maastricht van 10 november 2010 (zaaknummer 155103 / S RK 10-966) is de echtscheiding tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] uitgesproken [1] . Deze beschikking is op 19 januari 2011 ingeschreven in het register van de burgerlijke stand van de gemeente Stein [2] .
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is enig aandeelhouder en bestuurder van de B.V. [3]
2.3.
Op 30 september 2010 zijn [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] een echtscheidingsconvenant overeengekomen [4] . Hierin staat - voor zover thans relevant - het volgende:
“(...)
Artikel 2 Verdeling kosten van de woning en eigen kosten van de vrouw
Partijen zijn overeengekomen dat de vaste lasten van de woning, zijnde de bruto rente van de hypotheek, de gemeentelijke belastingen, de woonverzekering, het onderhoud van de CV ketel, de waterschapsbelasting, de kosten voor het woningalarm, het onderhoud aan het zwembad alsmede het onderhoud aan de woning (vooraf samen te bepalen en overeen te komen door de man en de vrouw) vanaf het moment van datum echtscheidingsbeschikking, door ieder van hen voor een gelijk gedeelte, ieder voor de helft, zal worden voldaan. Partijen zijn daarbij overeengekomen dat de man het gedeelte dat voor rekening zal komen van de vrouw, aldus de helft, zal voorfinancieren aan de vrouw. Aldus zal de man 100 % van deze kosten voldoen tot het moment van verkoop en levering van de woning aan een derde partij. Op het moment dat de woning wordt verkocht en geleverd en dienaangaande de overwaarde van de woning vrijkomt, dan zal tussen partijen tot een afrekening hiervan worden overgegaan. De man zal een registratie bijhouden van de daadwerkelijk gemaakte kosten zoals in dit lid genoemd waarna op basis hiervan tot verrekening wordt overgegaan. De verrekening zal aldus bij de notaris plaatsvinden op het moment van verkoop en levering van de woning.
Partijen zijn overeengekomen dat de variabele kosten van de woning, zijnde het verbruik van het water, gas en electra, door de vrouw zullen worden voldaan minus een vaste maandelijkse bijdrage van de man van
€ 125. Het bedrag dat de man voldoet ad € 125,- maandelijks ten behoeve van de energielasten van het kantoor van de man, zal hij blijven voldoen totdat dc echtelijke woning is verkocht en geleverd aan een derde partij.
3. Vanaf de eerste maand na datum echtscheidingsbeschikking, zal de vrouw de navolgende kosten die de man
eerst voor haar betaalde, zelf betalen: haar eigen telefoonrekening, de autoverzekering, Rdw, Tabletten,
Zorgverzekering, Dela, Krant, Verzekering Avb en Salon, Ziggo en TV gids.
Artikel 3 Verkoop van de echtelijke woning
Partijen zijn overeengekomen dat zij de voormalige echtelijke woning zo spoedig mogelijk te koop zullen zetten. Zij zullen samen overleggen over de makelaar die zij daarbij zullen inschakelen en onder welke voorwaarden zij de opdracht verstrekken.
Partijen zijn tot overeenstemming gekomen dat de echtelijke woning een waarde vertegenwoordigt van
€ 680.000, welke als uitgangspunt zal dienen bij de vraag- verkoopprijs van de echtelijke woning. Zij zullen zich verder over de vraagprijs en verkoopprijs laten adviseren door de makelaar en in onderling overleg verder beslissingen nemen. Partijen zullen daartoe binnen vier weken na ondertekening van dit convenant een opdracht geven aan een makelaar in onderling overleg te bepalen.
3. De woning is op € 680.000 gewaardeerd (in 2009) en de hypotheekschuld bedraagt op het moment van ondertekening van het convenant € 295.000.
4. De opbrengst van de woning minus de aflossing van de hypotheek en overige kosten samenhangende met de verkoop van de woning waaronder makelaarsprovisie zullen partijen ieder voor een gelijk gedeelte toekomen onder verrekening van hetgeen in deze overeenkomst en bijlagen staat vermeld.
Artikel 4 (boedelverdeling)
Partijen zijn gehuwd onder algehele gemeenschap van goederen.
Als peildatum voor de omvang en de waardering van de huwelijksgoederengemeenschap geldt 31 december 2008.
Alle baten en lasten opgekomen na de peildatum zoals hiervoor is opgenomen worden toegerekend aan c.q. komen voor rekening van degene die ze betreffen.
Tot de gemeenschap behoren de echtelijke woning staande en gelegen te [woonplaats 1] aan de [adres] , een hypothecaire geldschuld, de v.o.f. [naam VOF] , Wee Bee All Round B.V., de eenmanszaak [handelsnaam] Assurantiën, inboedel- en lijfszaken, spaarpolis, banktegoeden, opgebouwd pensioen, vervoersmiddelen (Bora en VW Golf), en mogelijke belastingsteruggaven danwel belastingaanslagen/naheffingen.
Artikel 5 (Toedeling aandelen)
Partijen geven hierbij opdracht aan notaris mr. Palmen te Stein of diens plaatsvervanger om, zo mogelijk binnen één maand na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, een notariële akte te verlijden waarbij de verdeling c.q. overdracht van de aandelen van de Wee Bee All Round BV binnen één maand na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in een notariële akte plaatsvinden waarbij de aandelen worden toebedeeld aan de man en de verrekening van de helft van de economische waarde van de aandelen zal plaatsvinden op de wijze zoals in het excell bestand bijlage a zoals gehecht aan dit convenant benoemd.
De kosten van deze akte en de verdere kosten verbonden aan de inschrijving zijn voor rekening van partijen ieder voor de helft.
(...)
Artikel 9 (Wee Bee Allround BV)
1. De waarde van deze BV is negatief, zijnde € 21.524,-. In deze BV bevindt zich een stamrecht per
31 december 2008 groot ad € 203.134,-. Op het moment dat de echtelijke woning is verkocht, zullen gelden vrijkomen en zal de man gelden storten in deze BV op die wijze zodat de navolgende uitkering aan de vrouw mogelijk is. Vervolgens zal de directie van de onderneming, zijnde de man, via bemiddeling van het assurantiekantoor van de man - waarbij de vrouw invloed zal kunnen hebben op de keuze van lijfrentepolis - zo spoedig mogelijk de helft van dit bedrag, zijnde € 101.567,- exclusief nader te berekenen rente storten in een polis bij een verzekeringsmaatschappij ten behoeve van een lijfrentepolis voor de vrouw. De waarde van het stamrecht per 31 december 2008 zal jaarlijks met 4,5 % worden opgerent vanaf 31 december 2008 tot aan het moment van het storten van het bedrag bij een verzekeringsmaatschappij ten behoeve van de vrouw. Deze betaling ten behoeve van de vrouw zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden doch uiterlijk bij verkoop en levering van de woning. Uiterlijk alsdan zal 50 % van de dan geldende waarde van het stamrecht inclusief de rente worden gestort bij een verzekeringsmaatschappij ten behoeve van de vrouw. De directie, zijnde de man, verplicht zich hieraan mee te werken. Partijen hebben aangaande deze constructie zelfstandig extern advies ingewonnen terzake de juistheid, houdbaarheid en risico’s verbonden aan deze bepaling. Partijen hebben telkens de mogelijkheid gehad consent te vragen aan de fiscus voor de fiscale houdbaarheid van deze constructie.
2. De man en de vrouw hebben een privéschuld aan Wee Bee Allround B.V. ad € 47.740,-. De verdeling van deze schuld is reeds opgenomen en verdeeld in het excell-overzicht. De man zal deze schuld op zich nemen waarbij met de vrouw tot verrekening zal worden overgegaan gelijk aan de verdeling daarvan zoals genoemd in het Excell-bestand bijlage a.
3. Deze BV zal aan de man worden toebedeeld met inachtneming van het in lid 1 en lid 2 genoemde.
Artikel 10 ( [handelsnaam] )
1. Partijen hanteren als peildatum voor de waardebepaling van de onderneming 31 december 2008. De waarde van de assurantieportefeuille van het assurantiekantoor is bepaald op € 147.254,-. Rekening houdende met een belastinglatentie van 20 % en het negatieve kapitaal van € 115.565.- is de uiteindelijke waarde van het assurantiebedrijf bepaald op € 2.238,- zoals ook opgenomen in het Excell bestand bijlage a. Deze waarde wordt aan de man toebedeeld onder verrekening met de vrouw, zie eveneens het excell overzicht bijlage a.
Artikel 11 ( [naam VOF] vof)
1. Partijen hanteren als peildatum voor de waardebepaling van de onderneming 31 december 2008. Het kapitaal van de salon per 31 december 2008 bedraagt € 12.204,-. In onderling overleg zijn de activa afgewaardeerd met € 4000,- zodat de waarde van de salon is bepaald op € 8.204,- zoals opgenomen in het Excell bestand bijlage a. Deze waarde wordt aan de vrouw toebedeeld onder verrekening met de man, zie eveneens het excell-overzicht bijlage a.
Artikel 12 (overbedeling)
Vanwege bovenstaande verdeling wordt de vrouw overbedeeld met een bedrag van € 56.000, waarvan zij de helft, een bedrag van € 28.000, aan de man dient uit te keren (zie ook vermeld in het excell bestand bijlage a).
De vrouw zal dat bedrag aan de man betalen ten tijde van de notariële toescheiding van de woning aan een derde partij c.q. ten tijde van de verkoop van de echtelijke woning en de ontvangst van de gelden door de verkoop.
Artikel 13 (pensioenrechten)
De man heeft pensioenaanspraken opgebouwd bij het volgende pensioenfonds: ABP 3. De vrouw heeft geen pensioenaanspraken opgebouwd.
Deze opgebouwde pensioenaanspraken zullen worden verevend conform de in artikel 3 van de Wet Pensioenverevening opgenomen standaard regeling.
In de BV Wee BeeAllround BV bevindt zich een stamrecht per 3l december 2008 groot ad € 203.134,- zoals reeds in artikel 9 van dit convenant benoemd. Artikel 9 wordt hierbij als integraal herhaald en ingelast beschouwd.
Partijen zullen zelf, direct nadat de echtscheiding in de daartoe bestemde registers is ingeschreven, aan de desbetreffende pensioenuitvoerders door middel van de daarvoor voorgeschreven formulieren mededeling doen van de echtscheiding en het tijdstip daarvan, zulks teneinde te bewerkstelligen dat partijen een recht op uitbetaling zal verkrijgen jegens de pensioenuitvoerder ter grootte van de helft van het ouderdomspensioen van de ander, voorzover dit over de huwelijkse periode is opgebouwd.
Ten tijde van ondertekening van dit convenant beraadt de vrouw zich nog over het van toepassing zijn van
de Wet Verevening Pensioen danwel conversie. De vrouw zal de man over haar beraad hieromtrent verder op de hoogte houden.
6. Het (bijzonder) nabestaandenpensioen dat tot de datum van ontbinding van het huwelijk door de man is opgebouwd wordt overeenkomstig de wettelijke regeling premievrij voor de vrouw gereserveerd.
Artikel 14 (belastingen)
Over 2009 zullen partijen gezamenlijk aangifte doen. Dit zal gebeuren door een onafhankelijke accountant of boekhouder en de kosten daarvoor worden ieder voor een gelijk deel gedragen terzake de aanslagen privé. Bij een en ander zal wel rekening worden gehouden met degene die de kosten heeft betaald en teruggaven heeft ontvangen en vervolgens uitgangspunt is dat ieder bij helfte deze kosten of teruggave voldoet of ontvangt. De man zal de aanslag terzake het assurantiekantoor vanaf 2009 zelf dragen. De vrouw zal de aanslagen van de vof vanaf 2009 zelf dragen.
Vanaf 1 januari 2010 is ieder afzonderlijk verantwoordelijk voor de eigen fiscale aangifte en afwikkeling.
Alle belastingteruggaven c.q. -aanslagen welke betrekking hebben op de periode tot de datum van echtscheiding zijn voor rekening van degene die het betreft, tenzij in dit artikel anders genoemd.
(...)
Artikel 16 (vrijwaring en finale kwijting)
Partijen vrijwaren elkaar over en weer indien de ene partij wordt aangesproken tot voldoening van een schuld welke ingevolge deze overeenkomst ten laste van de andere partij komt.
Alle eventueel bestaande risico’s met betrekking tot de waardering van de aan de ene dan wel de andere toegedeelde vermogensbestanddelen zullen worden gedragen door degene aan wie de betreffende vermogensbestanddelen zijn toegedeeld. Ieder der partijen vrijwaart de ander voor eventuele daaruit voortvloeiende aanspraken
Partijen verklaren terzake van de afwikkeling van de huwelijkse verdeling na uitvoering van het bovenstaande niets meer van elkaar te vorderen hebben en verlenen elkaar terzake reeds nu voor alsdan over en weer finale kwijting en décharge.
Artikel 17 (overige rechten en plichten)
Partijen verklaren dat alle overige gemeenschappelijk rechten of verplichtingen reeds in onderling overleg zijn verdeeld. Voor zover nog enig gemeenschappelijk recht of gemeenschappelijke verplichting op mocht komen, valt deze toe aan degene op wiens naam het is gesteld.
Partijen verklaren voorts dat zij over en weer niet gerechtigd zijn in enige gemeenschap of onverdeeldheid. En voor zover een der partijen alsnog gerechtigd blijkt te zijn in enige gemeenschap of onverdeeldheid wordt zijn/haar aandeel daarin aan hem/haar toegescheiden zonder dat enige verrekening behoeft plaats te vinden. Voor zover een der partijen in het kader van de afwikkeling van enige gemeenschap of onverdeeldheid aan de zijde van de andere partij medewerking wordt verlangd, wordt deze medewerking reeds dan gegeven.
Partijen verklaren dat hen geen andere schulden of bezittingen bekend zijn dan in dit convenant vermeld. Indien latere schulden blijken zullen deze blijven voor rekening op wiens/wier naam deze staan tenzij aangetoond wordt dat de partij op wiens/wier naam deze schuld staat van het bestaan niet heeft kunnen weten. In dat geval zal de schuld alsnog voor rekening van beiden partijen komen.
Partijen verklaren ieder voor zich dat alle goede en slechte kansen in deze regeling zijn verdisconteerd. Ter zake deze schuld en eventuele toekomstige extra kosten, die met deze schuld samenhangen, en/of resterende schuldenlast, verklaren partijen tevens dat partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben. Zij verlenen elkaar dienaangaande finale kwijting en décharge.
(…)
Artikel 18 (ontbinding en vernietiging)
Partijen doen afstand van hun recht om ingevolge het bepaalde in artikel 6:265 Burgerlijk Wetboek ontbinding van deze overeenkomst te vorderen. Daarenboven doen partijen afstand van hun recht om vernietiging van deze overeenkomst te vorderen.
Partijen komen voorts overeen dat, behoudens waar in deze overeenkomst anders is bepaald, deze overeenkomst niet voor wijziging vatbaar is.
Artikel 19 (geschillen)
1. Indien partijen in de toekomst van mening verschillen omtrent de interpretatie of uitvoering van dit convenant, zullen zij trachten door middel van onderling overleg tot een regeling te komen. Voor het geval zij hier niet in slagen, zullen zij zich wenden tot een onafhankelijke en onpartijdige mediator, teneinde de gerezen geschilpunten tot een oplossing te brengen. Indien ook dat partijen niet tot een oplossing brengt, zullen zij zich ieder tot een eigen advocaat wenden die het geschil eventueel aan de rechter kan voorleggen.
(...)”
2.4.
Bij akte van levering van 1 februari 2019 is de voormalige echtelijke woning aan derden geleverd tegen een koopprijs van € 555.000,00 [5] . De netto-opbrengst is in overeenstemming met hetgeen partijen dienaangaande in het echtscheidingsconvenant zijn overeengekomen tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] verdeeld: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ontving € 176.904,72 en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ontving € 76.052,32 [6] .
2.5.
Bij (aangetekende) brief van 18 juli 2019 en e-mailberichten van 2 augustus 2019, 7 juli 2020, 22 april 2021 en 11 mei 2021 [7] heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] gesommeerd zijn verplichtingen ex artikel 9 uit het echtscheidingsconvenant na te komen.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en de B.V. veroordeelt om aan de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingeschakelde verzekering te betalen ten behoeve van een lijfrentepolis, voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag van € 177.700,54 inclusief rente tot de dag van de dagvaarding, en 4,5% rente per jaar aanvullend over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van afstorting bij de verzekeringsmaatschappij, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en de B.V. in de kosten van het geding, de kosten en de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft - kort gezegd - aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat zij nakoming vordert van artikel 9 van het echtscheidingsconvenant.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voert verweer.
3.4.
Tegen de B.V. is verstek verleend.
3.5.
Op de stellingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te betalen tot € 77.700,54 + rente ten titel van schadevergoeding tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te nemen beslissing,
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te betalen € 35.000,00, ten titel van gebruiksvergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te behoren beslissing,
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en inclusief salaris voor de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] .
3.7.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft - kort gezegd - bij eis in reconventie het volgende aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd. Volgens hem heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de verkoop van de woning jarenlang gefrustreerd. Ten tijde van het echtscheidingsconvenant gingen partijen uit van een minimale verkoopprijs van € 700.000,00. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wilde echter niet meedoen aan openhuisdagen, wilde geen bord in de tuin, wilde aanvankelijk niet verschijnen bij de notaris etc. Daardoor is de woning pas na acht jaar verkocht voor een veel lagere prijs, te weten € 550.000,00. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft onrechtmatig gehandeld en is aansprakelijk voor de schade. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] kan ter uitvoering van artikel 9 van het echtscheidingsconvenant enkel
€ 100.000,00 betalen omdat het meerdere de schade is die hij heeft geleden, te weten
€ 177.700,54 - € 100.000,00 = € 77.700,54, te vermeerderen met 4,5 % rente per jaar. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] wil de schade verrekenen aldus dat hij nog slechts € 100.000,00 voor stamrechtfaciliteit afstort. Daarnaast maakt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aanspraak op een gebruiksvergoeding voor de woning te betalen door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op grond van artikel 3:169 BW. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft maar liefst acht jaar in de woning gewoond na het tekenen van het echtscheidingsconvenant. Hoewel hierover in het echtscheidingsconvenant niets is afgesproken, terwijl er wel finale kwijting over en weer is verleend, is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] van mening dat deze finale kwijting geen betrekking heeft op de vordering van het gebruiksrecht, omdat het niet expliciet in het echtscheidingsconvenant is uitgesloten. Hij vordert afgerond acht jaar x (de helft van de gerealiseerde overwaarde van
€ 350.000,00) € 175.000,00 x 2,5 % rente = € 35.000,00.
3.8.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.
3.9.
Op de stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Ontvankelijkheid
4.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft aangevoerd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen, omdat zij in strijd met artikel 19 van het echtscheidingsconvenant nagelaten heeft éérst een mediator in te schakelen.
4.2.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Artikel 19 van het echtscheidingsconvenant [8] is niet afdwingbaar omdat het inschakelen van een mediator gebeurt op basis van vrijwilligheid. De rechtbank zal de vorderingen in conventie daarom hieronder beoordelen.
Kern geschil
4.3.
Partijen verschillen van mening of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] gehouden is tot nakoming van artikel 9 van het echtscheidingsconvenant [9] nu de echtelijke woning inmiddels is verkocht en geleverd aan derden [10] .
Uitstel stortingsverplichting?
4.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft onder verwijzing naar artikel 3:178 lid 3 BW de rechtbank verzocht om het afstorten van de stamrechtvoorziening uit te stellen tot aan zijn pensioenmoment, zijnde juni 2022. Nu dat moment reeds is verstreken, kan dit verzoek onbehandeld kan blijven.
Storten niet mogelijk?
4.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft ter zitting als nieuw verweer aangevoerd dat maximaal de helft van de bezittingen van de B.V. uitgekeerd mag worden. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] bezit de B.V.
€ 320.000,00. Er is dus niet genoeg om het afgesproken bedrag (plus rente) te kunnen betalen, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] .
4.6.
Daargelaten dat dit verweer niet gemotiveerd is onderbouwd, is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ten tijde van de levering van de woning het betreffende bedrag had kunnen afstorten. Het staat immers vast dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] op 1 februari 2019 een bedrag van
€ 176.904,72 [11] heeft ontvangen, waarmee hij zijn verplichtingen jegens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] volledig had kunnen nakomen. Het echtscheidingsconvenant spreekt over het
vrijkomen van geldenen het
storten van die geldendoor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in de B.V. zodat uitkering aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] mogelijk was. Het is een keuze van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] geweest om het geld dat hij ontving ten tijde van de levering van de woning niet aan te wenden voor volledige nakoming van artikel 9 van het echtscheidingsconvenant, maar om daarmee andere schulden te voldoen. Dit kan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet worden tegengeworpen en komt voor rekening en risico van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] .
De vordering
4.7.
De rechtbank is met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] van oordeel dat de vordering, zoals geformuleerd in het petitum, te algemeen is geformuleerd. Aangezien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] nakoming van het echtscheidingsconvenant vordert, zal de rechtbank om die reden aansluiten bij hetgeen dienaangaande in artikel 9 van het echtscheidingsconvenant staat.
4.8.
Uit artikel 9 van het echtscheidingsconvenant blijkt genoegzaam dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] een bedrag van € 101.567,00, dat vrij zou komen uit de verkoop van de woning, zou storten in de B.V. ten behoeve van een lijfrentepolis voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , een en ander te vermeerderen met 4,5% enkelvoudige rente per 31 december 2008 tot aan het moment van storten bij een verzekeringsmaatschappij. De vordering tot nakoming van artikel 9 van het echtscheidingsconvenant is daarom toewijsbaar, met dien verstande dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] concreet dient te vermelden (i) de verzekeringsmaatschappij en (ii) ten behoeve van welk polisnummer moet worden afgestort. De vordering zal worden toegewezen op de wijze zoals hieronder in de beslissing is bepaald.
4.9.
Tijdens de mondelinge behandeling ter zitting hebben partijen zich afgevraagd of een lijfrentepolis voor hen fiscaal het gunstigst is of wellicht een ander fiscaal product. De rechtbank is van oordeel dat het aan partijen is om dienaangaande eventueel van het echtscheidingsconvenant afwijkende afspraken te maken. Nu het ter zitting partijen niet is gelukt dergelijke afspraken te maken en evenmin in conventie een eiswijziging is ingediend, zal de rechtbank vasthouden aan de gevorderde nakoming van het echtscheidingsconvenant als voornoemd.
Proceskosten conventie
4.10.
Het feit dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ex-echtgenoten zijn en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] enig aandeelhouder en bestuurder [12] is van de niet verschenen B.V., terwijl het geschil met betrekking tot de B.V. ziet op de afwikkeling van het huwelijk van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , is voor de rechtbank aanleiding de proceskosten te compenseren, aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
in reconventie
Schadevergoeding
4.11.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] verwijt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onrechtmatig jegens hem gehandeld te hebben. Hij stelt daardoor € 77.700,54 schade geleden te hebben. Ter zitting heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voor deze vordering als nieuwe feitelijke onderbouwing aangevoerd dat door onrechtmatig handelen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de woning geen € 700.000,00 heeft opgebracht, maar € 550.000,00. De helft van dit verlies van € 150.000,00, te weten € 75.000,00, komt voor haar rekening. Daar bovenop komen nog kosten die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft betaald voor verborgen gebreken, een grenscorrectie etc., aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] .
4.12.
Of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , zoals hij stelt en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemotiveerd betwist, kan de rechtbank onbeoordeeld laten. Deze vordering zal worden afgewezen alleen al omdat de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] gestelde schade niet is onderbouwd. Met betrekking tot de gestelde minderwaarde overweegt de rechtbank nog dat uit niets blijkt dat de woning had kunnen worden verkocht voor een bedrag van € 700.000,00. Ook in het echtscheidingsconvenant is dit bedrag niet genoemd (in artikel 3 staat een bedrag van
€ 680.000,00 dat door partijen als uitgangspunt voor de waarde van de woning wordt gehanteerd).
Gebruiksvergoeding
4.13.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] vordert voorts betaling van een bedrag van € 35.000,00 door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als gebruiksvergoeding voor de woning. De rechtbank zal dit deel van de vordering eveneens afwijzen. Partijen hebben in het echtscheidingsconvenant expliciet over alle kosten van de woning afspraken gemaakt. Ook over wie de woning mocht gebruiken, hoe die gefinancierd zou worden zolang de woning nog niet zou zijn verkocht en hoe de kosten af te wikkelen bij de verkoop van de woning [13] . Een gebruiksvergoeding van de woning is niet
overeengekomen, terwijl in artikel 16 lid 3 van het echtscheidingsconvenant [14] is
overeengekomen dat partijen ter zake de afwikkeling van de huwelijkse verdeling na uitvoering van hetgeen zij in het echtscheidingsconvenant zijn overeengekomen niets meer van elkaar te vorderen hebben en elkaar ter zake “reeds nu voor alsdan” over en weer finale kwijting en décharge verlenen. Anders dan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft betoogd, valt hieronder te begrijpen een gebruiksvergoeding. Dienaangaande heeft dan ook te gelden dat partijen elkaar finale kwijting hebben verleend.
4.14.
Voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] een beroep heeft gedaan op (de beperkende werking van) de redelijkheid en billijkheid, dat wil zeggen dat partijen volgens hem niet gehouden zijn aan de finale kwijting voor zover het ziet op de gebruiksvergoeding, volgt de rechtbank hem hierin niet, nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die zijn stelling ondersteunen.
4.15.
Uit het vooroverwogene volgt dat de reconventionele vorderingen zullen worden afgewezen.
Proceskosten
4.16.
In het feit dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ex-echtgenoten zijn, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten te compenseren, aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en de B.V. om aan een door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met naam te noemen verzekeringsmaatschappij ten behoeve van een specifiek door haar te noemen polisnummer te betalen ten behoeve van een lijfrentepolis voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag van € 101.567,00, te vermeerderen met 4,5% enkelvoudige rente hierover vanaf 31 december 2008 tot aan het moment van storten van het totale bedrag bij die betreffende verzekeringsmaatschappij,
5.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af,
5.6.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022. [15]

Voetnoten

1.productie 2 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
2.productie 3 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
3.productie 1 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
4.productie 4 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
5.productie 5 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
6.productie 6 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
7.productie 7 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
8.zie rov. 2.3.
9.zie rov. 2.3.
10.zie rov. 2.4.
11.zie rov. 2.4.
12.zie rov. 2.2.
13.zie rov. 2.3.
14.zie rov. 2.3.
15.type: JC