AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Medeplegen van het bezit van heroïne en cocaïne met delictgerelateerde DNA-sporen
Op 19 september 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het bezit van heroïne en cocaïne. De verdachte, geboren in Dubai in 1991 en woonachtig in België, werd bijgestaan door advocaat mr. N.C.M.L. Bloebaum. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 5 september 2022, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging, die onder andere het opzettelijk bewerken en verwerken van heroïne en cocaïne omvatte. De verdachte werd beschuldigd van het bezit van 4552 gram heroïne en 1050 gram cocaïne in de periode van 1 december 2020 tot en met 11 februari 2021.
Tijdens het onderzoek werden delictgerelateerde DNA-sporen van de verdachte aangetroffen op verschillende voorwerpen in een pand in Brunssum, waar de drugs waren bewerkt. De rechtbank oordeelde dat de betrokkenheid van de verdachte bij het bewerken en verwerken van de drugs niet voldoende kon worden bewezen, maar dat hij wel opzettelijk ongeveer 2.348 gram heroïne voorhanden had gehad. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 240 dagen, waarvan 94 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, maar dat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De uitspraak benadrukte de ernst van het bezit van harddrugs en de impact daarvan op de samenleving.
Voetnoten
1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie districtsrecherche Parkstad-Limburg, onderzoek Helden, proces-verbaalnummers PL2431-021021324, PL2431-2021021644, PL2431-2021021613, PL2431-2020074182, PL2431-2020089874, PL2431-2020090127 en PL2431-2021021329, gesloten d.d. 6 mei 2021 en doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1980.
2.Proces-verbaal aanvraag doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 5 februari 2021, pagina’s 1109 en 1110.
3.Het schriftelijke bescheid, zijnde een rapportage bevindingen positieve netmeting d.d. 8 februari 2021, pagina 1112, en de bijbehorende bijlagen op de pagina’s 1113 tot en met 1115.
4.Proces-verbaal doorzoeking woning [adres 2] , [postcode] Brunssum d.d. 11 februari 2021, pagina’s 1117 en 1122, in onderlinge samenhang bezien met het proces verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 22 februari 2021, pagina’s 1262 en 1263 en het schriftelijk bescheid, zijnde een rapport NFiDENT d.d. 19 februari 2021, pagina 1277.
5.Proces-verbaal doorzoeking woning [adres 2] , [postcode] Brunssum d.d. 11 februari 2021, pagina 1122, in onderlinge samenhang bezien met het proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 23 februari 2021, pagina 588, en de schriftelijke bescheiden, zijnde een deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek d.d. 23 februari 2021, pagina’s 1885 en 1886 en een deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek d.d. 25 februari 2021, pagina 1889.
6.Proces-verbaal doorzoeking woning [adres 2] , [postcode] Brunssum d.d. 11 februari 2021, pagina’s 1130 en 1131, in onderlinge samenhang bezien met het Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 22 februari 2021, pagina’s 1259 en 1260, en de schriftelijke bescheiden, zijnde vier rapporten NFiDENT d.d. 19 februari 2021, pagina’s 1269 tot en met 1272.
7.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 17 februari 2021, pagina 583, in onderlinge samenhang bezien met het de schriftelijk bescheid, zijnde een deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek d.d. 11 maart 2021, pagina 618.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 12 februari 2021, pagina’s 1351 en 1352.