Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
(feit 2)en dat hij ten behoeve daarvan samen met anderen een hoeveelheid elektriciteit heeft gestolen
(feit 5). Op grond van de hiervoor gebezigde bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zich als pleger schuldig heeft gemaakt aan het telen van de aangetroffen hennepplanten en het ten behoeve daarvan stelen van een hoeveelheid elektriciteit. Omdat bij de aanleg van de elektriciteitsvoorziening de door [naam 1] aangebrachte verzegeling is verbroken is ook de ten laste gelegde verbreking bewezen.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
- Illegaal afgenomen elektriciteit € 975,91
- Administratiekosten € 397,84
- Uurtarief fraude-inspecteur € 156,00
- Uurtarief monteur € 140,00
- Uurtarief uitvoerder € 156,00
- Netmeting € 362,15
- Capaciteitstarief € 276,32
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het onder de feiten 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
een taakstraf voor de duur van 240 uren met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
wijstde vordering van de benadeelde partij [naam 1]
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
- wijst de vordering voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil.