ECLI:NL:RBLIM:2022:7040

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
9715623\CV EXPL 22-943
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegde vertegenwoordiging en afwijzing vordering tot betaling van gereedschap

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 21 september 2022, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en de stichting Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. De eiser vorderde betaling van een bedrag van € 2.451,00, dat hij in rekening had gebracht voor gereedschap dat hij had aangeboden aan de stichting. De stichting verweerde zich door te stellen dat de persoon die namens haar handelde, [beheerder], niet bevoegd was om een overeenkomst te sluiten. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een geldige vertegenwoordiging, omdat [beheerder] geen bestuurslid was en niet over de benodigde volmacht beschikte. Hierdoor was de stichting niet gebonden aan de overeenkomst en werd de vordering van de eiser afgewezen.

In reconventie vorderde de stichting betaling van opslagkosten voor de goederen, maar ook deze vordering werd afgewezen, omdat er geen rechtsgrond voor deze vordering was. De kantonrechter oordeelde dat de stichting niet had aangetoond dat zij schade had geleden of kosten had gemaakt voor de opslag van de gereedschappen. Wel werd de eiser veroordeeld om de goederen binnen veertien dagen op te halen, aangezien hij hiertegen geen verweer had gevoerd. De proceskosten werden aan de zijde van de stichting begroot op nihil, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9715623 \ CV EXPL 22-943
Vonnis van de kantonrechter van 21 september 2022
in de zaak van:
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] , h.o.d.n. [eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonend en zaakdoen de te [plaats] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. M.D.A. Stam,
tegen:
de stichting STICHTING SCOUTING [gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
in rechte verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie, tevens wijziging van eis, en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 5 juli 2021 hebben [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en de heer [beheerder] elkaar ontmoet op het terrein van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gaf aan gereedschap te koop te hebben. [beheerder] beschikte over een sleutel en heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uitgenodigd om mee te komen naar het clubhuis van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [beheerder] is geen bestuurslid van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] maar is beheerder.
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft [beheerder] gereedschap getoond en [beheerder] heeft aangegeven daar belangstelling voor te hebben. Het gereedschap is vervolgens bij het clubgebouw achter gebleven.
2.3.
Bij factuur van 5 juli 2021 is een bedrag van € 2.541,00 in rekening gebracht.
2.4.
Bij brief van 7 juli 2021 geeft Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan dat [beheerder] niet bevoegd is om overeenkomsten namens haar te sluiten en zij geeft aan zich niet gebonden te voelen aan enige overeenkomst of verplichting tot betaling.
2.5.
In de brief van eveneens 7 juli 2021 schrijft [beheerder] dat, mocht er al een overeenkomst zijn gesloten, hij deze als consument is aangegaan. Hij schrijft verder gebruik te willen maken van zijn herroepingsrecht en ontbindt de overeenkomst.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert - samengevat - Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen tot betaling van € 2.451,00 te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten.
3.2.
Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer tegen de vordering en vordert - samengevat - [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de kosten gebaseerd op de Shurgard tarieven voor de opslag van de goederen en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen om de goederen op te halen, dit alles met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten.
3.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer tegen de vorderingen van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

in conventie
4.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert nakoming van de koopovereenkomst. Hij stelt zich daarbij op het standpunt dat [beheerder] willens en wetens namens Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een koopovereenkomst is aangegaan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt op internet te hebben gezocht en een artikel te hebben gevonden waaruit de betrokkenheid van [beheerder] bij Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] blijkt. [beheerder] staat op de website van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als beheerder genoemd, en ook als contactpersoon voor de verhuur van de blokhut. [beheerder] heeft eigenhandig de contractspartij ingevuld op de schriftelijke koopovereenkomst en hij heeft tot twee maal toe getekend. De laatste ondertekening hield in dat “er niet geretourneerd kon worden”. [beheerder] gaf aan de gereedschappen te kunnen gebruiken voor klussen aan en om het gebouw van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Gezien deze feiten en omstandigheden mocht [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gerechtvaardigd afgaan op de mededeling van [beheerder] en zijn bevoegdheid om de scouting te vertegenwoordigen.
4.2.
Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist in de eerste plaats de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestelde gang van zaken op 5 juli 2021. [beheerder] is geen bestuurslid en beschikt niet over een volmacht of autorisatie om Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te vertegenwoordigen. [beheerder] verricht enkel wat klusjes in en om het scoutinggebouw en hij regelt de verhuur daarvan. Ook op de website staat [beheerder] niet als bestuurslid vermeld. Verder verwijst Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] naar de artikelen 2:291 en 2:292 BW waarin is geregeld dat het bestuur de stichting vertegenwoordigt.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Partijen verschillen van mening over de vraag of [beheerder] Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vertegenwoordigde, althans of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat dit het geval was.
4.4.
Voor een succesvol beroep op vertegenwoordiging door een onbevoegde vertegenwoordiger is nodig dat de wederpartij op grond van een verklaring of gedraging van de schuldeiser heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat deze bevoegd was (artikel 3:61 lid 2 BW). In deze zaak is dat enkel het geval doordat Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toeliet dat [beheerder] aanwezig was op het terrein en toegang had -met sleutels- tot gebouwen. Dat is, te meer nu niet blijkt dat gevraagd is naar de functie van [beheerder] binnen Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] of de (bestuurs-)structuur van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . In de conclusie van repliek wordt weliswaar gesteld dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de website zou hebben gecheckt, maar daar staat de naam van [beheerder] niet vermeld als bestuurder doch (slechts) als beheerder en contactpersoon.
4.5.
Het voorgaande leidt ertoe dat er geen sprake is van bevoegde vertegenwoordiging, zodat Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet gebonden is aan de overeenkomst. De vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt daarom afgewezen.
in reconventie
4.6.
Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert betaling van de opslagkosten. In de conclusie van antwoord noemt zij een bedrag terwijl zij in de conclusie van dupliek vordert dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het bedrag vanaf 5 juli 2022 betaalt volgens de Shurgard tarieven. Dit duidt op een vermeerdering van eis, hoewel niet meer zoveel woorden genoemd in de betreffende conclusie. Wat daarvan ook zij, de kantonrechter is van oordeel dat deze vordering moet worden afgewezen. Daarvoor is het volgende van belang.
4.7.
Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen rechtsgrond voor de vordering gesteld. Er ligt in elk geval geen overeenkomst aan de vordering ten grondslag zodat nakoming daarvan niet aan de orde kan zijn. Voor zover schadevergoeding aan de vordering ten grondslag ligt, staat niet vast dat Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] schade heeft geleden en kosten heeft gemaakt om de gereedschappen op te slaan. Dit deel van de vordering wordt daarom afgewezen.
4.8.
Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert verder [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen om de goederen binnen 14 kalenderdagen na dit vonnis voor eigen rekening op te halen. De kantonrechter constateert dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hiertegen geen verweer voert, zodat dit deel van de vordering wordt toegewezen.
in conventie en in reconventie
4.9.
De kantonrechter ziet geen aanleiding partijen toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.10.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan kant van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden, overeenkomstig het landelijk beleid, begroot op nihil.
4.11.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vordering af,
in reconventie
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om binnen veertien kalenderdagen na heden de goederen bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor eigen rekening op te halen,
in conventie en in reconventie
5.3.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van Scouting [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op nihil,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: