Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
[vergunninghouder 1]en
[vergunninghouder 2], uit [woonplaats] (vergunninghouders)
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
voorgevelopgenomen dat deze over 26% van de breedte op 2,2 meter in plaats van de op grond van het bestemmingsplan toegestane 2 meter van de voorgevelrooilijn is gesitueerd. Dit is door eiser niet betwist. Door de 20 centimeter afwijking wordt volgens de ruimtelijke motivering geen onevenredige afbreuk gedaan aan de gebruiksmogelijkheden of aan één of meer functies van de aangrenzende gronden en bouwwerken, omdat slechts een klein gedeelte van de voorgevel van het hoofdgebouw afwijkt van de maatvoeringseis waarbij de afstanden tot naburige bebouwing niet onevenredig klein zijn. Ook zorgt de grotere afstand tot de voorgevelrooilijn juist voor meer ondergeschiktheid van de bebouwing ten opzichte van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Het dichtstbijzijnde punt van het gedeelte van de voorgevel dat op 2,2 meter ligt, bevindt zich op circa 50 meter van het dichtstbijzijnde punt van de woning op het perceel van eiser. Op deze grote afstand komt dit gedeelte van de voorgevel hooguit enkele centimeters dichterbij eisers perceel te liggen. Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen in de reactie op bezwaar van 14 augustus 2020 dat deze enkele centimeters, die geheel aan het zicht van eiser zijn onttrokken en op grote afstand van eiser zijn gelegen, geen blijk geven van het op geen enkele wijze rekening houden met de gerechtvaardigde belangen van eiser, zoals door eiser gesteld.
achtergevelvan het hoofdgebouw is onbetwist dat deze voor een gedeelte achter de toegestane 15 meter achter de voorgevelrooilijn wordt gebouwd, op het verste punt op 20 meter achter de voorgevelrooilijn is gelegen en dat dit past binnen verweerders kruimelbeleid. Ten aanzien van de voorwaarde dat de belangen van derden niet onevenredig mogen worden aangetast is in de ruimtelijke motivering opgenomen dat de toegestane stedenbouwkundige massa op grond van de planregels een hoofdgebouwvolume met een goot- en bouwhoogte van 7 en 10 m toelaat. Hoewel onderhavig ontwerp een overschrijding van de gewenste bouwdiepte kent is de stedenbouwkundige impact vele malen beperkter, doordat het ontwerp uit slechts één bouwlaag bestaat. Toekomstige volume-uitbreiding in de hoogte wordt op slot gezet door het maximale toegestane volume van het hoofdgebouw van 1000 m³ dat met het bouwplan al bijna wordt bereikt. Het bouwperceel is bovenmaats van omvang en zal verhoudingsgewijs geen afwijkend bebouwingspercentage kennen als de overige bouwpercelen binnen het plangebied. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat het onjuist is dat de achtergevel tot 5 meter meer dan het bestemmingsplan toelaat naar eisers perceel wordt gebouwd, aangezien de achtergevel evenwijdig loopt aan de rooilijn van eisers perceel in noordoostelijke richting, waardoor de achtergevel verder van eisers perceel wordt gesitueerd. Het was op grond van het bestemmingsplan ook mogelijk om meer hoofdbouwmassa op te richten richting eisers perceel, omdat sprake is van een groot bouwvlak. Juist door de vorm van het vergunde ontwerp ligt het dichtstbijzijnde gedeelte van het hoofdgebouw op ongeveer 35 meter van eisers hoofdgebouw.
erfafscheidingstaat in de ruimtelijke motivering vermeld dat ten aanzien van de verkeersveiligheid vanuit alle bij elkaar komende openbare verkeersroutes de aanwezigheid van de erfafscheiding niet zal zorgen voor onoverzichtelijke en gevaarlijke toestanden. Ten aanzien van het zicht op het park heeft verweerder terecht gesteld dat op grond van het bestemmingsplan een erfafscheiding van 1 meter hoogte over dezelfde lengte mag worden gerealiseerd die eveneens het straatbeeld versmalt en dat een tuin vrij kan worden ingericht met bijvoorbeeld bomen, struiken en hagen. Ook heeft verweerder gewicht mogen hechten aan de ruime breedte van het openbaar gebied tussen de percelen van eiser en vergunninghouders van ongeveer 17 meter. Ook zal de erfafscheiding gedeeltelijk groen worden, namelijk met klimop. Tevens voldoet de erfafscheiding aan de voorwaarden van het kruimelbeleid en wijst de rechtbank erop dat geen recht op vrij uitzicht bestaat. Gesteld noch gebleken is dat toepassing van het kruimelbeleid voor eiser gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen, als opgenomen in artikel 4:84 van de Awb.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
15 september 2022
15 september 2022