Wat de rechtbank vindt
10. Het UWV stelt dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat eiser geen bezwaar heeft gemaakt tegen het primaire besluit van 14 juli 2020. Eiser heeft evenmin gereageerd op de voorgenomen beslissing van 11 februari 2021. Ter zitting heeft gemachtigde van het UWV aangegeven dat eiser bovendien onvoldoende procesbelang heeft en ook om die reden niet-ontvankelijk is in zijn beroep.
11. De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser ontvankelijk is. Zij zal dat hierna uitleggen.
12. In het primaire besluit wordt de WGA-loongerelateerde uitkering van eiser beëindigd en wordt een WGA-loonaanvullingsuitkering toegekend. Eiser blijft volledig arbeidsongeschikt, omdat hij geen benutbare mogelijkheden heeft. Vast staat dat eiser geen bezwaar tegen het primaire besluit heeft gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank kan hem dat redelijkerwijs niet worden verweten. De inhoud van dit besluit kwam immers volledig overeen met hetgeen eiser zelf wilde. De omstandigheid dat het UWV een mogelijkheid bood om te reageren op het voornemen tot wijziging van het primaire besluit leidt evenmin tot een ander oordeel. In artikel 6:13 van de Awb gaat het om de situatie dat bezwaar, een zienswijze in het kader van een uniforme openbare voorbereidingsprocedure of administratief beroep kon worden ingesteld, maar niet is ingesteld. Van die situatie is geen sprake. De brief van 11 februari is geen besluit waartegen bezwaar, administratief beroep of zienswijze als bedoeld in artikel 3:15 van de Awb kon worden ingesteld.
13. Naar aanleiding van het door de (ex-)werkgever ingediende bezwaar heeft het UWV bij het bestreden besluit het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiser nog steeds vastgesteld op 80-100%. Eiser heeft volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep wel benutbare mogelijkheden. Hoewel eiser dus nog steeds volledig arbeidsongeschikt is en er in die zin niets is veranderd en een hoger arbeidsongeschiktheidspercentage ook niet mogelijk is, is de rechtbank van oordeel dat in dit geval toch een voldoende processueel belang bestaat. Dat heeft te maken met het volgende. Nu eiser – anders dan in het primaire besluit – geacht wordt wel te beschikken over benutbare mogelijkheden is zijn positie in het re-integratieproces gewijzigd. Naar het oordeel van de rechtbank streeft eiser in beroep een resultaat na dat daadwerkelijk kan worden bereikt, te weten dat wordt vastgesteld dat hij geen benutbare mogelijkheden heeft en daardoor geen re-integratieverplichtingen heeft. Die re-integratieverplichting is weliswaar geen onderdeel van de procedure, maar wel een rechtstreeks gevolg daarvan. Daarmee heeft eiser voldoende procesbelang bij het beroep.
14. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser op 28 september 2020 wel benutbare mogelijkheden heeft en voor 80-100% arbeidsongeschikt is op arbeidskundige gronden. De rechtbank zal dat uitleggen.
15. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
16. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiser bestudeerd. Hij heeft eiser op een telefonisch spreekuur gesproken en later ook op een fysiek spreekuur onderzocht. Naar aanleiding van toegenomen klachten heeft hij eiser nogmaals telefonisch gesproken. Hij beschrijft (onder meer) de klachten van eiser, het dagverhaal, de diagnose en de prognose.
17. Verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 27 augustus 2021 het standpunt van de verzekeringsarts heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd en de ingebrachte bezwaren bestudeerd en meegewogen. Ook heeft hij eiser gesproken op de hoorzitting. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
18. Over de medische informatie die eiser in beroep heeft opgestuurd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gesteld dat deze informatie geen aanleiding geeft om zijn standpunt te wijzigen.
19. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiser en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
20. De verzekeringsarts heeft aangenomen dat eiser beperkt wordt door psychische klachten (rouwreactie, posttraumatische stress stoornis) en fysieke klachten (rugpijn aspecifiek chronisch). De verzekeringsarts heeft geconstateerd dat eiser op de datum in geding geen benutbare mogelijkheden heeft.
21. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 27 augustus 2021 uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. Volgens de verzekeringsarts voldoet eiser niet aan de uitsluitingscriteria van het Schattingsbesluit. Er kan daarom geen sprake kan zijn van het aannemen van geen benutbare mogelijkheden. Eiser is namelijk niet opgenomen in een ziekenhuis of instelling, hij is niet ADL-afhankelijk of bedlegerig. Ook is er geen sprake van een ernstige aandoening waarbij er nu wel mogelijkheden zijn maar op termijn niet meer (zoals bij een terminale ziekte). Tot slot is er bij eiser ook geen sprake van sterk wisselende mogelijkheden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt wel vast dat eiser beperkt wordt door zijn psychische en fysieke klachten. In de FML van 27 augustus 2021 worden die beperkingen vastgelegd.
22. Eiser voert aan dat het UWV ten onrechte heeft geoordeeld dat hij wel benutbare mogelijkheden heeft. Doordat eiser volgens het UWV benutbare mogelijkheden heeft, heeft hij ook re-integratieverplichtingen richting zijn (ex)-werkgever. Door deze verplichtingen verslechtert zijn medische situatie zodanig dat hij geen benutbare mogelijkheden meer heeft. Eiser heeft ter ondersteuning van zijn gronden medische informatie overlegd van zijn voormalige en huidige GZ-psycholoog, gericht aan zijn huisarts.
23. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 15 juli 2022 voldoende heeft uitgelegd waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om aan te nemen dat eiser meer beperkingen of geen benutbare mogelijkheden heeft. Hij heeft toegelicht dat deze informatie grotendeels al bekend was. De update van de huidige GZ-psycholoog is weliswaar nieuw, maar de vermelde informatie is dat niet. De informatie bevestigt juist het beeld dat het gaat om complexe problematiek die langer kan aanhouden. Ook ter zitting is geen nieuwe medische informatie naar voren gebracht die een ander beeld schetst. De rechtbank ziet geen aanleiding hem niet te volgen.
De arbeidskundige beoordeling
24. Uitgaande van de juistheid van de bij eiser vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiser heeft aangevoerd geen reden om de aan de arbeidsdeskundige beoordeling te twijfelen.
25. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiser op de datum in geding met de middelste van de geduide functies 7,61% kan verdienen van het loon dat hij voorheen verdiende als verkoper, zodat eiser voor de overige 92,39% arbeidsongeschikt is.