Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2],
beiden wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 2 Huur
(…)
Artikel 1. Het gehuurde, duur, huurprijs en indexering
Met ingang van 1 juni 2005 verhuurt de verhuurder [ktr: [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ] aan de huurder [ktr: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ] de in de considerans omschreven bedrijfsruimte voor de tijd van 10 maanden, tot 1 april 2006 (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
ontbindingvan de huurovereenkomst op grond van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst vanwege stelselmatige te late betaling van de huur, het onthouden van medewerking aan het verrichten van onderhoud en onaanvaardbaar gedrag, (en het Hof oordeelde tevens dat geen sprake was van een toerekenbare tekortkoming). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft vergelijkbare gronden thans (juist en uitsluitend) onder de
opzeggingsgrond van artikel 7:274 lid 1 onder a BW geschaard.
ontbindingvan de huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik. De kantonrechter kan slechts wegens tekortkoming in de nakoming door de huurder van zijn verplichtingen ontbinden, zulks op grond van de artikelen 6:265 en 7:231 BW. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft ook nu zijn vordering niet op laatstgenoemde wijze geformuleerd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft kortom aan zijn vordering een onjuist rechtsgevolg verbonden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bedoelt te vorderen dat de kantonrechter het tijdstip zal vaststellen waarop de huurovereenkomst zal eindigen. Bij de beoordeling van die opzegging kunnen uitsluitend de opzeggingsgronden die zijn vermeld in de opzeggingsbrief, aangehaald in r.o. 2.6., in aanmerking worden genomen.
ontbindingaangevoerd). Dat is destijds niet komen vast te staan, waarbij het Hof het standpunt van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , dat de werkzaamheden niet zonder onderling overleg uitgevoerd dienen te worden, op zich juist heeft geacht:
“uit hetgeen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naar voren heeft gebracht kan niet worden afgeleid dat dergelijk overleg op enig moment heeft plaatsgevonden en dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vervolgens hebben geweigerd een afspraak (…) te maken dan wel een gemaakte afspraak na te komen”. De kantonrechter begrijpt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bedoelt te stellen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de renovatie
sedertdienonmogelijk maken. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] betwisten (wederom) dat zij hun medewerking hebben geweigerd. Ter onderbouwing heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ditmaal één briefje van medio 2019 ingebracht (productie 10 bij de dagvaarding) welk ziet op het (eenmalig) niet meewerken aan herstel van het dak. Op de mondelinge behandeling is hieraan toegevoegd dat er ook mondeling veel is gebeurd, maar een verdere concrete toelichting is uitgebleven. De kantonrechter deelt ten eerste het standpunt van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , en zoals aldus ook al neergelegd in het tussen partijen gewezen arrest, dat de werkzaamheden – ook nu – niet zonder overleg, en vooraf tijdig aangekondigd, dien(d)en te worden. In dit geval spreekt dit eens te meer voor zich gezien de aard van de herstelwerkzaamheden en de nog altijd gespannen verhoudingen tussen partijen. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] betwisten dat hieraan is voldaan, en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft hiertegen niets ingebracht. Daarmee wordt aangenomen dat de werkzaamheden niet in overleg en vooraf tijdig zijn aangekondigd. De enkele omstandigheid dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] die ene keer in medio 2019 niet hebben meegewerkt, kan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dan ook niet worden tegengeworpen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat hij hierna nog herstelwerkzaamheden (tijdig) heeft aangekondigd en of anderszins bereid was die werkzaamheden daadwerkelijk uit te voeren en dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dit hebben tegengewerkt. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft nog gesteld dat de woning ten behoeve van de renovatie geheel vrij dient te zijn (vrij van huur) maar ook deze stelling kan de kantonrechter zonder toelichting, die niet is gegeven, niet volgen. De opgesomde werkzaamheden nopen hier geenszins toe. Dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de werkzaamheden zelf wil uitvoeren, maakt dit niet anders.