I. Primair het onderhavige executoriale beslag en meer bepaald het:
gelegde derdenbeslag onder de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wyzer B.V., gevestigd en kantoorhoudend te Utrecht aan het adres Herculesplein 88;
gelegde derdenbeslag onder de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd en kantoorhoudend te Amsterdam-Zuidoost, gemeente Amsterdam, aan het adres Bijlmerplein 888;
gelegde derdenbeslag onder mevrouw [naam maat] , maat van de voormalige Maatschap [naam maatschap] , wonend te [woonplaats 3] aan het adres [adres 1] ;
gelegde derdenbeslag onder de Maatschap [naam maatschap] , gevestigd en kantoor houdend te [vestigingsplaats] aan het adres [adres 2] ;
gelegde beslag op het aan [eiseres] toekomende aandeel in de onverdeelde Maatschap [naam maatschap] ;
opheft, dan wel schorst vanaf de datum van het tussen te komen vonnis tot het moment wanneer er een onherroepelijke eindbeslissing in onderhavig geschil wordt gewezen en te bevelen dat er geen andere executiemaatregelen mogen worden getroffen in uitvoering van de notariële akte;
II. Subsidiair:
[gedaagde] veroordeelt om binnen twee dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis, dan wel binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis over te gaan tot opheffing, dan wel schorsing van het hierboven genoemde executoriale beslag tot het moment wanneer er een onherroepelijke eindbeslissing in onderhavig geschil wordt gewezen;
[gedaagde] beveelt tot algehele staking en gestaakt houden van de uitvoering van de notariële geldleningsovereenkomst van 21 maart 2020 en dit tot het moment wanneer er een onherroepelijke eindbeslissing in onderhavig geschil wordt gewezen;
zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] hiermee in gebreke mocht blijven, met een maximum van € 25.000,00.