Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 16,
- de conclusie van antwoord met producties 1 (a en b) tot en met 6,
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling,
- de producties 17 tot en met 22 van [eiseres] ,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 april 2022,
- de spreektaantekeningen, tevens akte tot vermeerdering van eis, van [eiseres] ,
- de pleitaantekeningen van [gedaagden]
2.De feiten
[naam dierenarts 2] onder meer het volgende geschreven (productie 4 bij conclusie van antwoord):
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Schade aan of door het (de) paard(en) zijn geheel voor rekening van de eigenaar”(lid 1) en
“(..) eventuele veterinaire kosten (..) zijn geheel voor rekening van de eigenaar”(lid 2) onder het kopje “Aansprakelijkheid”.
B) Zo ja, wat was die medische conditie?
B) Betrof het een wond die bij verzorging van het paard direct in het oog springt of een die over het hoofd gezien kon worden?
C) Kunt u vaststellen wat de oorzaak van de wond was, zoals bijvoorbeeld een hagelschot, een beet van een hond, een val van het paard of een verwonding opgelopen tijdens het transport van vier paarden in een trailer die bedoeld is voor twee paarden?
B) Zo ja, kunt u per paard toelichten waaruit dit blijkt?
5.De beslissing
5 oktober 2022voor uitlating [eiseres] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken direct op
5 oktober 2022in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden maart 2023 tot en met juni 2023 direct op
5 oktober 2022moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5 oktober 2022voor akte uitlating rechtsoverwegingen 4.25. tot en met 4.27. en 4.31. aan de zijde van beide partijen,