ECLI:NL:RBLIM:2022:6864

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 augustus 2022
Publicatiedatum
8 september 2022
Zaaknummer
9594889 \ CV EXPL 21-5847
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen ex-echtgenoten over verkoop van de echtelijke woning en afspraken in het echtscheidingsconvenant

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 augustus 2022, gaat het om een geschil tussen een vrouw en een man, die ex-echtgenoten zijn. Hun huwelijk is ontbonden door echtscheiding, welke op 20 november 2020 is ingeschreven. In een echtscheidingsconvenant van 28 augustus 2020 zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de gezamenlijke bezittingen, waaronder de echtelijke woning en een leaseauto. De vrouw vordert dat de kantonrechter haar machtigt om de echtelijke woning te verkopen, omdat de man zijn verplichtingen uit het convenant niet nakomt, waaronder het ontslaan van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld. De man heeft ook een boete gekregen voor het onverzekerd zijn van de auto, wat hij op de vrouw probeert te verhalen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat partijen een regeling hebben bereikt over de verkoop van de woning en de betaling van een bedrag van € 9.321,32 door de man aan de vrouw. De kantonrechter heeft de zaak in conventie aangehouden en in reconventie de vrouw veroordeeld om maandelijks een bedrag van € 49,60 aan verzekeringspremie te betalen voor de leaseauto. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9594889 \ CV EXPL 21-5847
Vonnis van de kantonrechter van 31 augustus 2022
in de zaak van:
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde mr. M.C.L.G.J. Ruyters-Stevens,
tegen:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met tien producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met twee producties;
  • de conclusie van antwoord in reconventie met productie elf;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 6 april 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn getrouwd geweest in gemeenschap van goederen. Hun huwelijk is ontbonden door echtscheiding. De echtscheiding is op 20 november 2020 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2.
Partijen hebben de gevolgen van de beëindiging van hun huwelijk geregeld in een echtscheidingsconvenant van 28 augustus 2020.
2.3.
Partijen zijn in het convenant onder meer overeengekomen dat de echtelijke woning aan de [adres] te [woonplaats] , die op naam staat van de man, aan hem zal worden toebedeeld, evenals de hypotheekschuld, die op naam van beide partijen staat. Dit onder de opschortende voorwaarde dat de vrouw zal worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake van de hypotheekschuld. De man zal uiterlijk op
1 december 2020, al het mogelijke hebben gedaan teneinde vrouw te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid (artikel 9 van het convenant).
2.4.
Daarnaast zijn partijen in het convenant overeengekomen dat het leasecontract van de twee BMW’s van partijen aan de man wordt toebedeeld. De vrouw kan de BMW met kenteken [kenteken] (verder: de BMW) echter blijven gebruiken totdat zij zelf een auto aanschaft, maar uiterlijk tot het einde van de leasetermijn op 1 augustus 2023. De man zal de leasetermijnen en de wegenbelasting voor deze auto blijven betalen. De vrouw zal de maandelijkse wegenbelasting elke maand aan de man voldoen (artikel 7 van het convenant).
2.5.
Ten slotte zijn partijen voor zover van belang in deze zaak overeengekomen dat de man uiterlijk 1 december 2020 € 10.000,- zal voldoen aan de vrouw wegens overbedeling (artikel 10 van het convenant). De man heeft dit nog niet betaald, ook niet deels.
2.6.
De vrouw heeft een aantal keer niet het (gehele) maandbedrag aan de man betaald. De man heeft vervolgens op enig moment de BMW zonder medeweten van de vrouw, bij de vrouw weggehaald. De vrouw heeft toen, in de veronderstelling dat de auto gestolen was, de verzekering van de auto opgezegd. Nadat bleek dat de auto zich bij de man bevond, die haar eerder in de waan had gelaten dat de auto gestolen was, heeft de vrouw in een kortgedingprocedure de auto teruggevorderd. Op de mondelinge behandeling van die procedure hebben partijen afgesproken dat de man de auto aan de vrouw moest teruggeven, dat de vrouw met ingang van 31 januari 2022 € 232,34 aan leasetermijn en € 57,00 aan wegenbelasting aan de man zal betalen, en dat de achterstallige termijnen van de vrouw van € 678,68 zullen worden verrekend met de door de man aan de vrouw te betalen € 10.000,-.
2.7.
De man heeft een boete van € 400,- gekregen, omdat de auto onverzekerd was.

3.De vordering in conventie

3.1.
De vrouw vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. haar op de voet van het bepaalde in artikel 3:174 BW zal machtigen tot het te
gelde maken van de voormalig echtelijke woning, staande en gelegen te 6463 XS
[woonplaats] aan de [adres] en
2. haar zal machtigen om alles te doen wat noodzakelijk is voor de verkoop van deze
onroerende zaak;
3. zal bepalen dat ex artikel 3:300 BW het in deze te wijzen vonnis in de plaats komt
van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring van de man tot het in de verkoop geven van het onroerend goed bij een makelaar;
4. zal bepalen dat ex artikel 3:300 BW het in deze te wijzen vonnis in de plaats komt
van de voor de eigendomsoverdracht en levering van het onroerend goed noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van de man;
5. de man zal veroordelen de door de vrouw aangewezen makelaar toe te laten om
foto’s van het interieur en het exterieur van het registergoed te maken en om potentiële kopers toe te laten ter bezichtiging van het pand, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- voor elke dag of dagdeel na betekening van het in deze te wijzen vonnis c.q. na de dag van het eerste verzoek van de makelaar hiertoe;
6. de man zal veroordelen binnen twee dagen na betekening van het in deze te
wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van TIENDUIZEND EURO (€10.000,-);
7. de man zal veroordelen binnen twee dagen na betekening van het in deze te
wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te vergoeden de somma van DRIEDUIZEND ZEVENHONDERDZEVENTIEN EURO 44
(€ 3.717,44) vermeerderd met het totaalbedrag van de leasetermijnen die de man
na december 2021 niet heeft voldaan;
8. de man zal veroordelen in de proceskosten.

4.De vordering in reconventie

4.1.
De man heeft in reconventie gevorderd dat de vrouw:
- de boete van € 400,00 betaalt vanwege het onverzekerd zijn van de auto;
- de premie van de allriskverzekering betaalt (wat zal uitkomen op ongeveer € 70,-
per maand in aanvulling op wat zij reeds betaalt, te weten het leasebedrag van
€ 232,34 per maand en de wegenbelasting van € 57,00 per maand);
- de proceskosten van deze procedure en zijn helft die hij heeft moeten betalen van
het kort geding, aangezien hij nodeloos wordt geconfronteerd met deze kosten,
zodat moet worden afgeweken van de standaard dat de kosten gecompenseerd
moeten worden.

5.De beoordeling

de bevoegdheid van de kantonrechter in conventie en in reconventie
5.1.
Beide partijen hebben vorderingen ingesteld. Blijkens het proces-verbaal van
6 april 2022 heeft de kantonrechter ter sprake gebracht dat zij niet bevoegd is van de vordering(en) kennis te nemen omdat de vorderingen van onbepaalde waarde zijn en er geen duidelijke aanwijzingen bestaan dat deze geen hogere waarde vertegenwoordigen dan
€ 25.000.00. Partijen zijn vervolgens akkoord gegaan met prorogatie bij de kantonrechter. Dat betekent dat zij de zaak niet voorgeleggen aan de rechter bij wie het voorgelegd zou moeten worden, maar dat zij direct voor een andere rechter, te weten de kantonrechter, kiezen. Partijen hebben zich de mogelijkheid van hoger beroep voorbehouden.
in conventie
5.2.
Partijen hebben blijkens het proces-verbaal van 6 april 2022 met betrekking tot de vorderingen in conventie een regeling bereikt die als volgt luidt:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal mr. Ruyters-Stevens een keer per twee weken op de hoogte houden van de stand van zaken omtrent de verkoop van de woning.
Als het huis wordt verkocht zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ten tijde van de levering van het huis
€ 9.321,32 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betalen. Dit zal gebeuren door de notaris de opdracht te geven vanuit de koopsom dit bedrag direct over te laten maken op de bankrekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Op het rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
3.
Als het huis niet uiterlijk 1 augustus 2022 is verkocht en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een vaste baan heeft, zal hij direct een aanvraag doen bij de bank om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Hij zal dan een extra hypotheek afsluiten om in één keer het bedrag van € 9.321,32 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te kunnen betalen. Dit zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betalen op de dag dat hij dit bedrag van de hypotheekverstrekker heeft ontvangen. Indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] weet of hij wel of niet een vast contract krijgt (streefdatum 1 mei 2022), zal hij per omgaande mr. Ruyters-Stevens.
4.
Indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet voldoet aan de verplichtingen onder 1, 2 en/of 3 staat het [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vrij alsnog vonnis te vragen.
5.
Na uitvoering van het in deze overeenkomst bepaalde, verlenen partijen elkaar over en weer finale kwijting ter zake van het onderhavige geschil in conventie.
6.
Partijen doen afstand van het recht deze overeenkomst te ontbinden of te doen ontbinden.
7.
Als deze overeenkomst is uitgevoerd zullen de kosten worden gecompenseerd in conventie.
5.3.
De kantonrechter heeft de zaak in conventie verwezen naar de rol van 28 september 2022 of zoveel eerder als mogelijk voor akte voortgang procedure aan de zijde van de vrouw. De vordering van de man om de vrouw in de volledige proceskosten in conventie te veroordelen, zal de kantonrechter, mocht de regeling van partijen niet worden uitgevoerd, zo nodig nog beoordelen. De kantonrechter zal iedere verdere beslissing in afwachting van het bericht van de vrouw aanhouden.
in reconventie
de boete
5.4.
De man wil de boete die hij heeft moeten vanwege het onverzekerd zijn van de BMW op de vrouw verhalen omdat de auto door haar toedoen onverzekerd was.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter dient de man de man de boete voor eigen rekening te nemen. Het is aan hem toe te rekenen dat de vrouw de verzekering van de BMW heeft opgezegd. Hij heeft op de mondelinge behandeling erkent dat hij de vrouw aanvankelijk in de waan gelaten heeft dat de auto gestolen was. Zij had daarom goede gronden om de verzekering op te zeggen. Dat de man dan niet tijdig een nieuwe verzekering afsluit, waardoor hij een boete krijgt, komt voor zijn rekening en wel om de volgende redenen. De man heeft niet betwist dat de vrouw zelf geen nieuwe verzekering voor de BMW kon afsluiten. De man wilde een verzekering afsluiten met een veel hogere premie (circa € 70,00) dan de opgezegde verzekering, waarmee de vrouw niet instemde. Zij hoefde daar ook niet mee in stemmen omdat zij de verzekering door toedoen van de man heeft opgezegd. Bovendien is de daadwerkelijk afgesloten verzekering een stuk goedkoper, dus dat toont aan dat de vrouw geen ongelijk had toen zij vond dat de verzekering die de man voorstelde te duur was. Dit alles heeft kennelijk tot vertraging van het aangaan van een nieuwe verzekering geleid en de boete wegens het onverzekerd zijn. Dat is aan de man toe te rekenen. Deze vordering wijst de kantonrechter dan ook af.
de verzekeringspremie in aanvulling op de leasetermijnen en de wegenbelasting
5.6.
Deze vordering wijst de kantonrechter toe tot het bedrag van € 49,60 per maand. De vrouw heeft onbetwist gesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een verzekering met een premie van € 49,60 op basis van een allriskverzekering van Inshared, welke verzekering inmiddels is afgesloten. Een en ander heeft zij onderbouwd met een brief van de man aan de advocaat van de vrouw, overgelegd als productie 11 bij conclusie van antwoord in reconventie. De kantonrechter wijst die vordering toe in aanvulling op wat de vrouw kennelijk al betaalt, te weten het leasebedrag van € 232,34 per maand en € 57,00 aan wegenbelasting per maand.
de proceskosten
5.7.
De vordering tot betaling van de helft van de proceskosten in de
kortgedingprocedure wijst de kantonrechter af omdat de voorzieningenrechter reeds heeft geoordeeld dat de proceskosten in die procedure tussen partijen worden gecompenseerd in die zin dat elk van hen de eigen kosten draagt en die beslissing door de man kennelijk niet is aangevochten.
5.8.
Gelet op de relatie tussen partijen zal de kantonrechter de proceskosten tussen hen ook in deze procedure in reconventie compenseren in die zin dat elk van hen de eigen kosten draagt.
5.9.
De kantonrechter zal dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
houdt iedere verdere beslissing aan;
in reconventie
6.2.
veroordeelt de vrouw om maandelijks aan de man te betalen een bedrag van € 49,60 per maand aan verzekeringspremie voor de leaseauto merk BMW met kenteken
1-SKN-15,
6.3.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat elk van hen de eigen kosten draagt,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
type: TN
coll: