In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik van een tijdelijk logiesgebouw. Eiser, eigenaar van een aangrenzend perceel, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal, dat op 5 juli 2021 de vergunning heeft verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tijdig is ingediend en dat eiser als belanghebbende kan worden aangemerkt, ondanks het feit dat hij geen zienswijze heeft ingediend tijdens de procedure. De rechtbank overweegt dat de omgevingsvergunning gevolgen van enige betekenis kan hebben voor eiser, gezien de nabijheid van het logiesgebouw. De rechtbank heeft het relativiteitsvereiste niet tegengeworpen, omdat de normen die de brandveiligheid waarborgen ook de belangen van eiser kunnen beschermen. De rechtbank heeft vervolgens de beroepsgronden van eiser beoordeeld, waaronder de vraag of de vergunninghouder een omgevingsdialoog had moeten houden en of de vergunning prematuur was verleend. De rechtbank concludeert dat geen van de beroepsgronden slaagt en verklaart het beroep ongegrond.