Wat de rechtbank vindt
7. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
8. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiser bestudeerd. Hij heeft eiser op het spreekuur gezien en onderzocht. Ook heeft hij informatie opgevraagd bij de behandelend huisarts en psycholoog. Hij heeft beschreven dat er weinig verschillen zijn vast te stellen in vergelijking met het onderzoek per het einde van de wachttijd. Hij vindt dat de beperkingen die toen zijn aangenomen de huidige situatie van eiser ook nog ondervangen. In aanvullende rapporten van 12 en 29 november 2020 heeft de verzekeringsarts de informatie van de huisarts en psycholoog meegewogen.
9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in haar rapport van 10 juni 2021 heroverwogen. Zij heeft het dossier en informatie van de behandelaars bestudeerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de FML aangevuld, omdat eiser sinds de meest recente beoordeling nieuwe medicijnen gebruikt.
10. Eiser heeft aangevoerd dat het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden is, omdat de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen rekening heeft gehouden met de informatie van psycholoog.
11. De rechtbank maakt uit het dossier op dat zowel de verzekeringsarts, in zijn aanvullende rapport van 29 november 2020, als de verzekeringsarts bezwaar en beroep, in haar rapport van 10 juni 2021, de informatie van de psycholoog hebben meegewogen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft over deze informatie toegelicht dat de oorzaken voor de gestelde diagnoses niet navolgbaar zijn en dat de brief geen enkele duidelijkheid verschaft. De rechtbank concludeert dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de informatie van de psycholoog heeft overwogen en dat ze hierover een beredeneerd oordeel heeft gevormd. De rechtbank vindt dat de informatie hiermee voldoende zorgvuldig is behandeld. Het beroep op het zorgvuldigheidsbeginsel slaagt niet.
12
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiser en de informatie van de behandelaars betrokken in haar beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe haar beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
13. De verzekeringsarts is uitgegaan van de diagnoses somatoforme pijnstoornis, chondromalacia patellae, stemmingsstoornis, overige angststoornis en hernia inguinalis. Hij vindt de FML die is opgesteld per het einde van de wachttijd nog steeds passend. In de FML zijn beperkingen opgenomen voor het persoonlijk en sociaal functioneren, de fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. De verzekeringsarts heeft in zijn aanvullende rapport van 12 november 2020 de opgevraagde informatie van de huisarts overwogen. Hieruit blijkt geen nieuwe medische informatie die een wijziging in de vastgestelde belastbaarheid noodzakelijk maakt. In het aanvullend rapport van 29 november 2020 heeft de verzekeringsarts gereageerd op de opgevraagde informatie van de psycholoog. Hij stelt dat de beschreven klachten al bekend waren en zijn meegewogen. De diagnoses van de psycholoog, PTSS en ongecompliceerde rouw, vindt de verzekeringsarts niet onderbouwd. Hij stelt dat de eerdere diagnose van psycholoog Akkaya, ongedifferentieerde angststoornis, beter past bij het klachtenpatroon.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 10 juni 2021 toegelicht dat haar bevindingen grotendeels in lijn zijn met die van de verzekeringsarts. Ze stelt dat aan de lichamelijke klachten van eiser tegemoet is gekomen door fysiek lichte functies te duiden. Er zijn sinds 2018 geen nieuwe fysieke aandoeningen die leiden tot meer beperkingen. Wel gebruikt eiser een antipsychoticum, waarvoor ze de FML aanvult met een beperking voor verhoogd persoonlijk risico. Over de brief van de psycholoog stelt ze dat deze geen enkele duidelijkheid verschaft en dat de oorzaak voor de gestelde PTSS en rouwklachten niet navolgbaar zijn. Ze stelt dat er verder geen nieuwe medische feiten zijn die van invloed kunnen zijn op FML die is opgesteld per het einde van de wachttijd.
15. Eiser voert aan dat het UWV ten onrechte niet meer beperkingen heeft aangenomen voor zijn lichamelijke en psychische klachten en zijn medicijngebruik.
16
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Eiser heeft dit niet gedaan. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Gelet hierop ziet de rechtbank in wat eiser heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit.
De arbeidskundige beoordeling
17. De arbeidsdeskundige heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiser met zijn medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- (111180) Productiemedewerker industrie;
- (111220) Medewerker intern transport.
Daarnaast heeft hij nog een reservefunctie geselecteerd: (264122) Machinaal metaalbewerker.
18. De arbeidskundige bezwaar en beroep heeft geoordeeld dat deze functies ook gezien de in bezwaar aangepaste FML nog geschikt zijn voor eiser.
19. Eiser heeft aangevoerd dat niet vaststaat of in de functies voldoende vertredingsmogelijkheden zijn. De rechtbank constateert dat hiervoor in de FML geen beperkingen zijn opgenomen. Dit is dan ook geen voorwaarde waaraan de geduide functies moeten voldoen.
20. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 15 juni 2021 voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiser. Hij heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank ziet in wat eiser heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de geschiktheid van de functies.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiser op 12 september 2020 met de middelste van de voor de schatting gebruikte functies 60,12% kan verdienen van het loon dat hij voorheen verdiende als productiemedewerker, zodat eiser voor de overige 39,88% arbeidsongeschikt is.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
22. De rechtbank is niet gebleken van strijd met enig beginsel van behoorlijk bestuur.