ECLI:NL:RBLIM:2022:6751

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 augustus 2022
Publicatiedatum
2 september 2022
Zaaknummer
C/03/294622 / HA ZA 21-381
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kadastrale grensbepaling tussen buren met verzoek om plaatsopneming en bezichtiging

In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, betreft het een geschil tussen twee buren, [eiser] en [gedaagde], over de kadastrale grens tussen hun percelen. De rechtbank Limburg heeft op 31 augustus 2022 vonnis gewezen in een civiele procedure waarin [eiser] vorderingen heeft ingesteld tegen [gedaagde]. De procedure is gestart naar aanleiding van een grensreconstructie die door het kadaster is uitgevoerd op 5 februari 2021. Uit het relaas van bevindingen van het kadaster blijkt dat de grenzen zijn aangegeven met krijtstrepen, die inmiddels vervaagd zijn. Er bestaat geen geschil over de loop van de kadastrale grens, maar er is wel onduidelijkheid over de plaatsing van een groene schutting van [gedaagde]. De rechtbank heeft besloten om een plaatsopneming en bezichtiging te bevelen, waarbij een landmeter van het kadaster aanwezig zal zijn om de grens visueel zichtbaar te maken. Tevens is er een voorschot van € 920,00 voor de grensreconstructie dat door [eiser] moet worden betaald. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen tot een tweede descente en om verhinderdata door te geven voor de maanden november 2022 tot en met maart 2023. De verdere beslissing is aangehouden in afwachting van de reacties van partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/294622 / HA ZA 21-381
Vonnis van 31 augustus 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. S.M.M. Hamers,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. H.H.G. Theunissen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 20 oktober 2021
  • het proces-verbaal van descente en aansluitende mondelinge behandeling van 25 mei 2022
  • de brief van 2 juni 2022 van [gedaagde]
  • de brief van 7 juni 2022 van [eiser]
  • de brieven van 15 juni 2022 van de griffie van de rechtbank aan partijen, waarin wordt
meegedeeld dat er geen aanleiding bestaat het proces-verbaal aan te passen en dat de
brieven van partijen van 2 respectievelijk 7 juni 2022 aan het dossier worden toegevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] en [gedaagde] zijn (schuin)achterburen. De achtertuin van [eiser] grenst aan de achtertuin van [gedaagde] .
2.1.1.
[eiser] is (samen met zijn partner mw. [naam partner] ) eigenaar van het
perceel met woning aan de [adres 1] te [woonplaats] .
2.1.2.
[gedaagde] is eigenaar van het perceel met woning aan de [adres 2] te [woonplaats] .
2.1.3.
Op de onderstaande foto (links) is het perceel van [eiser] geel omlijnd en het perceel van [gedaagde] blauw. Op de foto rechts zijn beide percelen met een “X” gemarkeerd.
2.2.
In opdracht van [eiser] heeft het kadaster op 5 februari 2021 een grensreconstructie uitgevoerd. Het resultaat hiervan is neergelegd in het Relaas van bevindingen (productie 2 en 3 dagvaarding, hieronder grafisch weergegeven).
2.3.
Tussen partijen bestaat geen geschil over de loop van de kadastrale grens, die daarmee vaststaat.
3. Het geschil
3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- [gedaagde] te gebieden om de aangebrachte zaken, waaronder in ieder geval een deel van de
schutting van [gedaagde] alsmede aangebrachte (kiezel)stenen, op het perceel van [eiser] te verwijderen of te verplaatsen zodat dit zich op de kadastrale grens bevindt binnen zeven dagen na het wijzen van vonnis dan wel het betekenen van het vonnis en verwijderd te houden, onder verbeurte van een dwangsom ter hoogte van € 500,00 per dag dat er geen uitvoering wordt gegeven aan het vonnis, met een maximum van € 5.000,00, althans een en ander onder verbeurte van een dwangsom ter hoogte van een door de rechtbank vast te stellen bedrag met een door de rechtbank vast te stellen maximum;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 875,00 te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten van deze procedure, waaronder het salaris van de
gemachtigde en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:199 BW over de kosten vanaf 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, althans een in goede justitie redelijk geachte termijn, tot aan de dag der algehele voldoening;
althans een zodanige beslissing als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank benadrukt dat tussen partijen geen geschil bestaat over de loop van de kadastrale grens. Tussen partijen is wél een geschil over de groene schutting van [gedaagde] : staat deze op het perceel van [gedaagde] of, zoals [eiser] betoogt, op het perceel van [eiser] ?
4.2.
Uit het relaas van bevindingen van het kadaster van 5 februari 2021 (productie 2 bij dagvaarding) blijkt dat er geen pinnen in de grond zijn geslagen, maar dat de grenzen zijn aangegeven met vier krijtstrepen, die inmiddels zijn vervaagd en/of niet meer zichtbaar zijn.
De rechtbank acht het dan ook raadzaam nogmaals een plaatsopneming en bezichtiging te bevelen, die gecombineerd zal worden met een mondelinge behandeling van partijen tot het geven van inlichtingen en tot het beproeven van een regeling, waarbij de rechtbank
zich tijdens deze gerechtelijke plaatsopneming en bezichtiging wenst te laten vergezellen door een landmeter van het kadaster die de grens (nogmaals) visueel zichtbaar zal maken en aldus zal duiden waar de grens feitelijk loopt, zodat de rechtbank vervolgens kan vaststellen op welk perceel de groene schutting staat.
4.3.
Desgevraagd heeft het Kadaster laten weten dat de grensreconstructie twee grenzen betreft, waarbij de hoekpunt kosteloos is, hetgeen € 920,00 bedraagt. In beginsel kan volgens het Kadaster op een termijn van 4 weken een afspraak worden ingepland. Bij de offerte voor de grensreconstructie heeft het Kadaster door haar gehanteerde algemene voorwaarden meegestuurd, die de rechtbank gehecht heeft aan dit vonnis.
4.4.
De rechtbank stelt partijen in de gelegenheid bij akte te reageren op het voornemen tot een tweede descente in het bijzijn van een medewerker van het Kadaster en op het voorschot van het Kadaster van € 920,00. Ook dienen partijen zich er over uit te laten of zij in kunnen stemmen met toepasselijkheid van de aangehechte algemene voorwaarden van het Kadaster.
4.5.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de
wet (artikel 195 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de eisende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot van € 920,00 zal daarom door [eiser] moeten worden betaald.
4.6.
De rechtbank zal partijen tevens verzoeken bij akte om opgave verhinderdata voor de maanden november 2022 tot en met maart 2023 door te geven.
4.7.
In afwachting van de akte houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
stelt partijen in de gelegenheid zich uit te laten over hetgeen onder rov. 4.4. en 4.6. staat,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2022. [1]

Voetnoten

1.type: JC