ECLI:NL:RBLIM:2022:6687

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 augustus 2022
Publicatiedatum
31 augustus 2022
Zaaknummer
ROE 21/2791
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing herleving WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 30 augustus 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor herleving van een WIA-uitkering door het UWV. Eiseres ontving tot 1 januari 2017 een WIA-uitkering, maar haar aanvraag voor herleving werd afgewezen op basis van een medische beoordeling die concludeerde dat zij per 1 november 2018 slechts 29,25% arbeidsongeschikt was. Eiseres voerde aan dat haar klachten waren verergerd en dat haar beperkingen niet correct waren ingeschat. De rechtbank oordeelde dat het UWV de afwijzing terecht had gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen, die aan de vereiste voorwaarden voldeden. De rechtbank concludeerde dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er geen objectieve basis was voor de door eiseres geclaimde toegenomen beperkingen. De rechtbank verwierp de argumenten van eiseres en verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de WIA-uitkering door het UWV standhield. Eiseres kreeg geen gelijk en de proceskosten werden niet vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 21/2791

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. Y.G.H. van der Poel),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: A.P. Prinsen).

Procesverloop

Met het besluit van 22 januari 2021 (het primaire besluit) heeft het UWV de aanvraag van eiseres om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen.
Met het besluit van 29 september 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is bij de rechtbank behandeld op de Skypezitting van 15 augustus 2022. Eiseres was aanwezig samen met haar gemachtigde. Het UWV heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres ontving tot 1 januari 2017 een WIA-uitkering. Zij heeft een verzoek tot herleving van de uitkering gedaan omdat haar klachten zijn verergerd.
2. Een verzekeringsarts van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn per 1 november 2018 (de datum in geding). Deze beperkingen heeft de verzekeringsarts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er drie functies zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van deze functies 70,75% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 29,25%. Omdat dit betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kan eiseres volgens het UWV geen WIA-uitkering krijgen.
3. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep moeten de beperkingen worden bijgesteld. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op basis van de gewijzigde FML een onderzoek verricht. De geduide functies blijven geschikt. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

4. Eiseres is het niet met het UWV eens. Volgens eiseres zijn haar bestaande klachten toegenomen en houden haar nieuwe klachten verband met haar oude klachten. Zij voert aan dat haar lichamelijke en geestelijke beperkingen zijn onderschat. Eiseres heeft vooral last van zware hoofdpijnen, concentratieproblemen, pijn in haar lichaam en vermoeidheid. Zij slaapt gemiddeld 14 à16 uur per dag. Eiseres vindt dat zij beperkt is in het vasthouden van de aandacht. Vanwege haar hoofdpijnen kan zij zich moeilijk concentreren en heeft zij wel degelijk moeite met herinneren. De beperking voor het omgaan met conflicten is te licht. Zij is hierin fors beperkt. Eiseres voert verder aan dat het UWV beperkingen had moeten aannemen voor stof, rook, gassen en dampen en geluidsbelasting. Het is onmogelijk om 600 keer te reiken. Tillen of dragen van 10 kg is ook niet mogelijk. Frequent zware lasten hanteren tijdens het werk moet worden beperkt en zij kan niet vaak haar hoofd bewegen. Ten aanzien van statische houdingen is de ernst van de beperkingen onvoldoende vastgesteld. Eiseres krijgt bijvoorbeeld ook last van langdurig zitten. De beperking om haar hoofd in een bepaalde stand te houden tijdens werk is te licht. Er is ten onrechte geen urenbeperking aangenomen en eiseres is niet in staat in de avond of ‘s nachts te werken. Eiseres geeft verder aan dat zij ten onrechte niet is gezien op het spreekuur van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Hierdoor is geen aandacht gegeven aan haar cognitieve beperkingen en haar hoofdpijn. Het onderzoek is onzorgvuldig en zij verzoekt om een nieuwe keuring door een andere verzekeringsarts bezwaar en beroep. Eiseres vindt dat zij volledig arbeidsongeschikt is en in ieder geval meer dan 35%.

Waarover het gaat in deze zaak

5. De rechtbank moet beoordelen of het UWV terecht de aanvraag van eiseres tot herleving van haar WIA-uitkering heeft afgewezen op grond dat eiseres ten opzichte van 1 januari 2017, per 1 november 2018 alleen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak heeft in de nekbelasting, en dat eiseres gelet op die beperkingen voor 29,25% arbeidsongeschikt is.

Wat de rechtbank vindt

6. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
7. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Hij heeft beschreven dat eiseres toegenomen arbeidsongeschiktheid claimt vanwege de diagnoses die in Zwitserland zijn gesteld.
8. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in haar rapport van 22 september 2021 heroverwogen. Zij heeft het dossier, het bezwaarschrift en de informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft zij eiseres gesproken tijdens de telefonische hoorzitting. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft uitgelegd welk beoordelingskader van toepassing is. Eiseres vraagt om herleving van haar WIA-uitkering nadat deze per 1 januari 2017 is beëindigd. Bij een verzoek om herleving moet worden gekeken naar de medische situatie bij beëindiging van de uitkering. Daarna moet worden vastgesteld welke klachten er nadien vanuit dezelfde ziekteoorzaak tot toegenomen beperkingen leiden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat er aanvullende beperkingen moeten worden opgenomen in nekbelasting.
9. Eiseres voert aan dat zij ten onrechte niet is gezien door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Zij vindt het onderzoek daarom onvoldoende zorgvuldig.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 28 december 2021 toegelicht waarom zij eiseres in bezwaar niet fysiek heeft gezien. Zij licht toe dat eiseres door de verzekeringsarts al fysiek is gezien en dat de verzekeringsarts een psychisch en lichamelijk onderzoek heeft verricht. Er was vanuit de medisch inhoudelijke situatie geen toegevoegde waarde om eiseres nogmaals fysiek te zien. Verder zijn tijdens de bezwaarprocedure geen nieuwe feiten naar voren gebracht die maakten dat een fysiek contact alsnog noodzakelijk was. Tijdens de telefonische hoorzitting zijn de bezwaren uitgebreid besproken en is de medische situatie toegelicht. De rechtbank kan deze uitleg volgen en ziet geen reden om het onderzoek van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onzorgvuldig te achten.
11. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in haar beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe haar beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
De medische beoordeling
12. De verzekeringsarts heeft – samengevat – overwogen dat in 2018 de ziekte van Crohn werd gediagnosticeerd. In 2018/2019 kwam eiseres onder behandeling van twee neurologen in Zwitserland vanwege nekklachten. De diagnose cervicale/focale dystonie met tremor werd gesteld, waarvoor behandeling met botox heeft plaatsgevonden. Eiseres claimt een toename van de nekklachten en klachten vanwege de ziekte van Crohn. Bij pijn heeft eiseres last van reactieve stemmingsklachten. Na een relatiebreuk in november 2020 is zij een keer bij de psychiater geweest en vier keer bij een psycholoog. Op dit moment heeft eiseres geen behandelaar, omdat zij weer in Nederland woont. Eiseres oogt bij onderzoek niet depressief of angstig. Voor de ziekte van Crohn gebruikt zij medicatie. Volgens de verzekeringsarts zijn de nekklachten deels typisch en deels atypisch. Zo is de tremor het ene moment wel aanwezig en het andere moment niet. De klachten beperken eiseres in de ene situatie wel en in de andere situatie niet. Autorijden uit Zwitserland is mogelijk, maar lang achter de computer zitten of pianospelen niet. Vaststaat in elk geval dat er geen sprake is van een ernstige vorm van dystonie. De tremor is niet ernstig en de klachten zijn mild nu eiseres wordt behandeld met botox. De verzekeringsarts concludeert dat eiseres niet geschikt is voor werk waarbij de nek langdurig statisch of dynamisch zwaar wordt belast. De ziekte van Crohn wordt met succes medicamenteus behandeld. De Primaire Sclerosende Cholangitis (PSC) is stabiel. De vermoeidheid is objectief gezien niet toegenomen. De rustbehoefte is onveranderd. Eiseres is niet geschikt voor fysiek zwaar werk. Er is geen indicatie voor een urenbeperking. Volgens de verzekeringsarts zijn de lage rugklachten van eiseres aspecifiek. In verband met deze klachten worden alleen lichte beperkingen aangenomen ten aanzien van de belasting van de rug. Er is reden voor een lichte beperking voor boven schouderhoogte werken en niet meer dan al aangegeven. Er zijn geen argumenten voor verdere beperkingen op het gebied van persoonlijk of sociaal functioneren. De beperking die voorheen werd aangegeven in conflicthantering wordt ongewijzigd gelaten. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen.
13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 22 september 2021 uiteengezet op welke punten zij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. Zij verwijst naar de medische situatie van eiseres bij de beëindiging van de WIA-uitkering. Deze staat beschreven in het rapport van de verzekeringsarts van 4 oktober 2016. De verzekeringsarts bezwaar en beroep legt uit dat de aandoeningen PSC en Crohn niet dezelfde ziekteoorzaak hebben. Crohn werd pas na beëindiging van de WIA vastgesteld. De toename van de darmklachten wordt daarom niet meegewogen in de toetsing van de herleving. Dit geldt ook de psychische klachten. Deze speelden met name rond de beëindiging van de relatie en niet zozeer rond datum in geding. De klachten aan de linkerschouder zijn nieuw. Recent zijn afwijkingen vastgesteld met diagnose chronische bursitis met peesontsteking en wat verkalking. Dit is een ander beeld dan bij beëindiging van de WIA-uitkering. Bij beëindiging ging het om nekklachten met doorstraling naar beide schouders. De ontstane klachten van de linkerschouder zijn dan ook geen onderdeel van de herleving. De PSC bestaat al langer. Rond datum in geding is er echter geen sprake van een verslechtering en geen sprake van verdergaande beperkingen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet wel aanleiding om de nekklachten, hoofdpijnen en dystonie met tremor mee te wegen bij de toetsing, omdat niet is uit te sluiten dat het hier gaat om eenzelfde ziekteoorzaak. De ervaren klachten moeten echter medisch objectiveerbaar aanleiding geven tot toegenomen beperkingen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat taken met zware dan wel overmatige nekbelasting niet passend zijn. Voor fors verdergaande beperkingen ontbreekt een objectiveerbare grondslag. Dit geldt ook voor de geclaimde cognitieve beperkingen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat er aanvullende beperkingen moeten worden opgenomen in nekbelasting. De PSC leidt niet tot toegenomen beperkingen. De gestelde beperking op conflicthantering blijft gehandhaafd, bij ongewijzigde persoonsgebonden stressgevoeligheid. De klachten als gevolg van Crohn, psychi(atri)sche problematiek en de linkerschouder betreffen geen herleving van de eerdere klachten. Voor zover hier door de verzekeringsarts beperkingen voor zijn aangenomen worden deze verwijderd.
14. Eiseres voert aan, samengevat, dat haar lichamelijke en psychische klachten zijn onderschat.
15. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 28 december 2021 gereageerd op het beroep van eiseres. Zij heeft toegelicht dat eiseres geen medisch inhoudelijke gegevens heeft overgelegd. Dat eiseres meer klachten ervaart is bekend, maar vormt geen aanleiding om objectiveerbaar meer beperkingen aan te nemen. Bij een verzoek om herleving van de uitkering moet worden gekeken naar toegenomen beperkingen vanuit dezelfde ziekteoorzaak. Het gaat dan niet om de totale medische situatie die speelt, maar over de verzekerde ziekteoorzaken met toegenomen beperkingen.
16. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom in het kader van de herleving niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts bezwaar en beroep, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Eiseres heeft dit niet gedaan. Uit de beschikbare medische informatie in het dossier volgt ook niet dat de ziekte van Crohn al aanwezig was ten tijde van de beëindiging van de WIA-uitkering. In het rapport van de verzekeringsarts wordt beschreven dat de ziekte van Crohn is vastgesteld in 2018 en actief werd als gevolg van de pijnmedicatie die eiseres kreeg voorgeschreven. Op de zitting heeft eiseres verteld dat haar klachten al veel langer bestonden en dat de ziekte van Crohn al voor de datum in geding is vastgesteld, maar dit heeft zij niet onderbouwd met medische informatie. Daarom kan ook niet worden vastgesteld dat eiseres ook al op 1 januari 2017 de ziekte van Crohn had. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit.
17. Eiseres voert tot slot aan dat er ten onrechte geen urenbeperking is aangenomen gelet op haar vermoeidheidsklachten. Dat dit noodzakelijk is, heeft eiseres niet met medische stukken onderbouwd. Hoewel de rechtbank begrijpt dat het verkrijgen van (andere) medische stukken lastig kan zijn, is dat toch nodig om tegen het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep in te kunnen gaan. Deze beroepsgrond slaagt niet.
De arbeidskundige beoordeling
18. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.

De conclusie van de rechtbank

19. Het UWV heeft terecht geconcludeerd dat eiseres ten opzichte van 1 januari 2017, per 1 november 2018 alleen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak heeft in de nekbelasting en heeft de WIA-uitkering gelet op het arbeidsongeschiktheidspercentage van 29,25% terecht afgewezen.
20. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 30 augustus 2022 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. S.E. Berghout, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op 30 augustus 2022.
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.