Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het vonnis in incident van 4 augustus 2021,
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak met producties 9 tot en met 16,
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling
- het B2-formulier van mr. Z.C.E. Houben van 1 februari 2022 met als inhoud dat zij zich onttrekt als advocaat van [eiser] ,
- de verwijzing van de zaak ex art. 6.2 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken (hierna: het Landelijk procesreglement) naar de rol van twee weken later voor het stellen van een nieuwe advocaat,
- de verwijzing van de zaak naar de rol ex artikel 2.14 van het Landelijk procesreglement omdat zich geen nieuwe advocaat gesteld heeft namens [eiser] ,
- het B-16 formulier van mr. Luijten ten behoeve van de rol van 25 mei 2022 met als inhoud dat de geplande mondelinge behandeling kan komen te vervallen en met het verzoek om vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De bevoegdheid en het toepasselijk recht
5.De beslissing
21 september 2022voor een akte aan de zijde van [gedaagde] overeenkomstig hetgeen onder r.o. 4.14., 4.20. en r.o. 4.21. is overwogen,