In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is de naamloze vennootschap CZ ZORGVERZEKERINGEN N.V. als eisende partij opgetreden tegen S.H.M. BONGERS, h.o.d.n. Rura Bewind, die als gedaagde partij fungeert in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van een onderbewindgestelde. De gedaagde partij is niet verschenen op de zitting, ondanks een oproeping. Hierdoor heeft de rechtbank verstek verleend. De eisende partij vordert betaling van een bedrag van € 981,56, bestaande uit hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en rente. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde partij door het bewind processueel onbekwaam is geworden, waardoor haar proceshandelingen nietig zijn. De rechtbank heeft de vordering van de eisende partij toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, omdat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond vanaf welke datum de gedaagde partij in verzuim was. De wettelijke rente is toegewezen vanaf de dag van dagvaarding. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 697,43. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.