ECLI:NL:RBLIM:2022:6462

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 augustus 2022
Publicatiedatum
22 augustus 2022
Zaaknummer
ROE 22 /1596
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in Woo-zaak met betrekking tot openbaarmaking van documenten

In de zaak tussen [naam 1] B.V. en [naam 2] B.V. tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas, heeft de voorzieningenrechter op 17 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeksters hebben een beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 13 juni 2022, waarin hun bezwaar tegen een gedeeltelijke openbaarmaking van documenten ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 17 augustus 2022 hebben verzoeksters aangevoerd dat zij de gevraagde documenten nodig hebben voor andere lopende beroepsprocedures, waaronder een dwangsomprocedure. Ze stelden dat er spoed is, omdat verweerder voornemens zou zijn om 61 arbeidsmigranten op straat te zetten.

De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van een spoedeisend belang. De lopende beroepsprocedures waarvoor de documenten nodig zijn, zijn nog niet op zitting geagendeerd. Daarnaast is de aangehaalde last onder dwangsom niet gereed om verbeurd te worden. De voorzieningenrechter concludeert dat de vereiste spoed niet is aangetoond en wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.

De uitspraak is gedaan door mr. E.P.J. Rutten, in aanwezigheid van griffier mr. D.S.A.W. Raes. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 22/1596

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

17 augustus 2022 in de zaak tussen

[naam 1] B.V., gevestigd te [plaats] , verzoekster 1

[naam 2] B.V., gevestigd te [plaats] , verzoekster 2
gezamenlijk te noemen: verzoeksters
(gemachtigde: mr. Q.W.J. de Ruijter),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas, verweerder
(gemachtigde: mr. [naam gemachtigde] ).

Procesverloop

Bij besluit van 10 december 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek om openbaarmaking gedeeltelijk ingewilligd.
Bij besluit van 13 juni 2022 (het bestreden besluit), verzonden op 14 juni 2022, heeft verweerder het bezwaar van verzoeksters ongegrond verklaard.
Verzoeksters hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2022. Verzoeksters hebben zich laten vertegenwoordigen door [naam persoon] en hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. De voorzieningenrechter kan een voorziening treffen, als is voldaan aan de vereisten die in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (de Awb) staan vermeld. In dit artikel is bepaald dat indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3. De voorzieningenrechter concludeert dat aan de twee in artikel 8:81 van de Awb neergelegde formele vereisten is voldaan, nu verzoeksters een beroepschrift hebben ingediend tegen het besluit ter zake waarvan de voorlopige voorziening wordt gevraagd en de bestuursrechter bevoegd moet worden geacht om van de hoofdzaak kennis te nemen. Ten aanzien van de gestelde onverwijlde spoed overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4. Ter onderbouwing van de vereiste spoed hebben verzoeksters naar voren gebracht dat zij de gevraagde documenten nodig hebben voor andere lopende beroepsprocedures, waaronder een dwangsomprocedure. Zij geven aan dat zij de gevraagde informatie graag ontvangen voordat de zaken op zitting worden behandeld zodat zij zich hierop beter kunnen voorbereiden. Verder is volgens verzoeksters de vereiste spoed gelegen in de omstandigheid dat verweerder voornemens is 61 arbeidsmigranten op straat te zetten.
5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de vereiste spoed in het onderhavige geval niet is aangetoond. Zij overweegt daartoe dat de lopende beroepsprocedures waaraan verzoeksters refereren nog niet op zitting zijn geagendeerd, zodat hierin niet de vereiste spoed kan zijn gelegen. Evenmin is gebleken dat de aangehaalde last onder dwangsom thans gereed is om verbeurd te worden. Voor zover verzoeksters stellen dat verweerder voornemens zou zijn om 61 arbeidsmigranten op straat te zetten, kan hierin, nog daargelaten dat een deugdelijke onderbouwing van deze stelling ontbreekt, voor deze procedure niet de vereiste spoed worden gevonden.
6. Tot slot wijst de voorzieningenrechter erop dat verweerder geen proceskosten hoeft te vergoeden en dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.P.J. Rutten, rechter, in aanwezigheid van mr. D.S.A.W. Raes, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2022.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
Afschrift verzonden aan partijen op: 22 augustus 2022

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.