In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 11 juli 2022 een beschikking gegeven inzake de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.D.N. van Duyl, heeft verzocht om een wijziging van de kinderalimentatie die de man, voorheen vertegenwoordigd door mr. C.A.J.E. Habets, aan haar moet betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw ouders zijn van twee kinderen, [kind 1] en [kind 2], en dat er afspraken zijn gemaakt in een echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan. De vrouw heeft aangevoerd dat de omstandigheden zijn gewijzigd, omdat de zorgregeling niet is uitgevoerd zoals afgesproken, wat heeft geleid tot hogere kosten voor haar. De man heeft het verzoek afgewezen en gesteld dat hij de verzochte bedragen niet kan betalen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft de kinderalimentatie vastgesteld op € 222,- per kind per maand voor de periode van 1 augustus 2019 tot en met 31 december 2019, € 239,- per kind per maand voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020, en € 257,39 voor [kind 1] en € 267,95 voor [kind 2] voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Voor de periode vanaf 1 januari 2022 is de kinderalimentatie vastgesteld op € 262,- voor [kind 1] en € 273,- voor [kind 2]. De rechtbank heeft geen zorgkorting toegepast, omdat de man geen noemenswaardige kosten voor de kinderen maakt en de vrouw geen kosten bespaart.
De rechtbank heeft de man verplicht om de alimentatie steeds vóór de eerste van de maand vooraf te betalen en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De proceskosten zijn voor beide partijen, omdat zij elkaars ex-partners zijn. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof in ‘s-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.