ECLI:NL:RBLIM:2022:6161

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
11 augustus 2022
Zaaknummer
ROE 22/1597
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing verkeersbesluit gemeente Vaals door gemeente Gulpen-Wittem

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem bezwaar gemaakt tegen een verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vaals. Dit verkeersbesluit houdt in dat bepaalde wegen, waaronder de Epenerbaan, in de gemeente Vaals in bepaalde periodes worden afgesloten voor (motor)verkeer. Gulpen-Wittem heeft de voorzieningenrechter verzocht om dit verkeersbesluit te schorsen. De voorzieningenrechter heeft na afweging van de belangen van beide gemeenten besloten om het verkeersbesluit gedeeltelijk te schorsen, specifiek het deel dat betrekking heeft op de Epenerbaan, terwijl het andere deel van het besluit in stand is gelaten. De voorzieningenrechter oordeelde dat Gulpen-Wittem belanghebbende is bij het verkeersbesluit, omdat de afsluitingen van wegen in Vaals direct invloed hebben op het verkeer in Gulpen-Wittem. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat het verkeersbesluit onzorgvuldig is voorbereid en niet goed gemotiveerd is, wat aanleiding gaf tot de schorsing. Daarnaast is het college van Vaals veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van Gulpen-Wittem, die zijn vastgesteld op € 1.897,50. De uitspraak is gedaan op 4 augustus 2022 en is openbaar gemaakt op 11 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 22/1597

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

4 augustus 2022 in de zaak tussen

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem en

de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Gulpen-Wittem, verzoekers (hierna: Gulpen-Wittem)
(gemachtigde: mr. T.N. Sanders),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vaals, verweerder (hierna: het college van Vaals)
(gemachtigde: mr. M.C.G. Nijssen).

Inleiding

Met het besluit van 12 juli 2022 heeft het college van Vaals beslist
1) als proef tussen 1 augustus 2022 en 1 oktober 2022 van vrijdag 19.00 uur tot maandag 07.00 uur een aaneengesloten rijverbod voor motoren (C11) in te stellen, binnen het gebied plaatselijk bekend als Epenerbaan, overeenkomstig de eerder uitgevoerde pilot aldaar, en Groenenweg, Pannisbergweg en Vijlenstraat en
2) als proef tussen 1 augustus 2022 en 1 oktober 2022 een verbod voor motorvoertuigen (C12) in te stellen, uitgezonderd landbouw- en bestemmingsverkeer, binnen de gebieden Melleschet-Rott (Leunweg, Melleschet, Boombergweg, Munnixweg en Rott) in Vijlen en Wolfhaag-Raren (Rarenderstraat, Meelbroekerweg, Schuttebergsweg en Wolfhaag) in Vaals.
Gulpen-Wittem heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen in de zin van schorsing van het verkeersbesluit.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening ter zitting behandeld in het gemeentehuis van de gemeente Gulpen-Wittem in Gulpen. Gulpen-Wittem heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [naam 1] , senior juridisch adviseur, [naam 2] , beleidsmedewerker verkeer en vervoer, allebei werkzaam bij de gemeente Gulpen-Wittem en [naam 3] , kwartiermaker Team Heuvelland Limburg. Het college van Vaals heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [naam 4] , beleidsmedewerker ruimtelijke ordening en [naam 5] , beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid, allebei werkzaam bij de gemeente Vaals. De griffier heeft van het verhandelde ter zitting aantekeningen gemaakt.
Voorafgaande aan de zitting heeft de voorzieningenrechter een onderzoek ter plaatse gehouden. Van dat onderzoek heeft de griffier een (afzonderlijk) proces-verbaal opgemaakt.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter in de namiddag rond 17.45 uur de volgende beslissingen en de gronden van de beslissingen in het openbaar en in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken.

Beslissingen

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening voor een deel toe en voor het overige af. Zij schorst de beslissing onder 1) van het verkeersbesluit tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar en laat de beslissing onder 2) van het verkeersbesluit in stand;
-draagt het college van Vaals op het griffierecht dat Gulpen-Wittem voor de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening heeft betaald van € 365,- aan Gulpen-Wittem te vergoeden;
- veroordeelt het college van Vaals in de proceskosten van Gulpen-Wittem tot een bedrag van € 1.897,50.

Gronden van de beslissingen

De gronden van de beslissingen staan onder 2. De overwegingen en oordelen onder 1. zijn aan de beslissingen vooraf gegaan.
1. De voorzieningenrechter heeft de beslissing onder 2) van het verkeersbesluit, voor zover deze beslissing gaat over het gebied Wolfhaag-Raren, (in deze spoedprocedure) buiten de beoordeling gelaten. Haar is gebleken dat deze beslissing niet zo belangrijk voor Gulpen-Wittem is en dat het gevolg ervan voor Gulpen-Wittem verwaarloosbaar is.
1.1
Zij heeft geen reden gezien Gulpen-Wittem niet-ontvankelijk te verklaren of het verzoek om schorsing van het verkeersbesluit af te wijzen, omdat Gulpen-Wittem geen belanghebbende bij het verkeersbesluit is. Voorlopig is zij van oordeel dat Gulpen-Wittem dat wel is en dat het bezwaar van Gulpen-Wittem ontvankelijk is, in elk geval voor zover het is gemaakt door de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Gulpen-Wittem (hierna: de publiekrechtelijke rechtspersoon Gulpen-Wittem).
1.1.1
De publiekrechtelijke rechtspersoon Gulpen-Wittem is volgens de voorzieningenrechter belanghebbende bij het verkeersbesluit, omdat zij voldoet aan de zogenaamde OPERA-criteria [1] aan de hand waarvan de belanghebbendheid van een publiekrechtelijke rechtspersoon wordt vastgesteld. Feit is dat motorrijders bij de afsluiting van de Epenerbaan en Groenenweg en motorvoertuigen bij de afsluiting van Melleschet-Rott moeten keren (als zij geen boete willen riskeren) en hun weg naar Vaals alleen kunnen vervolgen via haar gemeente waar ze vandaan komen. Haar gemeente krijgt door deze wegafsluitingen met meer (motor)verkeer te maken dan zonder deze wegafsluitingen. Zij heeft daarom een
objectief belang bij het verkeersbesluit. Haar belang is ook een
persoonlijk belang. Het verkeersbesluit treft juist haar gemeente, omdat het (motor)verkeer dat bij de wegafsluitingen moet keren vervolgens (legaal) alleen de keuze kan maken om terug te rijden naar haar gemeente. Zij heeft een
eigen belang, omdat zij opkomt voor het belang van haar gemeente en niet dat van anderen. Het verkeersbesluit raakt haar, omdat haar gemeente door de wegafsluitingen met meer (motor)verkeer te maken krijgt dan zonder de wegafsluitingen. Het is daarom een
rechtstreeks belang en geen
afgeleid belang.
1.1.2
Omdat voor de beoordeling van het verzoek om schorsing van het verkeersbesluit van Gulpen-Wittem niet relevant is of ook het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem (hierna: het college van Gulpen-Wittem) belanghebbende is bij het verkeersbesluit, heeft de voorzieningenrechter de beoordeling van de belanghebbendheid van het college van Gulpen-Wittem achterwege gelaten. Zelfs al zou het college van Gulpen-Wittem niet als belanghebbende bij het verkeersbesluit kunnen worden aangemerkt, zou dat niet tot afwijzing van het verzoek om schorsing van het verkeersbesluit van Gulpen-Wittem kunnen leiden. Het verandert het voorlopig oordeel over de ontvankelijkheid van het bezwaar van Gulpen-Wittem, voor zover het is gemaakt door de publiekrechtelijke rechtspersoon Gulpen-Wittem, namelijk niet.
1.2
De voorzieningenrechter heeft ook geen reden gezien het verzoek om schorsing van het verkeersbesluit van Gulpen-Wittem af te wijzen, omdat Gulpen-Wittem geen spoedeisend belang heeft bij haar verzoek, zoals het college van Vaals verder nog heeft aangevoerd. Zij is van oordeel dat Gulpen-Wittem een spoedeisend belang heeft bij schorsing van het verkeersbesluit. Gulpen-Wittem kan het besluit op haar bezwaar tegen het verkeersbesluit niet (nagenoeg) zonder nadeel afwachten. Niet alleen omdat zij met ingang van het verkeersbesluit door het verkeersbesluit in een periode waarin de verkeersdrukte daar toch al hoog is, met nog meer (motor)verkeer geconfronteerd wordt. Ook omdat het besluit op het bezwaar van Gulpen-Wittem pas verwacht wordt nadat het verkeersbesluit zijn werking heeft verloren.
2. Met Gulpen-Wittem is de voorzieningenrechter eens dat het verkeersbesluit onzorgvuldig is voorbereid, niet goed gemotiveerd is en een evenredige belangenafweging mist. Het college van Vaals heeft zich in het verkeersbesluit beperkt tot het noemen van de verkeersbelangen in artikel 2, eerste lid, onder a, c en d, en de belangen in artikel 2, tweede lid, onder a en b, van de Wegenverkeerswet 1994 [2] . Uit het verkeersbesluit blijkt niet in welke mate deze betrokken verkeersbelangen een rol hebben gespeeld bij het nemen van het besluit. Een afweging van deze belangen tegen elkaar ontbreekt helemaal. Het feit dat het verkeersbesluit slechts pilots betreft, ontslaat het college van Vaals niet van haar plicht om een zorgvuldig voorbereid en voldoende gemotiveerd verkeersbesluit te nemen en om een evenredige belangenafweging te maken. De voorzieningenrechter is daarom voorlopig van oordeel dat het verkeersbesluit in strijd is met de artikelen 3:2, 3:4 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Alhoewel het college van Vaals deze gebreken in het verkeersbesluit met de heroverweging van dat besluit kan herstellen, heeft de voorzieningenrechter betwijfeld of het verkeersbesluit uiteindelijk stand houdt. Niet alleen omdat in deze procedure niet duidelijk is geworden dat het college van Vaals de geconstateerde gebreken in het verkeersbesluit gaat herstellen en hoe, maar ook omdat het verkeersbesluit al is uitgewerkt als het college van Vaals dit besluit gaat heroverwegen, zoals het zelf heeft aangevoerd. Zij heeft daarom aan de hand van een belangenafweging beoordeeld of zij het verkeersbesluit moet schorsen. Zij is aan de beoordeling van wat Gulpen-Wittem en het college van Vaals verder nog hebben aangevoerd niet meer toegekomen.
2.1
De belangenafweging is in het voordeel van Gulpen-Wittem uitgevallen voor zover zij schorsing heeft gevraagd van de beslissing onder 1) van het verkeersbesluit. Dat zij door het verkeersbesluit rauwelijks geconfronteerd is met het motorverkeer dat bij de afsluitingen van de Epenerbaan en Groenenweg moet keren en alleen via de gemeente Gulpen-Wittem zijn weg (legaal) naar de gemeente Vaals kan vervolgen, heeft daarbij de doorslag gegeven. De voorzieningenrechter is bij haar afweging niet ervan uitgegaan dat het wel meevalt met de verkeersoverlast die de afsluitingen van deze wegen voor de gemeente Gulpen-Wittem geeft. Er komt weliswaar door de afsluiting van de Groenenweg dan geen motorverkeer van de Groenenweg richting de gemeente Gulpen-Wittem, maar onbestreden is dat op drukke dagen als zaterdagen en zondagen, -waarop de Epenerbaan en Groenenweg zouden zijn afgesloten- vanuit de gemeente Gulpen-Wittem gemiddeld één motorrijder per minuut bij de Epenerbaan aankomt die dus bij de wegafsluiting moet keren en terug naar de gemeente Gulpen-Wittem zal moeten rijden (wil hij geen boete riskeren). Bovendien is de situatie niet te vergelijken met de situatie in 2021 toen ter plaatse een pilot is gehouden en vanuit de gemeente Gulpen-Wittem nagenoeg niet is geklaagd over overlast van motorverkeer. Dit omdat toen de Groenenweg niet was afgesloten en deze weg toen dus een alternatieve route bood voor het motorverkeer dat bij de afsluiting van de Epenerbaan niet verder mocht rijden.
2.1.1
De voorzieningenrechter heeft deze beslissing niet gedeeltelijk geschorst en alleen voor zover deze beslissing gaat over de Epenerbaan en de Groenenweg, omdat de keuze om de Pannisbergweg en Vijlenstraat te sluiten onlosmakelijk verbonden lijkt te zijn met de keuze om de Epenerbaan en Groenenweg te sluiten.
2.2
De belangenafweging is in het nadeel van Gulpen-Wittem uitgevallen voor zover zij schorsing heeft gevraagd van de beslissing onder 2) van het verkeersbesluit. Met name omdat deze beslissing haar belang naar verwachting maar heel beperkt zal raken. Dit omdat gebleken is dat het begrip bestemmingsverkeer in deze beslissing ruim moet worden uitgelegd, wat de verwachting rechtvaardigt dat deze beslissing niet tot veel extra (motor)verkeer in de gemeente Gulpen-Wittem tot gevolg zal hebben.
2.3
Omdat de voorzieningenrechter het verzoek van Gulpen-Wittem om het verkeersbesluit te schorsen gedeeltelijk heeft toegewezen, heeft zij bepaald dat het college van Vaals het griffierecht vergoedt dat Gulpen-Wittem voor de behandeling van het verzoek heeft gemaakt. Om dezelfde reden heeft zij het college van Vaals veroordeeld in de proceskosten van Gulpen-Wittem. Zij heeft deze kosten vastgesteld op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand op € 1.897,50 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting en een half punt voor het bijwonen van de descente met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).
Dit proces-verbaal is opgemaakt en ondertekend door mr. J.M.E. Derks, voorzieningenrechter en mr. A.W.C.M. Frings, griffier
.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op: 11 augustus 2022

Rechtsmiddel

Tegen de uitspraak in dit proces-verbaal staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Deze criteria zijn gebaseerd zijn op artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
2.1. a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;