ECLI:NL:RBLIM:2022:6115

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 juni 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
9796884 CV EXPL 22-1619
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en betaling huurachterstand met voorwaarden voor ontruiming

In deze zaak heeft de kantonrechter op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen de stichting STICHTING WOONWENZ, gevestigd te Venlo, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen tot afspraken gekomen over de betaling van de huurachterstand, die op dat moment € 2.795,75 bedroeg, en de buitengerechtelijke incassokosten van € 233,83. De huurder is verplicht om de proceskosten van in totaal € 1.050,43 te betalen, wat het totaalbedrag op € 4.080,01 brengt. De huurder heeft ermee ingestemd om het verschuldigde bedrag in maandelijkse termijnen van ten minste € 150,00 te betalen en dient ook de lopende huurverplichtingen stipt na te komen. Indien de huurder in gebreke blijft, wordt het gehele bedrag direct opeisbaar en is de huurder ook wettelijke rente verschuldigd.

De verhuurder heeft haar geldvordering gewijzigd en verzocht om voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De kantonrechter heeft de gewijzigde vordering toegewezen, waarbij de huurder als de overwegend in het ongelijk gestelde partij is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en de huurder veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, indien de huurder in gebreke blijft met de afbetalingsverplichting of de maandelijkse huur. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9796884 \ CV EXPL 22-1619
Vonnis van de kantonrechter van 14 juni 2022
in de zaak van:
de stichting STICHTING WOONWENZ,
gevestigd te Venlo,
eisende partij,
gemachtigde Zuyd Groep,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[postcode] [woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is gelast
- het hieronder weergegeven proces-verbaal van de comparitie van heden.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.Het proces-verbaal van de comparitie

2.1.
Verschenen zijn:
- [vertegenwoordiger] namens eisende partij, bijgestaan door de heer Munnik van Zuyd Groep;
- gedaagde partij in persoon.
2.2.
Na bespreking van de zaak verklaren partijen het eens te zijn geworden over het volgende:
a) De huurachterstand berekend tot en met 1 juni 2022 bedraagt € 2.795,75;
b) Wegens buitengerechtelijke incassokosten is huurder verschuldigd € 233,83 inclusief BTW;
c) Huurder dient de proceskosten te betalen, begroot op € 127,43 voor de dagvaarding, € 487,00 voor griffierecht en € 436,00 (2 x € 218,00) voor gemachtigdesalaris, derhalve in totaal € 1.050,43;
d) Huurder zal de schuld wegens de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, derhalve in
totaal € 4.080,01betalen door overboeking op rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten name van Zuyd Gerechtsdeurwaarders Brabant BV, onder vermelding van dossiernummer [dossiernummer] ;
e) Het onder d) genoemde totaalbedrag zal in maandelijkse termijnen van ten minste € 150,00 door huurder worden betaald;
f) Daarnaast zal huurder stipt blijven voldoen aan de lopende huurverplichtingen jegens verhuurder;
g) Indien huurder in gebreke blijft met voldoening van de hiervoor onder e) genoemde afbetalingsregeling en/of met de lopende huurverplichtingen vanaf 1 juli 2022, is huurder in verzuim zonder dat ingebrekestelling is vereist en is het gehele bedrag direct opeisbaar. In dat geval is huurder tevens met ingang van de dag van het intreden van het verzuim over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente ex art. 6:119 BW verschuldigd.
2.3.
Verhuurder wijzigt haar geldvordering tot hetgeen huurder krachtens deze afspraken verschuldigd is en verzoekt de gevorderde ontbinding en ontruiming voorwaardelijk uit te spreken. Nadat de kantonrechter partijen te kennen heeft gegeven in hoeverre de kantonrechter de nevenvorderingen toewijsbaar acht, verklaart verhuurder daarmee in te stemmen en het door haar meer of anders gevorderde in te trekken. Huurder verzet zich niet tegen toewijzing van de gewijzigde vordering.
2.4.
Partijen verklaren ermee in te stemmen dat ter zitting van heden vonnis wordt gewezen.

3.De beoordeling

3.1.
Huurder huurt van verhuurder de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] , voor een huurprijs van thans € 644,18 per maand. De huurprijs is bij vooruitbetaling verschuldigd.
3.2.
Verhuurder heeft op de in de dagvaarding aangevoerde gronden - samengevat - de ontbinding van de huurovereenkomst, de ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurachterstand plus de tot aan de ontruiming verschuldigde termijnen gevorderd, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
3.3.
Gehoord de standpunten van partijen, overweegt de kantonrechter dat de onvoldoende betwiste vorderingen, zoals op de mondelinge behandeling gewijzigd, toewijsbaar zijn.
3.4.
Huurder zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten zoals hiervoor onder 2.2. c) begroot.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt huurder tot betaling aan verhuurder een bedrag van € 2.795,75 ter zake van achterstallige huurpenningen tot en met juni 2022, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2022 tot aan de dag van algehele betaling, en een bedrag van € 233,83 inclusief btw ter zake van buitengerechtelijke incassokosten,
4.2.
veroordeelt huurder tot betaling aan verhuurder van € 644,18 per maand voor iedere ingegane maand vanaf 1 juli 2022 tot het tijdstip van ontruiming,
4.3.
veroordeelt huurder tot betaling van de proceskosten, tot op heden begroot op € 1.050,43,
4.4.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning
aan de [adres] te [plaatsnaam] en veroordeelt huurder de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met alle personen en zaken die zich van de kant van huurders in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van verhuurder te stellen,
indien en zodra aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  • huurder is in gebreke met de voldoening van de hiervoor onder 2.2. e) bedoelde afbetalingsverplichting; en/of
  • huurder is in gebreke met de voldoening van enige termijn van de maandelijkse huur als bedoeld onder 2.2 e),
4.5.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: