ECLI:NL:RBLIM:2022:6104

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
C/03/305960 / KG ZA 22-210
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ongeldigverklaring loting voor gronduitgifte in Brunssum

In deze zaak vorderden eisers de ongeldigverklaring van de loting die op 19 mei 2022 had plaatsgevonden voor de toewijzing van bouwkavels in de nieuwe woonwijk 'Hof van Oeloven' in Brunssum. De Gemeente Brunssum had besloten om de kavels te verloten, maar eisers stelden dat de loting niet op de juiste wijze was uitgevoerd en dat het aanwezigheidsvereiste voor inschrijvers niet correct was gehandhaafd. De eisers voerden aan dat dit in strijd was met de beginselen van behoorlijk bestuur, zoals gelijkheid en transparantie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente, door het aanwezigheidsvereiste te laten vervallen, niet onrechtmatig had gehandeld, mede gezien de omstandigheden rondom het Corona-virus. De rechter concludeerde dat de loting openbaar was en dat de Gemeente voldoende rechtvaardiging had voor haar besluit om af te wijken van de procedure. De vorderingen van eisers en de tussenkomende partij werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die op € 1.016,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/305960 / KG ZA 22-210
vonnis in kort geding van 28 juli 2022
in de zaak van

1.[eiseres sub 1] ,

wonend te [woonplaats 1] ,

2. [eiser sub 2] ,

wonend te [woonplaats 1] ,
3.a [eiser sub 3a] , en
3.b [eiseres sub 3b] ,
beiden wonend te [woonplaats 2] ,

4. [eiseres sub 4] ,

wonend te [woonplaats 1] ,

5. [eiseres sub 5] ,

wonend te [woonplaats 1] ,

6. [eiser sub 6] ,

wonend te [woonplaats 1] ,
eisers,
advocaat mr. J.F.G. Godart,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE BRUNSSUM,
zetelend te Brunssum,
gedaagde,
advocaten mr. H.C. Lejeune en mr. P. Courtens,
in welke procedure zijn tussengekomen:
7a. [tussenkomende partij sub 7a] , en
7b. [tussenkomende partij sub 7b] ,
beiden wonend te [woonplaats 1] ,
tussenkomende partij,
advocaat mr. J.F.G. Godart.
Partijen zullen hierna eisers, de Gemeente en de tussenkomende partij worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 13,
  • de incidentele conclusie van de tussenkomende partij, houdende vordering tot tussenkomst althans voeging ex artikel 217 Rv,
  • de brief van 5 juli 2022 van mr. Godart, met aanvullende producties 14 tot en met 20,
  • de mondelinge behandeling, tijdens welke de voorzieningenrechter - gehoord de desbetreffende partijen - toewijzend heeft beslist op het verzoek om te mogen tussenkomen van de tussenkomende partij,
  • de pleitaantekeningen van de eisende partij en de tussenkomende partij,
  • de pleitnota van de Gemeente.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De Gemeente heeft in het bestemmingsplan “Woningbouwlocatie Erkens” 20 uit te geven kavels (hierna: de kavels) in een nieuwe woonwijk in Brunssum gerealiseerd. De woonwijk draagt de naam “Hof van Oeloven”. Als makelaar ten behoeve van de verkoop van de kavels heeft de Gemeente [naam] te [vestigingsplaats] (hierna: [naam] ) ingeschakeld.
2.2.
De Gemeente heeft besloten om de gegadigden voor de kavels te selecteren door middel van een loting. De Gemeente heeft hiertoe, in samenspraak met [naam] en met de hierna te noemen notaris, regels opgesteld, te weten: (1) de ‘
Procedure gronduitgifte Hof van Oeloven Brunssum’ (hierna: de Procedure, prod. 5), te raadplegen op de internetsite van [naam] , en (2) het ‘
Lotingsreglement particuliere bouwkavels Plan Hof van Oeloven’ (hierna: het Lotingsreglement, prod. 6), toegestuurd aan alle inschrijvers.
2.3.
De Procedure luidt, voor zover relevant, als volgt:

AANMELDING

Wijze van aanmelding
(…)
- De gemeente kan in voorkomende gevallen om haar moverende redenen en in het bijzonder bij tegenvallende interesse besluiten af te zien van het houden van een verlotingsbijeenkomst en/of niet tot verloting overeenkomstig de in dit document omschreven procedure over te gaan.

Voorwaarden voor aanmelding
Gegadigde is een natuurlijk persoon;
Gegadigde is ten tijde van de aanmelding 18 jaar of ouder;
Gegadigde onderhoudt ten tijde van de aanmelding geen duurzame relatie of gemeenschappelijke huishouding met een andere gegadigde;
Gegadigde drijft geen bouwbedrijf, aannemer, klussenbedrijf of een vergelijkbare onderneming;
Gegadigde is in persoon aanwezig op de verlotingsbijeenkomst en kan zich legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs of identiteitskaart) dan wel wordt hij/zij met kennisgeving vooraf vertegenwoordigd door een schriftelijk gevolmachtigde, en
Gegadigde is voornemens om de kavel daadwerkelijk, zelf en duurzaam te bewonen in een daarop nog op te richten gebouw.
(…)
A.
LOTING
Begeleiding proces van loting:
 In de aanvang van het verkoopproces wordt een systematiek van loting toegepast om iedereen een eerlijke kans te bieden om voor de reservering van een bouwkavel in het plan in aanmerking te komen.
(…).
(…)
F. ALGEMEEN
Dit document is bedoeld om aan gegadigden inzicht te geven in de wijze waarop uitgifte van bouwkavels binnen de gemeente plaatsvindt. De rechten en verplichtingen van partijen over en weer staan niet in dit document, maar in de reserveringsbevestiging en koopovereenkomst. Dit document heeft derhalve, behoudens de hierin opgenomen voorwaarden voor aanmelding, beperkte juridische betekenis en gegadigden kunnen daaraan geen enkel recht ontlenen.
De gemeente behoudt zich nadrukkelijk het recht voor om in voorkomende gevallen om haar moverende redenen af te wijken van de in dit document omschreven uitgifteprocedure (…)’.
2.4.
De Gemeente heeft [naam notarissen] notarissen te [vestigingsplaats] opdracht gegeven om de loting te organiseren, ter bepaling van de rangorde van de gegadigden voor de toedeling van een kavel. Ten behoeve van de loting is het Lotingsreglement opgesteld, dat, voor zover relevant, als volgt luidt:
‘(…).
Artikel 2: Doel
Het doel van dit reglement is om iedere gegadigde middels een vaste systematiek van loting een gelijke kans te bieden om voor de reservering van een bouwkavel in het plan Hof van Oeloven in aanmerking te komen. Dit reglement is van toepassing op de loting voor individuele kavels.
Artikel 3: Kennisgeving van gronduitgifte en wijze van inschrijving
De gemeente geeft op de volgende wijze kennis van het voornemen tot gronduitgifte en de wijze van inschrijving:
1. (…). Op de website van de makelaar vindt u tevens de criteria voor inschrijving en toewijzing van de bouwkavels en de uiterste datum van inlevering van uw formulier.
(…).
(…)
Artikel 7: Loting en toewijzing kavel
a. De procedure van kaveltoewijzing is als volgt.
Op donderdag 19 mei om 11:00 vindt er in de “Brikke Oave” een voor ieder toegankelijke openbare trekking plaats, waarbij de volgorde van de belangstellenden wordt vastgesteld. Alle ingeleverde enveloppen worden een voor een uit een doos getrokken door de notaris en de namen worden afgeroepen. De formulieren worden voorzien van een volgnummer. Indien een formulier niet volledig/correct is ingevuld vervalt deze.
(…).’
2.5.
In totaal waren er 53 inschrijvingen van gegadigden voor de kavels. Op verzoek van de Gemeente heeft notaris [naam notaris] (hierna: de notaris) op 19 mei 2022 de loting gedaan en daarvan - en van het resultaat ervan - een proces-verbaal opgemaakt
(prod. 9).
2.6.
Eisers en de tussenkomende partij waren allen aanwezig tijdens de loting en hebben ten gevolge van de loting de volgende volgnummers gekregen:
- [eiseres sub 1] : 32,
  • [eiser sub 2] : 34,
  • [eiser sub 3a] (en [eiseres sub 3b] ): 37,
  • [eiseres sub 4] : 38,
  • [eiseres sub 5] : 46,
  • [eiser sub 6] : 49,
  • [tussenkomende partij sub 7b] (en [tussenkomende partij sub 7a] ): 52.
2.7.
Eisers hebben zich op 25 mei 2022 schriftelijk tot de Gemeente gewend met het verzoek om de loting ongeldig te verklaren en een nieuwe loting te organiseren. Eisers hebben deze brief ook naar de notaris gestuurd.
2.8.
De Gemeente heeft op 25 mei 2022 een brief aan de (= alle) gegadigden gestuurd, waarin zij, voor zover van belang, het volgende heeft medegedeeld:
‘(…). Voor en na de loting zijn vragen binnengekomen over de criteria voor inschrijving en toewijzing van bouwkavels op de website van [naam] en in het bijzonder of de daarin genoemde voorwaarde onder 5), inhoudende of de niet-aanwezigheid van gegadigde op de verlotingsbijeenkomst, aanleiding kan vormen tot uitsluiting van een gegadigde. Voorafgaand aan de loting is aan vragenstellers te kennen gegeven dat de aanwezigheid van de gegadigde niet vereist is en geen aanwezigheidscontrole wordt uitgevoerd. De notaris heeft geloot conform het toepasselijke Notarisreglement dat niet voorziet in een aanwezigheidseis nog een aanwezigheidscontrole. Vervolgens heeft de voor eenieder toegankelijke loting plaatsgevonden. Een aanwezigheidscontrole is, gezien het Notarisreglement, kenbaar voor elke bij de loting aanwezige gegadigde, niet uitgevoerd. Voorafgaand aan de feitelijke loting is door de bij de loting aanwezige gegadigden niet geprotesteerd tegen de wijze van loting. Niet in te zien is hoe het niet verrichten van een aanwezigheidscontrole merkbaar zou afdoen aan de eerlijkheid van de verrichte loting en toewijzing. In dit licht bevestigen wij dat de eventuele afwezigheid bij de loting van een gegadigde niet kan leiden tot uitsluiting.
Rechtszekerheid is voor alle betrokkenen van belang. De gemeente wil daarom enerzijds personen die het niet eens zijn met voorgaande beslissingen in staat stellen hiertegen op te komen. Anderzijds is het nodig zekerheid te creëren voor personen die in aanmerking komen voor een reservering om op basis daarvan te handelen, iets wat niet kan zolang zij geen zekerheid hebben over de status van de toewijzing.
Gezien op het voorgaande schorsen we de toewijzingsprocedure en stellen we tegen beslissingen opgenomen in deze brief/e-mail beroep open bij de rechter. (…).Dat wil zeggen dat eenieder die het niet eens is met de gang van zaken en van mening is dat zijn rechten geschonden zijn, gehouden is een kort geding aanhangig te maken bij de burgerlijke rechter. (…). Het spreekt voor zich dat de gemeente zal handelen naar het vonnis zoals ook alle andere betrokkenen zich hierbij dienen neer te leggen. (…).’

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de loting van 19 mei 2022, althans de uitslagen van deze loting, ongeldig te verklaren, en
de Gemeente veroordeelt tot het houden van een nieuwe loterij voor de nu bekende gegadigden met handhaving van en met toepassing van de nu vastgestelde selectiecriteria en selectieprocedure, zoals vastgesteld in de procedureregels en in het lotingsreglement, aan te kondigen door de Gemeente op een behoorlijke wijze aan de gegadigden binnen twee weken na het wijzen na het van het vonnis, op een dag binnen één maand na het wijzen van het vonnis, zulks op straffe van een dwangsom wanneer de Gemeente in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, om aan eisers ieder een dwangsom te betalen van € 2.000,00 per dag voor iedere dag na betekening van dit vonnis dat zij in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, en
de Gemeente veroordeelt tot betaling aan eisers tezamen de buitengerechtelijke incassokosten van € 774,00 alsmede wettelijke rente over deze incassokosten vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening; althans de Gemeente veroordeelt tot betaling aan eisers van een in goede justitie door de rechtbank te bepalen bedrag, en
de Gemeente veroordeelt tot betaling van de kosten van het geding, waaronder begrepen de kosten van de advocaat van eisers en de nakosten.
De vordering van de tussenkomende partij is gelijkluidend, met dien verstande dat de onder 2. genoemde dwangsommen ten goede dienen te komen aan de tussenkomende partij, evenals de veroordelingen onder 3 en 4.
3.2.
Zowel eisers als de tussenkomende partij hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd, samengevat, dat de Gemeente onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld, doordat zij - in verband met de selectie van de gegadigden voor de kavels en in het bijzonder in verband met de loting - in strijd heeft gehandeld met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (waaronder gelijkheid, transparantie en objectiviteit), doordat zij: (1) het aanwezigheidsvereiste als voorwaarde voor aanmelding heeft laten vervallen en ervan heeft afgezien om alle inschrijvers hiervan tijdig op de hoogte te stellen, en (2) de loting niet op de juiste, voorgeschreven, wijze heeft laten plaatsvinden, in het bijzonder: (a) doordat zij heeft nagelaten om erop toe te zien dat alleen volledig ingevulde en ondertekende formulieren tot de trekking werden toegelaten en (b) doordat zij heeft nagelaten om erop toe te zien dat de loting op de juiste wijze - met waarborging van gelijke kansen voor alle inschrijvers - zou plaatsvinden. Zowel eisers als de tussenkomende partij hebben gesteld dat zij hierdoor schade hebben geleden en nog zullen lijden.
3.3.
De Gemeente voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in kort geding

4.1.
Het spoedeisend belang van eisers en van de tussenkomende partij bij de gevraagde voorzieningen staat tussen partijen niet ter discussie en volgt naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit de aard van de vorderingen.
4.2.
De voorzieningenrechter begrijpt dat zowel eisers als de tussenkomende partij onder 1. vorderen dat de Gemeente wordt verboden om de kavels toe te delen aan inschrijvers op basis van de uitslag van de loting op 19 mei 2022.
4.3.
De voorzieningenrechter stelt vast dat alle partijen het (op goede gronden) eens zijn over het juridische kader, dat wordt gevormd door het bepaalde in de artikelen 6:162 en 3:14 BW en de beslissing van de Hoge Raad in zijn arrest van 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778, Didam.
De discussie tussen partijen betreft de vraag of de Gemeente zich heeft gedragen conform de regels die voor haar voortvloeien uit het genoemde kader en conform de door haarzelf vastgestelde regels, in de Procedure en in het Lotingsreglement. De discussie heeft zich daarbij toegespitst op: (a) (het niet vasthouden aan) het aanwezigheidsvereiste, zoals opgenomen in de Procedure, en (b) het verloop van de loting, al dan niet conform (de letter en de geest van) het Lotingsreglement.
het aanwezigheidsvereiste
4.4.
De Gemeente heeft, samengevat, het volgende verweer gevoerd tegen de stellingen van eisers en van de tussenkomende partij inzake (het niet vasthouden aan) het aanwezigheidsvereiste.
Het aanwezigheidsvereiste is aanvankelijk weliswaar opgenomen in de Procedure, maar de Gemeente is op een later moment gebleken dat dit vereiste - mede gelet op problemen die (potentiële) gegadigden voor een kavel konden ondervinden van of in verband met het Corona-virus - discriminatoir van aard was en daarmee kon leiden tot een niet te verdedigen ongelijkheid tussen de inschrijvers. Dit inzicht heeft de Gemeente ertoe geleid om het aanwezigheidsvereiste niet meer op te nemen in het Lotingsreglement, aan de hand waarvan de loting op 19 mei 2022 diende plaats te vinden (en heeft plaatsgevonden). Het lotingsreglement was alle inschrijvers bekend. Iedere (potentiële) gegadigde/inschrijver die bij de Gemeente daarover informatie heeft ingewonnen, is verteld dat het aanwezigheidsvereiste niet (meer) gold. Als dit voor eisers en/of voor de tussenkomende partij onduidelijk was, of als zij daartegen bezwaar hadden, dan hadden zij dit op een eerder tijdstip - en in ieder geval voorafgaand aan de daadwerkelijke loting - aan de Gemeente kenbaar moeten maken.
4.5.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat eisers en de tussenkomende partij onvoldoende hebben gesteld om te kunnen oordelen dat de Gemeente, door het aanwezigheidsvereiste te laten vervallen op de wijze zoals dat is geschied, in een zodanige mate afbreuk heeft gedaan aan het openbare en transparante karakter van de loting en aan de daarbij in acht te nemen gelijkheid van de inschrijvers, dat (oordelend op voorhand) moet worden aangenomen dat daardoor onrechtmatig is gehandeld jegens eisers en/of de tussenkomende partij.
De voorzieningenrechter laat hierbij meewegen dat het aanwezigheidsvereiste niet is opgenomen in het Lotingsreglement en dat de Procedure de Gemeente de bevoegdheid geeft om
‘om haar moverende redenen’af te wijken van de regels in de Procedure. De voorzieningenrechter is daarbij van oordeel dat de Gemeente voor haar besluit om af te wijken een redelijke, objectieve en - op zichzelf bezien - legitieme rechtvaardiging heeft gegeven.
Aan het voorgaande doet niet af dat de Gemeente, zoals zij erkent, haar besluit niet tijdig, vooraf, aan alle gegadigden heef bekendgemaakt. Hier is sprake geweest van een omissie, waardoor echter geen afbreuk is gedaan aan de mogelijkheid om te komen tot een transparante en eerlijk verlopende loting. Daarbij is van belang dat de loting openbaar en daarmee voor alle geïnteresseerde inschrijvers toegankelijk is geweest.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat eisers en de tussenkomende partij onvoldoende hebben onderbouwd dat de Gemeente het aanwezigheidsvereiste (ook) heeft opgenomen in de Procedure om mede aan de hand daarvan een selectie te maken tussen de inschrijvers. Dat, als de Gemeente wel had vastgehouden aan het aanwezigheidsvereiste, alleen al door hun niet-aanwezigheid 23 à 25 inschrijvers van de 53 zouden zijn afgevallen - zulks ten voordele van eisers/de tussenkomende partij, die allen aanwezig waren - is daarmee op dit moment (en nog steeds oordelend op voorhand) rechtens niet relevant.
het verloop van de loting
4.6.
Eisers en de tussenkomende partij hebben hun bezwaren tegen het verloop van de loting, samengevat, als volgt geconcretiseerd.
De Gemeente heeft geen eisen gesteld aan de enveloppen waarin de inschrijfformulieren bij de notaris moesten worden ingeleverd (door ze door een opening in een verder gesloten doos te schuiven). Daardoor was sprake van enveloppen van verschillende maat, vorm en kleur, sommige wel en andere juist niet aan de buitenkant beschreven. Door deze verschillen was de vereiste gelijkheid bij de trekking van de enveloppen uit de doos door de notaris niet gewaarborgd. Zo is het heel aannemelijk dat, door het verschil in maat, een kleinere envelop klem is komen te zitten onderin de doos, onder een zich daarboven bevindende veel grotere envelop. Dit heeft gewerkt in het voordeel van de inschrijvers die (anders dan eisers en de tussenkomende partij) pas op het laatste moment hun formulier hebben ingeleverd door het in de doos te schuiven. De verschillen tussen de enveloppen konden voor de notaris ook aanleiding zijn om bij de trekking een bepaalde envelop te kiezen, of om dat juist niet te doen. Daar komt bij dat de notaris tijdens de trekking ín de doos heeft gekeken en deze, vóór de trekking, amper heeft geschud. De trekking is ook verder op een slordige wijze verlopen, waartegen nog tijdens de loting is geprotesteerd. Een bezwaar is verder dat de inschrijfformulieren niet meteen zijn gecontroleerd op volledigheid, waardoor ook (eventuele) inschrijvers met een ongeldig formulier in de uitslag van de loting worden vermeld.
4.7.
De Gemeente heeft de stellingen van eisers en de tussenkomende partij betwist en heeft daartoe, samengevat, het volgende aangevoerd.
De enveloppen met daarin de inschrijfformulieren zijn vóór de loting in een verzegelde doos gedeponeerd en bewaard door de notaris. Vervolgens heeft de loting openbaar en door de notaris zelf plaatsgevonden. De notaris heeft de doos daartoe geopend en heeft er steeds een envelop uitgehaald en heeft die een - oplopend - nummer gegeven. Deze volgorde is als uitslag van de loting in het proces-verbaal opgenomen. Eisers en de tussenkomende partij hebben pas geklaagd toen duidelijk was dat zij een ongunstige positie hadden.
Het is onjuist dat vroege inschrijvers zijn gedupeerd door het verschillende formaat van de enveloppen, in die zin dat ‘oude’ inschrijvingen onderin de doos zijn blijven zitten, onder later ingeleverde grotere enveloppen. Dit wordt bevestigd door een onderzoek van een medewerker van de Gemeente, die aan de hand van de datums op de formulieren is nagegaan wanneer de inschrijving is ingeleverd bij de notaris en die vervolgens is nagegaan of een relatie bestaat tussen dat moment van inleveren en de uitslag van de loting. Uit het onderzoek blijkt dat deze relatie er niet is: zowel vroege als late inschrijvers zijn ingeloot, maar ook uitgeloot. Het is dus niet zo dat, zoals eisers en de tussenkomende partij betogen, de vroege inschrijvers zijn benadeeld en de laatste inschrijvers zijn bevoordeeld.
De notaris heeft, aanwezig tijdens de mondelinge behandeling, nog verklaard dat hij steeds voordat hij een envelop uit de doos trok met zijn hand diep in de doos is gegaan en alle enveloppen heeft omgewoeld. Verder heeft de notaris verklaard dat hij slechts één keer in de doos heeft gekeken, namelijk heel kort en alleen om te kijken hoeveel enveloppen er nog in zaten.
4.8.
De voorzieningenrechter constateert dat partijen het niet eens zijn over de relevante feiten. Beide partijen hebben daarbij hun standpunten deugdelijk gemotiveerd. De voorzieningenrechter kan thans niet beoordelen wie het gelijk aan zijn kant heeft. Voor nadere bewijslevering, zoals door het onder ede horen van getuigen, is tijdens dit kort geding geen plaats.
Bij gebrek aan daarvoor vereiste vaststaande feiten kan van toewijzing van de vordering onder 1. van eisers en van de tussenkomende partij geen sprake zijn. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
Dat geldt, bijgevolg, ook voor de vordering onder 2. (die hoe dan ook zou zijn afgewezen, omdat het de voorzieningenrechter niet past om dermate vergaand als gevorderd in te grijpen in de contractsvrijheid van de Gemeente).
Het onder 3. en 4. gevorderde, door eisers en de tussenkomende partij, zal gelet op het voorgaande eveneens worden afgewezen.
de proceskosten
4.9.
Eisers en de tussenkomende partij zullen, als de in het ongelijk gestelde partijen, in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
- salaris advocaat
1.016,00
totaal € 1.016,00.
De voorzieningenrechter gaat er hierbij van uit dat geen reden bestaat om de Gemeente aanspraak te geven op een hoger bedrag aan proceskosten vanwege de tussenkomst en dat de zeven verliezende partijen (vgl. de nummering in de kop van het vonnis), nu geen sprake is van een hoofdelijke veroordeling, ieder 1/7e van de proceskosten dienen te betalen aan de Gemeente.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als na te melden. De veroordeling heeft, in geval van betekening, betrekking op de (= iedere) verliezende partij die de kosten doet ontstaan.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst af het door eisers en door de tussenkomende partij gevorderde;
5.2.
veroordeelt eisers en de tussenkomende partij in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente begroot op € 1.016,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze proceskosten indien niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis volledige voldoening daarvan heeft plaatsgevonden,
5.3.
veroordeelt eisers en de tussenkomende partij in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat eisers en/of de tussenkomende partij niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Beurskens en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2022. [1]

Voetnoten

1.type: AP